10 oktober 2025

De taken van ouders... oftewel verwend of verwaarloosd?

Als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat ik nooit echt een veilige thuissituatie heb gehad. Naar de buitenwereld toe, leek alles koek en ei en leek er niks aan de hand en had ons gezin alles goed voor elkaar. Binnen die vier muren van het huis, achter de gordijnen, was dat toch net iets anders. (Althans, zo zie en ervaar ik dat als volwassen Mick). 

Aan materiële zaken heb ik nooit een gebrek gehad, sterker nog, als ik ook maar ergens (per ongeluk hardop) liet vallen dat ik iets mooi vond (zonder het te willen hebben overigens, dan kwam het er vaak ook. En zelfs nu het contact bestaat uit een handjevol appjes per jaar, moet ik enorm opletten wat ik schrijf, want als ik bij wijze van spreken als grapje schrijf dat mijn oven zo traag werkt (wat dan niet daadwerkelijk het geval is, maar een grapje, want ik heb gewoon niet zoveel geduld en wél honger), dan kan het zomaar gebeuren dat er twee dagen later ongevraagd een gloednieuwe oven bezorgd wordt via een pakketdienst, of dat er geld op mijn rekening gestort wordt met de mededeling ‘voor een nieuwe oven’. 

Veel mensen zullen misschien denken: waar zeur je over, ik wou dat ik zulke ouders had. Of: wat ben jij ondankbaar, dat je dat niet waardeert. En al die mensen zullen vanuit hun oogpunt vast gelijk hebben, Maar ik ben hier serieus écht niet blij mee. En ja, ik voel me met regelmaat een rete-ondankbaar en verwend kind. 

Maar elk verhaal heeft twee kanten, en mijn gevoel hierbij komt ook echt wel ergens vandaan. 

Ik heb al heel jong geleerd thuis, dat niks voor niks was. Als je iets kreeg, dan werd er iets voor terug verwacht. En dat klinkt heel logisch en wellicht zelfs heel redelijk, maar als iemand jou iets geeft waar je niet om gevraagd hebt, wat je niet nodig hebt en eigenlijk ook niet wil hebben en je moet daar verplicht dankbaar voor zijn, dan is dat best naar. Zeker als je dat bijna 40 jaar later nog steeds te horen krijgt. In de vorm van ‘wij hebben in 1986 het nieuwste en duurste merk sportschoenen voor jou gekocht en jij wil nu, in 2025, niet eens even iets voor mij halen, je mag wel wat dankbaarder zijn’.  En dit voorbeeld ziet er misschien belachelijk en ongeloofwaardig uit, maar het is een recente letterlijke tekst uit de paar appjes die er dus per jaar gestuurd worden. 

De conclusie: ik moet enorm dankbaar zijn, voor alles wat ik allemaal (ongevraagd) gekregen heb. Maar feit is: ik ben als volwassen Mick de laatste tijd, vooral heel boos om wat ik allemaal niet gekregen heb en waar ik veel meer aan gehad zou hebben dan al die spullen: namelijk: aandacht, liefde, geduld, vertrouwen en me voorbereiden op het leven als volwassen Mick. 

Mijn ouders hadden als ‘opvoed stijl’: kinderen moeten zelf vragen om wat ze nodig hebben. Als ze iets willen weten, of iets nodig hebben, dan weten ze dat ze bij ons terecht kunnen’.  Op zich een mooi streven, maar om dat te kunnen doen, moet het wél veilig voelen om je vragen te kunnen stellen.
 
Op het moment dat je als onzeker kind op de bank zit en naar een kennis quiz kijkt met je ouders en iedere keer als een deelnemer iets niet weet of het antwoord fout heeft, de deelnemer belachelijk wordt gemaakt en er steeds opnieuw geroepen wordt ‘Jezus, dat je dát niet weet! Hoe dom ben je dan?’ (Terwijl jij het antwoord ook niet wist), dan maak je de kans dat je kind met een vraag over iets dat het niet weet naar je toe zal komen, steeds kleiner. Want, tja, blijkbaar ben je dom als je dingen niet weet en blijkbaar is dat heel erg, dom zijn…
Als je dat je hele leven in allerlei vormen hoort, dan zit er al gauw in je systeem dat je niet ‘dom’ mag zijn en dat je ‘eigenlijk alles moet weten’. 

Toen ik als jong Mickje nog op de middelbare school zat, snapte ik soms mijn huiswerk niet, terwijl ik dat toch wel degelijk voor een proefwerk moest weten. Heel af en toe, moest ik dan wel om hulp vragen en omdat mijn moeder helemaal niet begreep wat ik moest doen (die mocht blijkbaar wel ‘dom’ zijn), werd helpen bij huiswerk de taak van mijn vader. Maar Mick is Mick, altijd al geweest. Mick wil dingen begrijpen en neemt niet zomaar, zonder uitleg of reden, iets aan.
Dus als ik de stelling van Pythagoras moest leren, dan kon ik best wel opdreunen dat A² + B² = C²  was, maar ik wilde weten, waaróm dat zo was, wat het precies betekende? 

Een Mick met een drang naar uitleg en duidelijkheid, een vader met erg weinig geduld en een standaard antwoord ‘omdat dat gewoon zo is’, gingen niet goed samen en dit heeft met hele grote regelmaat tot (hele heftige) ruzies geleid. En hoe verder ik kwam op school, hoe meer ik erachter kwam dat mijn vader ook niet zo slim was als hij dacht te zijn en kon hij me niet meer helpen met m’n huiswerk.

Toen ik het huis uit was en voor de eerste keer belastingaangifte moest doen, vroeg ik mijn vader nogmaals om hulp: wil je dat alsjeblieft SAMEN met me doen, zodat ik het leer en volgende keer zelf kan doen. Maar ook hier, begreep ik dingen niet (snel genoeg) en vroeg ik blijkbaar te vaak waarom dingen zo waren. Dat mijn vader op veel van mijn vragen onmogelijk een voor mij bevredigend antwoord kon geven, snap ik nu ook wel, maar wat er gebeurde was, dat mijn vader boos werd, geen geduld meer had en het dan VOOR mij ging doen, zonder enige uitleg. Met als gevolg dat het wél geregeld was, maar dat ik het jaar daarna, exact hetzelfde probleem had. En ik werd er steeds onzekerder van, ging me steeds dommer voelen, terwijl ik dat eigenlijk echt niet ben. 

En zo ging het met alles wat je als 18 jarige zelf moet gaan regelen: verzekeringen noem maar op: als ik vroeg kunnen we daar SAMEN naar kijken, dan duurde het hem te lang en deed hij het VOOR mij, want dat was sneller. “Het is nu toch geregeld, maak je niet druk.” Als ik vroeg om uitleg, kreeg ik te horen dat ik die nog wel een keer zou krijgen, maar die ‘keer’ is tot op heden nooit gekomen. 

Ik heb dus nooit geleerd om dit soort dingen zelf uit te zoeken of te doen. En ik merk dat de angst om dom te zijn, om dingen niet te weten, niet te snappen, me tot op de dag van vandaag compleet verlamt. Ik sla compleet dicht en neem niks op als een ander het probeert uit te leggen, of ik zelf dingen probeer uit te zoeken door informatie te lezen. Ik raak in paniek, klap dicht en het lukt me nog steeds niet. 

Afgelopen weekend gebeurde er weer iets waardoor ik weer eens met m’n neus op deze feiten werd gedrukt. Schade aan de auto, verzekeringskwestie, ‘gewoon even doorgeven aan je verzekering’. En bij het woordje ‘gewoon’ schiet mijn hoofd in paniek en klap ik dicht, want voor mij zijn deze dingen niet gewoon. Ik snap ze niet, ik begrijp ze niet, al leg je het 1000x uit, het komt niet binnen. En als ik de eerste stap al voor elkaar gekregen heb, dan volgen er nog een heleboel van die ‘gewone’ vervolgstappen, die ik OOK niet geregeld en verwerkt krijg, met als gevolg dat ik jankend op de bank zit te wachten tot ik dood ga, want dan hoef ik het niet meer te regelen.

En ja dat klinkt vast heel overdreven, maar ik word hier zo wanhopig van, van dat dom voelen, dat dit daadwerkelijk is wat er gebeurt. 

Volgens de Nederlandse wet is de taak van ouders dit: 
De taken van ouders zijn primair gericht op de verzorging, opvoeding, en het ondersteunen van de ontwikkeling van hun kind tot een zelfstandige volwassene. Dit omvat het bieden van een veilige, liefdevolle en gestructureerde omgeving, het voorzien in levensbehoeften zoals eten en onderdak, en het overdragen van kennis en waarden. Ouders zijn hierin wettelijk verantwoordelijk en moeten altijd het belang van het kind vooropstellen, waarbij ze rekening houden met de leeftijd en ontwikkeling van het kind. (bron: Kinderrechten.nl) 

En als ik dat dan zo lees, en ik denk aan wat sommige mensen over me zeggen: verwend en ondankbaar, dan doet dat best pijn…
Dan kan ik eigenlijk alleen maar concluderen, dat mijn ouders maar aan erg weinig punten van deze omschrijving voldaan hebben. Ja, ik had een dak boven m’n hoofd en meestal had ik eten. Ik had veel spullen, maar de rest uit die omschrijving? Nee, dat was er niet en dat had ik veel liever gehad dan al die spullen bij elkaar. 

Als iemand me weer eens verwend noemt, dan probeer ik me maar vast te houden aan de wijze woorden die een psychiater ooit sprak: “Verwend zijn is eigenlijk een vorm van verwaarlozing”.

En hoewel ik het hier inmiddels roerend mee eens ben, neemt het mijn rotgevoel en het gevoel om keer op keer te falen als volwassene in deze maatschappij niet weg.

bron: plaatje in een artikel in NRC Handelsblad




26 september 2025

Moe, Moeier, Moeist……oftewel ik weet het even niet meer.

Het is weer eens zover… ik heb weer een dag waarop ik m’n ene voet nauwelijks voor de andere krijg. Nu heb ik dat wel vaker, zeker de laatste anderhalf jaar, maar vandaag is dat niet zo handig aangezien ik in Amsterdam ben en ook nog veilig in Zuid-Limburg aan dien te komen. En tussen die twee punten zit dan ook nog een hele dag vol ziekenhuisafspraken waarbij het de bedoeling is dat ik opsla wat mensen tegen me zeggen, intelligente en minder intelligente vragen hoor te stellen, kortom: aanwezig en alert hoor te zijn. En eerlijk is eerlijk, ik voel aan alle kanten dat me dat vandaag niet gaat lukken, maar ik heb niet heel veel keuze, het moet.

Omdat ik weet dat zo’n hele dag ziekenhuisafspraken in combinatie met de afstand en dus het reizen er altijd best wel inhakt, vroeg ik een kamer aan in het (naast het ziekenhuis gelegen) gastenverblijf. Op die manier hoef ik op de dag zelf niet al ‘midden in de nacht’ weg om op tijd op mijn afspraken te verschijnen en kan ik de in theorie uitgerust aan m’n dag beginnen. Het gastenverblijf is een geweldig initiatief!

Maar het gastenverblijf heeft niet altijd een kamer en deze keer leek het erop dat het niet zou gaan lukken. En als mijn hoofd daar dan stiekem wel op gerekend had en het dan toch anders blijkt te gaan, dan levert dat extra stress op. Ik was dan ook dol gelukkig toen ik gisteren alsnog een bericht kreeg dat ik onverwacht toch kon komen. Dus vol goede moed vertrok ik met de trein naar Amsterdam.

Alles zat mee, de bus kwam op tijd, de NS reed helemaal op tijd, ik haalde elke aansluiting en bij aankomst was het vroeger dan ik dacht en ook nog eens hartstikke mooi weer in Amsterdam en had ik tijd om dát te gaan doen, wat al heel lang op mijn lijstje stond: wandelen in het Amsterdamse Bos. Vol energie vertrok ik en koos een wandeling uit, maar al vrij snel was ik door m’n energie heen en halveerde ik m’n wandeling. Het was nog steeds lekker en prachtig hoor, maar ik baalde wel dat ik niet dát kon doen wat ik gewild had, gewoon omdat mijn lijf het niet toe laat. Iets wat de laatste tijd weer steeds vaker gebeurt. En dus keerde ik enigszins verdrietig terug naar het Gastenverblijf.

Het slapen was ook geen succes. Of ik nu thuis in mn bed lig of elders, het maakt niet uit, slapen lukt niet. En dus begin ik vandaag alsnog doodop aan m’n dag.

En ik merk dat ik een beetje bang begin te worden. Is dit vermoeidheid door de medische klachten waar maar geen oorzaak voor gevonden kan worden die de klachten écht kunnen verklaren? Of komt die verrekte vermoeidheid tóch gewoon weer door de vallende blaadjes en steekt de herfst/winterdepressie ongemerkt stiekem toch weer zijn lelijke kop op? Ik weet het niet, maar ik word er echt verdrietig van.

Iedere keer als ik m’n moed bij elkaar raap en tegen mn hulpverleners durf te beginnen over het niet slapen, of me niet goed voelen, krijg ik steeds opnieuw dezelfde, goedbedoelde, maar voor mij onmogelijke vraag: wat moet er gebeuren, wat kunnen we daaraan doen?

En die vraag is natuurlijk prachtig, je geeft me de ruimte om te putten uit mijn eigen ervaringen want ik ken mezelf immers het beste. Maar guess what? Als ik wist wat er gedaan kon/moest worden om dit te voorkomen of verhelpen, dan had ik het inmiddels al lang gedaan, denk je niet?

Ik weet even niet wat er moet gebeuren, wat helpt, en ik ben ook gewoon té moe om het te bedenken. En ik weet wel dat mn hulpverleners ook niet kunnen toveren enzo, maar als ik dan eindelijk de moed heb om het te zeggen en ik krijg dan te horen ‘dat is rot voor je’ en ze gaan vervolgens naar huis om weekend te vieren…. Tja, waarom zou ik het dan nog zeggen? Dan bespaar ik mezelf liever die teleurstelling, want in mijn oren klinkt dat toch een beetje als ‘zoek het zelf maar uit’.

Ik vind het moeilijk om het tegen mn hulpverlening te zeggen. Om de reden die ik hierboven schrijf, maar ook omdat ik me schaam of zo. Als het namelijk inderdaad door de herfst/winterdepressie komt, dan is het de zóveelste keer dat het me overvalt. En hoe dom kun je dan zijn? Als je weet dat het gaat komen, gewoon omdat het ieder jaar opnieuw gebeurt, en dat je er dan toch gewoon wéér ingetrapt bent?

Toen ik met de testosteron begon, is mijn leven veranderd. Sindsdien gaat het echt veel beter met me en mijn ‘slechte’ periodes zijn al lang zo ‘slecht’ niet meer. Maar mijn huidige hulpverleners hebben geen vergelijkingsmateriaal: ze zijn namelijk allemaal bij mij begonnen nadat ik met de testosteron begonnen ben. Zij kennen dus alleen de ‘slechte’ periodes van nu. En de laatste anderhalf jaar (sinds mijn ijzergebrek opspeelt) voelt het soms alsof ik alleen maar slechte periodes heb, alsof ik niet de vrolijke, blije Mick geweest ben, die ik zeer zeker óók kan zijn. Het voelt soms alsof het alleen maar ‘slecht’ gaat, terwijl slecht al zoveel beter is dan het ooit was! Terwijl het eigenlijk goed en slecht tegelijk gaat (maar hoe leg je dat in vredesnaam uit?)

En dus vind ik het rot om het tegen ze te zeggen, gewoon omdat ik bang ben dat ze me maar een negatieve zeikerd vinden, met wie het altijd alleen maar slecht gaat, die alleen maar kan klagen. En dat terwijl ik ook zeker echt wel geniet van hele kleine (en grotere dingen). 

En dus trek ik me terug, hou m’n mond er maar over, ga minder de deur uit, ga m’n afspraken afzeggen, ook met hen. Een soort van onbewust ‘als ik het dan toch zelf op moet lossen, dan zoek ik het ook wel zelf uit en doe ik het wel alleen’.


Want misschien ligt het aan mij, maar ik voel me het liefst ellendig in m’n eentje.

Terwijl ik eigenlijk juist zó hard hulp zou willen hebben.




20 september 2025

Wereld Suïcide Preventie Week en Euthanasie op grond van ondraaglijk, uitzichtloos psychisch lijden.... oftewel het trieste verhaal van Sander

Dit is een blog die ik al heel lang wilde schrijven, maar ik vond het best wel ingewikkeld om er woorden voor te vinden. Dit is geen autobiografisch stuk (voor ik lief bedoelde, maar onnodige zorgelijke reacties krijg), maar wel op waarheid gebaseerd. Het onderwerp ligt nogal gevoelig, dus als je moeite hebt met suïcide en/of euthanasie: klik dan maar weg, om jezelf te beschermen, ik zal het je niet kwalijk nemen. 

Van 8 t/m 14 september 2025 was het Wereld Suïcide Preventie Week. Dus eigenlijk komt deze blog als mosterd na de maaltijd. En tegelijkertijd denk ik dat het altijd, het hele jaar door Suïcide Preventie week zou moeten zijn, dus deze blog komt ook gewoon precies op tijd.

-----------

Ik zit al heel lang in het psychiatrisch systeem. Ik kwam er terecht rond mijn 15e en ik loop er al 35 jaar rond. In al die jaren heb ik veel en vaak met de dood geworsteld. Ik zei vaak dat ik dood wilde, meende dat ook, maar ik was niet zozeer suïcidaal, ik was levensmoe en dat was (en is) wat mij betreft een groot verschil. Ik schreef daar destijds al eens een blog over.
Tijdens die jaren in het systeem kwam ik vele vrienden tegen die ook met de dood worstelden en helaas heb ik best veel van hen aan die worsteling verloren. Dit verhaal gaat over een van mijn vrienden, die ik voor het gemak de naam Sander ga geven.*

Sander kwam al heel jong, voordat hij volwassen was, in het psychiatrisch systeem terecht. Hij kreeg destijds de diagnose Borderline Persoonlijkheidsstoornis. Sander ging kliniek in, kliniek uit en werd uiteindelijk voor lange tijd (lees: jaren) opgenomen. Niet één keer, maar meerdere keren. 

Sander riep al heel vroeg dat hij dood wilde en hij deed ook aardig zijn best om dat voor elkaar te krijgen. De opnames die hij had, konden hem daar niet van weerhouden en hij bleef het roepen. 

Er werd tijdens die opnames, maar ook als hij niet opgenomen was, niet zoveel met hem gedaan. Een behandeling kreeg hij niet: mensen met Borderline waren immers niet te behandelen. Een persoonlijkheidsstoornis ging nooit meer over en het hoogst haalbare was blijkbaar 'ermee leren leven'. Dat is wat Sander keer op keer te horen kreeg. Geen behandeling, want dat zou de boel alleen maar erger maken, leer er maar mee te leven. En dat deed Sander. 

Hij probeerde ermee te leren leven. Niemand vertelde hem hoe, dat moest hij zelf maar uitvogelen, wel kreeg hij stapels pillen om hem rustig te houden. Dat hielp verder niks, behalve dan het aanleggen van voorraden om weer een nieuwe poging te doen om zich van het leven te beroven. En ook jaren na de opnames, als ambulante patiënt, zoals dat dan zo mooi heet, kreeg hij geen behandeling, het antwoord bleef steevast: leer er maar mee leven.

Sander werd ouder en ouder. Het leven werd niet leuker, werd niet makkelijker en het 'ermee leren leven' viel hem zwaar. Sterker nog: hoe ouder hij werd, hoe meer hij tot de conclusie kwam, dat het hem niet lukte. Hij was inmiddels, 10, 20, 30 jaar verder en zijn wens was nog steeds hetzelfde: ik wil niet meer, ik kan niet meer, ik wil dood. 

Er is in al die jaren voor patiënten echt nog niet zo heel veel veranderd in hulpverleningsland (sorry hulpverleners die denken en vinden dat dat wél zo is), maar er is wél een wetgeving gekomen omtrent euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden. Dus waar dat eerst alleen mogelijk was in gevallen van ondraaglijk medisch/lichamelijk lijden, werd dit nu ook mogelijk voor ondraaglijk psychisch lijden. 

Uiteraard (en ook volledig terecht) gaat hier een uitgebreide en zorgvuldige selectie aan vooraf en moet de arts die de euthanasie geeft aan verschillende wettelijke criteria voldoen.

"Wat zijn de wettelijke criteria waaraan een arts moet voldoen?
De wet stelt dat de arts die u euthanasie geeft tot de overtuiging moet zijn gekomen dat u ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, dat behandeling geen zin meer heeft en dat er geen redelijke alternatieven meer zijn. De arts moet daarnaast zeker weten dat het uw verzoek is (en dus niet van familie bijvoorbeeld), dat het verzoek duurzaam is (dus niet in een opwelling gedaan) en dat u goed begrijpt wat de consequentie is van wat u vraagt. U moet wilsbekwaam zijn of een duidelijke wilsverklaring hebben. Ook in het geval van een wilsverklaring moet u voldoen aan alle wettelijke eisen." (bron: expertise centrum euthanasie Nederland)

En ik vind het terecht dat men hier heel streng en zorgvuldig mee omgaat, maar ik ga even terug naar Sander. Hij heeft inmiddels meer dan de helft van zijn leven er wel op zitten (tenzij hij echt de alleroudste mens ter wereld gaat worden en dat wens ik hem niet toe, al klinkt dat wat onvriendelijk, maar gezien zijn wens...) en hij wil nog steeds dood. Hij vindt het nu echt genoeg geweest, heeft zijn best gedaan om ermee te leren leven, dat is hem nog steeds niet gelukt en dus meldde hij zich opnieuw bij zijn psychiater.

Niet iedere psychiater of dokter wil of kan (om welke reden dan ook) hier aan meewerken. In het geval van Sander had hij daarin uiteindelijk min of meer geluk en wilde zijn arts wel een uitzondering maken. De psychiater snapt de vraag van Sander, kent Sander lang genoeg om te weten dat het ZIJN wens is, en dat het niet in een opwelling is, maar al heel lang speelt. Sander is wilsbekwaam, mag en kan zijn eigen beslissingen nemen, begrijpt ook prima wat de consequentie van zijn vraag is. Maar dan blijft er dus één belangrijk (struikel) punt over in dit wettelijke lijstje: behandeling moet geen zin meer hebben en er zijn geen redelijke alternatieven. 

Sander zit vanaf zijn vroege pubertijd in de psychiatrie en heeft NOG NOOIT een behandeling aangeboden gekregen voor zijn klachten, ook niet als hij erom vroeg. Hij heeft één keer een soort van EMDR (trauma therapie) gehad, die heel kort een klein beetje hielp, maar niet blijvend, maar voor de rest heeft hij zijn hele leven te horen gekregen dat behandeling geen zin had en dat hij ermee moest leren leven. Oók toen er wel behandelingen bedacht werden voor mensen met Borderline. Ook toen kreeg hij te horen dat het geen zin meer had en hij er maar mee moest leren leven. 

Dus.... Een heel lang verhaal een klein beetje ingekort: Sander kreeg te horen dat hij "nog nooit iets van behandeling geprobeerd had" en moet nu dus allerlei behandelingen gaan doen, die hem altijd ontzegd zijn door behandelaren en artsen zelf (niet zijn huidige arts overigens), voor zijn verzoek ook maar in behandeling genomen gaat worden. 

Hoe krom is dat?
Sander is radeloos, hij is moe van al die jaren proberen 'ermee te leren leven', al die jaren overleven. Hij wil rust, hij is er echt klaar mee en hij wil gewoon sterven. Hij weet hoe het is om getraumatiseerd te zijn en wil dat niemand anders aandoen. Hij wil niet dat ook maar iemand hem vindt en daar een trauma aan overhoudt. En juist om die reden vraagt hij om euthanasie, een 'goede dood', voor hemzelf, zijn (weinige) naasten en de wereld om hem heen (en dat siert hem enorm in mijn ogen).

Wereld Suïcide Preventie Week...
Goed dat het er is, en triest dat het nodig is. 
Maar zolang de wachtlijsten voor de GGZ oplopen in plaats van minder worden, de wettelijke eisen voor euthanasie soms heel star en krom zijn en artsen zich (begrijpelijk) niet durven te branden aan overtreding ervan, zal deze week altijd nodig blijven zijn.

Niet één week per jaar, maar 52 weken per jaar.

* Sander bestaat echt, maar het is uiteraard niet zijn echte naam.

foto: zelf gemaakt van het beeld 'Stille Strijd'



13 augustus 2025

Een jaar verder….. oftewel een verhaal over gelukkig zijn.

Een jaar geleden alweer dat ik voor het eerst kon/ging doen, waar ik al vanaf m’n puberteit van droomde: zonder borsten, zonder shirt rondlopen en in het zwembad duiken! 

Jaren lang droomde ik ervan dat ik zonder shirt op het strand liep, de zee in dook en het water op m’n blote, platte borst kon voelen, om dan weer wakker te worden en in huilen uit te barsten omdat het allemaal maar een droom bleek en de werkelijkheid de ware nachtmerrie was. 

Daar stond ik dan een jaar geleden, blij en trots te zijn, maar ook nog steeds erg zelfbewust en bang dat iedereen doorhad wat ‘mijn geheim’ was en een beetje bang, dat ik mezelf op die manier in gevaar zou brengen…. 

We zijn nu weer een jaar (en nog een correctie operatie) verder. 
Ik ga steeds vaker zwemmen, niet meer zo zelfbewust en bang als een jaar geleden. 
Niet meer na drie kwartier relaxed baantjes zwemmen ineens schrikken en compleet in paniek raken door de gedachte ‘shit, ik ben mn bovenstukje vergeten’, bedenken dat dat niet meer hoeft en met een grote glimlach verder zwemmen, giechelend om die rare gedachte. 

Ik loop ineens rechtop. 

Dit is hoe het hoorde te zijn, en meestal ben ik me er niet eens meer van bewust dat het ooit anders was, of dat anderen dat zouden kunnen zien. Pas als iemand wat langer kijkt, of er iets van zegt (maar dat is me maar één keer gebeurd en dat was in positieve zin, dat het mooi geworden was) moet ik eerst even nadenken en kijken wat ze ook alweer bedoelen en dan dringt het tot me door…. Oh ja… het was ooit anders…. 

Een jaar…. 
De tijd is echt omgevlogen! 
Het gevoel van vrijheid blijft.

Foto: eigen fabrikaat.


12 augustus 2025

Zwemverbod.... oftewel een verhaal over onrecht, moed en kracht!

Een tijd terug was er een mevrouw in het nieuws. 
Haar naam is Jacky Roozen en ze kwam, kort door de bocht samengevat, in het nieuws, omdat ze het zwembad was uitgegooid. 

Had ze zich dan misdragen vraag je je misschien af, maar ook hierop is het antwoord nee. 

Jacky had de verdrietige pech dat ze borstkanker kreeg en een dubbele mastectomie moest ondergaan. In niet medische taal: allebei haar borsten waren verwijderd.

Haar dokter had haar verteld dat zwemmen goed was voor haar herstel en dat wilde ze dan ook doen. Echter, het dragen van een bovenstukje, dat over de littekens en het weefsel daaronder schuurde, deed haar pijn. 

Ze overlegde met het zwembad en kreeg toestemming om zonder bovenstukje te zwemmen. Geen probleem zou je denken....
Totdat andere zwemmers het nodig vonden om te gaan klagen: zij vonden de littekens 'vervelend' om naar te moeten kijken. Het zwembad ging daar in mee en Jacky kreeg te horen dat ze wel mocht zwemmen, maar dan met bovenstukje, wat voor haar geen optie was omdat het echt te veel pijn veroorzaakte. En dus zocht deze trotse, sterke vrouw een ander zwembad waar haar exact hetzelfde overkwam: in eerste instantie was het prima, tot andere zwemmers erover klaagden, en ook hier was Jacky niet langer welkom.

Toen ik dit op tv zag, zat ik huilend voor het scherm…. En dat overkomt me tegenwoordig niet zo gauw meer. Waarom? Nou, dat zal ik uitleggen.

Ik ben, zoals de meesten die hier meelezen inmiddels echt wel weten, transgender en ik hou enorm van zwemmen. Maar ik hield niet van mijn lijf en al helemaal niet mijn lijf in een (niets aan de verbeelding overlatend) badpak. 

Ik heb dus jaren niet of nauwelijks gezwommen. En als ik ging en het was maar enigszins mogelijk, dan zwom ik met een heel ruimvallend t-shirt over m'n badpak aan, maar in de meeste zwembaden (waar je baantjes komt zwemmen, mag dat niet).

Vorig jaar heb ik mijn dubbele mastectomie gehad. Ik heb dus geen borsten meer en als ik naar het zwembad ga, zwem ik nu dus met veel plezier zonder bovenstukje, net als Jacky dus. En niemand die het mij verbiedt, (bijna) niemand die opmerkingen maakt over mijn (toch nog echt wel zichtbare) littekens. 
Tot nu toe heb ik één opmerking van iemand gekregen en die zei: “dat is mooi geworden hoor!”, een positieve opmerking dus.

Wat maakt nou het verschil tussen Jacky en trans mannen zoals ikzelf? 
Beiden hebben we een dubbele mastectomie gehad, beiden hebben we littekens. 
En dat is dus waarom ik moest huilen: Jacky had geen/niet echt een keuze, haar borsten (en de kanker daarin) zijn ‘gewoon’ weggesneden. 
Ik heb een keuze gemaakt, had ik die keuze niet gemaakt, dan was ik (let op, dit is mijn persoonlijke ervaring, en kan voor andere trans mannen anders zijn) daar niet aan dood gegaan, ik had me wel doodongelukkig blijven voelen. Voor mij persoonlijk was de noodzaak er voor mijn psychisch welzijn, maar het was (voor mij) geen zaak van leven of dood. 

Ik weet eerlijk gezegd niet hoe het in z’n werk gaat bij een borstkanker gerelateerde mastectomie. Maar bij mij werd dat uitgevoerd door een plastisch chirurg, die de boel ging reconstrueren, zodat het er weer mooi uitzag. En als ik niet tevreden was, dan werd dat later nogmaals door een plastisch chirurg bijgewerkt.

Ik werd wel gewaarschuwd dat als er tijdens de operatie een tumor gevonden zou worden (want dat kan altijd, een mammografie vooraf was niet verplicht), dat dit het resultaat kon beïnvloeden omdat men dan meer weg zou moeten snijden, dan oorspronkelijk het plan was, maar dit was bij mij niet aan de orde.

Ik vind het zó oneerlijk dat Jacky dit heeft moeten doorstaan, terwijl ze geen keuze had en dat ik ongestoord rond kan lopen met m’n littekens, puur omdat ik het geluk had dat een plastisch chirurg het mooi achter heeft kunnen laten. Dat is toch oneerlijk?

Het verhaal van Jacky heeft me doen realiseren dat ik een bevoorrecht mens en een geluksvogel ben. Ik zou bijna willen zeggen dat het in mijn geval een luxe probleem was, maar dat zou ik onrecht doen aan mezelf en mijn mentale gezondheid. 

Maar één ding is zeker: Jacky is een moedige, sterke vrouw, en er is haar onrecht aan gedaan Ik ben blij dat ze gelijk heeft gekregen op haar klacht, dat ze gediscrimineerd is in het zwembad. En het allermeest hoop ik dat zwembaden zich achter hun oren gaan krabben en hun beleid bij gaan stellen, ook al zijn ze daar niet toe verplicht.

Ik zie met regelmaat lijven waar ik liever niet naar wil kijken in het zwembad.
Ik zie hele dikke en hele dunne lijven.
Ik zie littekens op allerlei plekken.
Ik zie tattoos, mooie en minder mooie.
Ik zie badkleding die te klein, te groot, te strak of te los zit.

Als we daar allemaal iets van vinden, zwemt straks iedereen volledig aangekleed, zoals je ooit met afzwemmen moest doen. Lijkt me niet de oplossing.

Weet je wat echt helpt? Als je iets niet prettig vindt om naar te kijken?
De andere kant opkijken.
Leven en laten leven.

En dat is in het geval van Jacky heel letterlijk.

foto: bron


24 mei 2025

“Vuile pedo!” …… Oftewel iets over ongeschreven regels voor mannen….

Afgelopen week was ik op vakantie. Daar was ik ook echt wel aan toe, want mijn brein heeft de afgelopen tijd nogal wat overuren gedraaid. In mijn vorige blog schreef ik al over ‘het deel’ in mij (De Heks) dat het voorzien heeft op mijn jongste twee stemmen en ik kan je verzekeren dat het dealen daarmee nogal vermoeiend was (en is). En dus was ik toe aan een korte break en ging ik een midweek naar het noorden van het land. Het is natuurlijk niet zo dat ik mijn stemmen of problemen dan thuis achterlaat, die gaan ook met me mee. Zoals men wel eens zegt: verandering van spijs, doet eten…. Dat geldt meestal ook voor mijn hoofd: een andere omgeving wil nog wel eens wat rust geven.

Ook op vakantie is het verstandig om overleg te hebben met mijn hoofdbewoners over wat we allemaal gaan doen. Wat zou iedereen willen doen, willen zien, of vooral ook NIET willen doen en zien. Overleggen, luisteren en compromissen sluiten. En het is soms nog wel eens een puzzel om in al deze wensen een balans te kunnen vinden. 

Ik was al eens eerder in de omgeving waar ik heen ging en toen had ik een leuk uitje gezien, waar vooral Jongste Stemmetje het erg naar haar zin zou hebben, namelijk een heus Kabouterpark! Maar tot haar grote verdriet was dat beperkt open en niet op de dagen dat wij toen daar waren. Dus één uitje stond voor deze week al vast: een bezoekje aan dit Kabouterpark.

Als je hier al wat langer mee leest dan is het geen nieuws dat ik naast het feit dat ik stemmen hoor, ook trans ben. Sinds twee jaar staat er een M op mijn paspoort en ga ik dan ook ‘als man’ door het leven, maar ik voel me vooral gewoon Mick. 

Misschien vraag je je af waarom deze info belangrijk is om te vermelden. Dat ga ik proberen uit te leggen in dit blogje, want sinds die M op mijn paspoort staat en mensen me ook meer en meer waarnemen als man, loop ik tegen een aantal (in mijn ogen) rare dingen en situaties aan. Misschien dat het voorbeeld in dit blog dat een beetje duidelijk kan maken.

Een bezoekje aan het Kabouterpark dus… En je mag best weten dat ik daar  nogal tegenop zag. Wat heeft een volwassene zonder kinderen in zijn eentje nou in een (duidelijk voor kinderen bedoeld) Kabouterpark te maken? Dat roept blijkbaar op zich al vraagtekens op, nog los van geslacht. Maar als je als volwassen man in je eentje zonder kinderen naar zo’n plek gaat…. Dat is blijkbaar weer een geheel ander level van vraagtekens…

Maar goed, ik overwon mijn angst, kocht een kaartje en ging het park in. Naast Kabouters hebben ze er ook diverse dieren en één daarvan is mijn meest favoriete vogel op aarde: de Kookaburra! Hij wordt ook wel de lachende Kookaburra genoemd, omdat hij een geluid maakt dat op lachen lijkt. En (bijna) niks op aarde maakt mij blijer dan dat geluid. Nu weet ik dat ik dat geluid een beetje kan uitlokken, door het geluid van een andere Kookaburra te laten horen, dus zocht ik een YouTube filmpje op, en speelde dat heel zacht in de buurt van de kooi af en binnen een paar seconden kwam er inderdaad een reactie van het dier: hij begon te ‘lachen’. 

Tussen de ingang en deze kooi liep ik tegen een pril gezin aan: Papa, hoogzwangere Mama en een Kleuter die voor geen meter luisterde en in die paar meters al verscheidene keren tot de orde geroepen was (lees: als je nu niet luistert gaan we naar huis…. En dat dus 20 keer). 

De Mama sprak me bij de kooi vermanend toe: “je weet dat dat beest dadelijk compleet uit zijn plaat gaat hè?” Ik had niet helemaal door wat ze precies bedoelde, ik dacht dat ze bedoelde dat het beest herrie zou gaan maken, dus ik zei: “ja, dat weet ik.” En ik ging door met wat ik aan het doen was. Mama werd woedend. Ik was het beest opzettelijk aan het uitlokken en het was broedtijd en paartijd en ik was hem opzettelijk de stress in aan het jagen. Ik was asociaal en het was sowieso raar dat een volwassen man in zijn eentje zonder kinderen naar een Kabouterpark kwam, wat was ik wel niet voor een viezerik. En op dat moment riep ze haar man erbij. *

Man komt aanlopen, vrouw herhaalt haar tirade en manlief zegt tegen me: “zie je niet dat mijn vrouw zwanger is, je moet haar met rust laten, je geeft haar onnodige stress, jij vuile pedo!” En zo ging het nog even door. Ik bedacht van alles wat ik terug had kunnen zeggen, maar dat deed ik voor de zekerheid maar niet, want hé, (de meeste) mannen leren alleen dat ze vrouwen (en niet zozeer 'hun medemens') niet mogen slaan, en klaarblijkelijk viel ik niet in de categorie 'vrouw' voor deze personen (wat op zich een compliment is, dank je wel). Dus hield ik m’n mond maar dicht en keek langs hun heen naar hun Kleuter. Papa en Mama waren zo druk bezig met boos zijn op mij, dat ze niet zagen dat hij bezig was over het hekje naar de vijver te klimmen. 

Nu konden Papa en Mama me niet zoveel schelen, maar kleuterlief….die kon hier niks aan doen en dus deed ik m’n mond open en zei: “Als ik jullie was, zou ik je omdraaien en je bezighouden met jullie eigen Kleuter in plaats van met mij, want hij stapt nu het hekje van de vijver over.” Op dat moment draaiden ze zich allebei om, sprong papa over de omheining om zijn Kleuter te grijpen en Mama stond te gillen als een speenvarken, wat ik een prachtig moment vond om een ander steegje in te slaan, weg van deze ouders. Ik had niet de illusie dat ik ze dan niet meer tegen zou komen, zo groot was het park niet, maar misschien kregen ze zo de kans om wat af te koelen.

Hier gebeurde dus precies datgene waar ik bang voor ben tegenwoordig: een volwassen man die zich zonder kinderen in een ‘kinderomgeving’ beweegt, is per definitie ‘verdacht’ en in dit geval onmiddellijk ‘een pedo’. En dat maakt me best boos en verdrietig en ook een beetje in de war.

Toen ik nog niet in transitie was en als vrouw gezien werd, was er nooit een probleem als ik oogcontact zocht met een kindje, een knipoog gaf of een opmerking maakte. Moeders lachten dan vriendelijk en vaak trots terug, begonnen een praatje, of werden in ieder geval niet kwaad. Maar nu ik dus als man gezien word, weet ik niet meer hoe ik me soms moet gedragen in de buurt van (onder andere) kinderen.

Het gedrag wat ik hierboven beschrijf (oogcontact, een knipoog, een gesprekje of opmerking naar een klein kind maken), zit in mij als persoon. Ik ben dol op kinderen (van een ander), ik vind het grappig om ze aan het lachen te maken, of om op ze te reageren als ze contact zoeken. En dat was nooit een probleem! Maar als ik dat, als man, nu nog steeds doe, gewoon omdat dat nu eenmaal in me zit, bega ik zo ongeveer een doodzonde! 

Er is niks aan mij als persoon veranderd, ik ben nog steeds ik. Mijn karakter is nog steeds hetzelfde en ook mijn intenties zijn echt niet veranderd! Het enige dat er veranderd is, is dat er een andere letter op/in mijn paspoort staat, dat mijn lijf in een iets ander jasje zit en dat ik véél gelukkiger in mijn hoofd, lijf en vel zit. 

Al die ongeschreven wetten over hoe een man en/of een vrouw zich behoort te gedragen, die heb ik nooit zo goed begrepen. Misschien omdat ik zelf niet zoveel met die labels kan. Maar ik vind het ook niet eerlijk! Waarom zou een vrouw per definitie ongevaarlijk zijn richting kinderen en wordt een man in de buurt van kinderen altijd/vaak met argwaan bekeken? 

Waarom komt er in een buurtapp vaker een berichtje langs over een man in zijn eentje op het bankje in de speeltuin, die naar de kinderen zit te kijken, vaak compleet met signalement (‘dus pas maar op!’), maar nooit van een vrouw die in haar eentje hetzelfde zit te doen als die man? Waarom is dat? Dat is toch eigenlijk raar?

Misschien ben ik de enige die dat raar vind, dat kan. Als ik het hierover heb met vrienden, of m’n hulpverleners, dan krijg ik vaak de vraag ‘is dat ook écht zo, of is dat hoe jij het ervaart?’. Een vraag waaruit eigenlijk al blijkt wat men denkt: ik haal het in mijn hoofd. Maar dat IS niet zo! 

De wereld hééft ongeschreven wetten over wat mannen en vrouwen wel of niet mogen of hoe ze zich dienen te gedragen. Misschien ga je dat pas ervaren, als je je, zoals ik, aan de andere kant gaat bevinden en je aan de andere kant van die regeltjes je weg moet gaan zoeken en afgerekend wordt op de foutjes die je in die zoektocht maakt. Ik weet het niet. Ik weet wel dat dit niet het enige voorbeeld is dat ik kan geven, er zijn er heel veel.

Ik begrijp die ongeschreven regels niet zo goed. Dat deed ik als kind al niet en ook al niet toen ik als vrouw door het leven ging en dat doe ik nu als man nog steeds niet. Het enige dat ik weet, is dat ik op dit moment niet goed meer weet hoe ik me soms moet gedragen. En daar word ik verdrietig en onzeker van.

foto: website bol. com

* En misschien had Mama wel gelijk en was het heel onhandig/dom van mij om dit te doen, dat kan. Daar mag ze me ook best op aanspreken, maar dan wel graag op een normale manier. Dat maakt mijn (en ik denk een ieders) vermogen en wil om te luisteren een stuk groter.


14 mei 2025

Over Heksen, Detectives en het hebben van filters..... of juist het gebrek daaraan...

De afgelopen weken (en nog steeds eigenlijk) waren nogal intensief in mijn hoofd. Dat heeft voor behoorlijk wat 'narigheid' gezorgd, maar gelukkig zitten er soms ook wel grappige momentjes tussen. 

Ik ga proberen zo kort (voor mijn maatstaven) en zo simpel mogelijk de situatie te schetsen, zodat je een idee kunt krijgen van wat er hier gebeurt. 

Ik hoor stemmen, dat mag inmiddels bekend zijn en sommige van die stemmen kunnen het 'overnemen' en kunnen dan op een glijdende schaal zelfstandig functioneren (dus simpel gezegd: van samen aan het roer staan, tot ik die niks meer meekrijg en als het ware niet meer aanwezig ben). 

Sommige mensen noemen het 'delen' of 'alters', maar voor mij zijn dit stemmen, aangezien ik ze ken en met ze kan communiceren. Stemmen zijn (voor mij, niet voor iedereen) (onder)deel van mij. 

Er is echter ook al best een hele lange tijd een deel, waarmee ik dat niet kan, vandaar dat ik hiervoor ook het woord 'deel' gebruik en niet het woord stem. Ik hoor haar niet, ik zie haar niet, ik ken haar niet. Voor mij is zij dus geen stem, geen (onder)deel van mij en dus noem ik het een 'deel'.* 

Maar laten we haar voor het gemak even 'De Heks' noemen, dan heeft het beestje maar een naam, dat praat makkelijker. Ik hoor haar niet, maar mijn Jongste Stemmetje en Jongste Puber horen en zien haar wel. En dat is vrij lastig want De Heks heeft het echt op deze twee gemunt. Ze maakt hen doodsbang en er is, voor mijn gevoel, weinig wat ik kan doen tot nu toe, om hen tegen haar te beschermen, want tja, wat ik niet zie en hoor, daar kan ik ook niet tegen optreden. 

Ik sprak een tijd geleden met m'n oud behandelaar hierover omdat ik geen idee had hoe ik het aan moest pakken, maar de noodzaak om meer over De Heks te weten te komen wel steeds urgenter werd. 

Op dat moment was vooral Jongste Stemmetje het doelwit en zij is té jong en te bang om verbaal informatie te geven. Ze heeft er simpelweg de taal nog niet voor. We bedachten dat het dan op een creatieve manier moest, en aangezien knuffels nogal geliefd zijn bij haar, leek dat me een goed plan: situaties uitspelen met knuffels. 

Leuk bedacht, maar niet echt goed over nagedacht. Op het moment dat één van die geliefde knuffels dus de rol van De Heks zou krijgen, zou die knuffel niet meer 'veilig' zijn en dus leende ik van iemand een knuffel, die dan daarna gewoon weer weg zou kunnen. Maar zodra ik ook maar probeerde om met Jongste Stemmetje en de knuffels aan de gang te gaan, sloeg de angst al om in hysterisch huilen en dat kon ik zelf gewoon niet aan. Dit ging het dus niet worden. 

Inmiddels was ook Jongste Puber getuige van de aanwezigheid van De Heks en hij heeft wél de taalvaardigheden om me te helpen. En als er één ding is wat hij graag doet, dan is het mij blij maken, dus hij wilde maar wat graag helpen. 

Ik printte een foto uit van een heks, hing die in de kamer op, met daarnaast een aantal vragen waar ik graag een antwoord op zou willen (wie ben je, wat wil je, waarom ben je er enz). Het idee was, dat ze wellicht zelf zou gaan communiceren via papier met mij (waar ik best een hard hoofd in had, want dan had ze dat al veel eerder kunnen doen). Maar tegelijkertijd gaf ik Jongste Puber de rol van detective: aan hem de taak om zoveel mogelijk informatie te verzamelen. Als dat zou lukken, prachtig, zo niet: geen probleem, goed je best gedaan. Maar dat liep dus uit de hand. 

Ineens waren alle pijlen van De Heks op Jongste Puber gericht. En waar eerst het gedrag, de daden en woorden van Oudste Puber het onderwerp van gesprek/dreigement waren, werd dat nu dus het hele 'zijn' van Jongste Puber. 

Ze terroriseerde hem compleet en ik had dat niet door, want hé ik hoor haar niet en Jongste Puber nam zijn taak héél serieus en durfde niks tegen mij te zeggen omdat hij mijn vragen (nog) niet kon beantwoorden. 

Heel lang verhaal een beetje korter: Jongste Puber draaide door, nam het over en ik miste een aantal complete dagen uit m'n geheugen. Uiteindelijk werd hij zó moe en over z'n toeren dat hij een deel van wat er gezegd werd over Woonbegeleider uitstortte. 

Toen ik weer 'terug' was en een beetje te horen kreeg wat er gezegd en gebeurd was, voelde ik me nogal schuldig: ik heb Jongste Puber dit aangedaan, want ik heb hem die opdracht gegeven. En dus besloot ik dat het genoeg geweest was, hij had het super goed gedaan, maar hij hoefde geen detective meer te zijn. Hij mocht uitrusten. 

Ondertussen bedacht ik dat als ik De Heks zelf een beetje zou uitdagen, dat ze zich dan misschien wél tegen mij zou keren. En dus zei ik tegen Woonbegeleider: "De Heks is gewoon een laffe pussy. Tegen kleine kinderen durft ze wel, maar als ze echt ballen had, dan zou ze het wel gewoon opnemen tegen mij, maar zo laf als ze is, dat durft ze dus niet... Dus eigenlijk is ze niks meer dan een zielig hoopje sh**."

Woonbegeleider (WB), die jong en spontaan is en niet altijd beschikt over een childproof filter, riep enthousiast: "Ja, De Heks is gewoon een stoephoer."
En ik moest er om lachen, wetend dat die uitspraak niet helemaal handig was.... 

En ja hoor, die nacht vond er een gesprek plaats tussen één van de volwassen stemmen (PB) en Jongste Stemmetje (JS): 

JS: wat is stoepoer?  
PB: zeg dat maar gewoon niet. 
JS: maar WB zegde het ook dus JS wil dat ook zeggen. Wat is stoepoer? 
PB: dat is een stout woord voor als iemand niet zo lief is of doet. 
JS: dus Mick vindt **** (iemand met wie Mick een aanvaring had eerder die dag) een stoepoer? 
PB: (probeert zijn lach in te houden) Mick vindt die inderdaad nu even niet zo aardig. Zullen we dat zo zeggen, want stoute woorden mag niet hè? 
JS: nee mag niet 
-----stilte----- 
JS: waarom doet WB wel stoute stoepoer zeggen? 
PB: (moet lachen) omdat WB pas over een (paar) jaar ongeveer gaat ontdekken dat kindjes als jij net een kopieerapparaat zijn en hij dan pas een filter ontwikkelt 
JS: (begrijpt hier ongetwijfeld niks van maar denkt blijkbaar na)..... waarom? 
PB: WB was even heel stout, maar ik denk dat hij van z'n vriendin straks z'n zakgeld in moet leveren als ze dat hoort. 
JS: oh... dan kan WB niet stickers kopen (haar favoriete aankoop op het moment).
PB: nee dat denk ik ook niet. En jij ook niet meer doen want dat is ook stout (ze heeft een 'sticker koop verbod' en nee dat is echt niet zielig!). 
JS: (diepe zucht) is mijn geld mag ik zelf weten zegt Jongste Puber. 
PB: en Mick zegt nee en Mick is de baas, dus stickers kopen is stout. 
JS: (Nóg diepere zucht). Mick is soms een stoepoer. 

Nou, dan weten jullie dat ook weer! 

foto: De Heks (eigen fabricaat)


* ik sluit niet uit dat dit ooit zal gaan veranderen, ik haar wel degelijk ga horen en zien en leer kennen, en haar dan als stem zal gaan benoemen, maar zo ver zijn we voorlopig nog (lang) niet.