30 december 2019

Tygo in de psychiatrie...

Vandaag kwam ik er eindelijk aan toe om de (al veel besproken) serie ‘Tygo in de psychiatrie’ te bekijken. Iets met vermijding, uitstelgedrag of welk label je er ook op wil plakken.
Maar de werkelijke reden dat ik zo lang gewacht heb, was, dat ik dan alle afleveringen achter elkaar kon kijken, want hé, ken u zelf: ik hou niet zo van wachten.

Maar goed, vier afleveringen dus. Vier afleveringen die ik met een dubbel gevoel bekeek.

Vanaf aflevering één kwam er een gevoel van herkenning bovendrijven, dat me redelijk verdrietig maakte. En ik weet niet precies waarom. Want mijn verhaal lijkt in bijna geen enkel opzicht op de verhalen van de mensen die geportretteerd werden in deze afleveringen. De enige overeenkomst is misschien wel dat ook ik in mijn leven al verschillende etiketten heb mogen ontvangen.

Eigenlijk weet ik niet eens of ik ze allemaal ‘officieel’ gekregen heb, of dat ze slechts benoemd zijn, zonder ze officieel op te schrijven. Maar eerlijk is eerlijk, heb ik, behalve de meest recente (en misschien juist wel de oudste) diagnose (genderdysforie) nog nooit officieel gehoord welke diagnose de psychiatrie op me geplakt heeft.

Hoewel ik in mijn opleiding (simpel gezegd: psychologie) leerde dat het protocol is dat je een patiënt vertelt wat zijn diagnose is, welke klachten daarbij horen, wat de behandeling en de prognose is, liep dat in de praktijk bij mij toch echt wel een beetje anders.

Ik kwam mijn diagnose namelijk te weten, doordat ik een ‘informed consent’ formulier moest ondertekenen voor deelname aan een onderzoek naar de behandeling van een borderline stoornis.... Aha, dat had ik dus.... fijn dat iemand me dat ook even vertelt en me ook uitlegt wat dat inhoudt.... (want geloof me, van de verhalen uit boeken, internet en collega hulpverleners, zijn dit verschrikkelijke mensen en daar werd ik persoonlijk niet heel gelukkig van).

Onofficieel heb ik heel wat etiketten voorbij zien en horen komen en bij elke nieuwe hulpverlener of begeleider, werd er wel weer wat anders gedacht en benoemd. En hoewel een etiket ooit heel belangrijk voor me was (ik stelde me niet aan, er was écht wat met me aan de hand), was ik inmiddels tot de conclusie gekomen dat een diagnose een momentopname was, afhankelijk van wat de persoon tegenover je dacht te zien/horen.

Dat werd me nog eens duidelijker toen ik tijdens mijn opleiding voor een blok over persoonlijkheidsstoornissen de diagnostiek hiervoor op een nep-patiënt mocht oefenen. Dit gebeurde in groepjes van vijf personen, die allemaal (samen en tegelijkertijd) dezelfde persoon voor hun neus hadden, allemaal dezelfde antwoorden hoorden. Toch kwam er aan het eind van de ellenlange vragenlijst geen eenduidige conclusie uit. Het was heel normaal dat er ook gewoon vijf (of meer) verschillende diagnoses uitrolden.... dus tja, daar spatte mijn geloof in etiketjes keihard uit elkaar, ik kon het niet meer serieus nemen.

Wat me ook uit eigen ervaring duidelijk werd, was dat je huidige etiket dan misschien wel kan veranderen, maar dat er een aantal etiketten zijn, die een soort van onverwijderbare lijm schijnen te hebben. Zelfs al kunnen de hulpverleners in je huidige leef en behandelomgeving zich absoluut niet vinden in dat etiket of jou er niet in herkennen, tóch blijft dat etiket staan, of het nou klopt of niet. Dat zou in mijn ogen mede ook een reden kunnen zijn voor het antwoord op de vraag die Tygo zich stelde: hoe kun je zoveel etiketten verzamelen?

Ik zou (en wil) zoveel over deze afleveringen willen zeggen, vooral ook over het laatste deel waarin de 21 jarige (en super intelligente) Jason naar een instelling belt om hulp te krijgen voor zijn Post traumatische Stress klachten, die volgens hem (heel herkenbaar en in mijn ogen volkomen terecht) het 'uitgangspunt' is voor alle (of toch zeker heel veel) van zijn andere klachten. Hij krijgt (o.a.) te horen dat hij 'stabiel' moet zijn om voor die behandeling in aanmerking te komen.

Ergens snap ik de opmerking in zekere zin wel, al denk ik dat het woord 'stabiel' een verkeerde keuze is. Ik gok dat het meer gaat over een (enigszins) balans hebben in draagkracht versus draaglast, maar toch vielen mijn spreekwoordelijke schoenen uit bij het horen van de woorden van die instellingsmevrouw en moest ik heel hard huilen..... (en petje af voor jou Jason, dat je zo ontzettend rustig kan blijven aan de telefoon!)

Want wat the fuck??? Wanneer vragen mensen om hulp? Volgens mij op het moment dat ze ergens (erg veel) last van hebben, het hun leven op de een of andere manier ontwricht en ze 'niet stabiel' zijn. Als je wel stabiel bent, nergens of weinig last ondervindt en dus kunt functioneren, dan hoef je toch geen hulp te zoeken, want dan heb je je weg toch grotendeels al gevonden??? (en ja er is altijd ruimte voor verbetering,)  Ben ik nou gek? (en dat is uiteraard een retorische vraag, na ruim 25 jaar behandeling/vertoeven in de psychiatrie)...

Dat antwoord is toch een beetje hetzelfde als wanneer je tijdens het voetballen in botsing komt met een tegenstander en die je onderbeen tot een hoopje gecompliceerde botbreuk schopt waar het bot uit je vel steekt, je naar de ehbo gaat en men daar zegt: Sorry, maar om dit te kunnen behandelen, moet u eerst zorgen dat uw bot weer heel is.... ?????

Ik zal wel raar in elkaar zitten. Maar dat bewezen al die etiketten al, dus dat is ook geen nieuws...

Ik begon met te vertellen dat ik met een dubbel gevoel gekeken had.
Ik vond het een goede documentaire, laat ik dat voorop stellen en ik ben blij dat Tygo (en zijn team en alle dappere mensen die zich met hun ervaringen in beeld hebben durven en laten brengen) dit moeilijke en ik mag bijna wel zeggen taboe onderwerp heeft durven aansnijden en in kaart heeft durven brengen.

Waar mijn dubbele gevoel om de hoek komt kijken is het volgende. Ik heb best wat jaren gewerkt als ervaringsdeskundige, waarbij ik mijn ervaringen en twijfels over deze zelfde ggz hardop uitsprak aan hulpverleners (al dan niet in opleiding). Dit doe ik overigens soms nog steeds. En ik weet dat veel van mijn collega ervaringsdeskundigen dit ook doen en deden. 

Ik weet dat mijn uitspraken en voorbeelden niet zo veel verschilden (en nog) van de dingen die Tygo in zijn documentaire concludeerde. Alleen.... Van mij als ervaringsdeskundige werd het gezien als 'negatief', als 'over-kritisch', als 'pessimistisch' en zo nog wat van die termen.

En ik weet dat ik niet de enige ervaringsdeskundige ben die dit soort opmerkingen naar hun kop geslingerd kreeg (al stonden ze bij mij meestal achteraf op een papieren evaluatie geschreven, want het in iemands gezicht zeggen, is ook nog een dingetje)

Dus hoewel ik het een goede docu vond, vind ik het ergens ook wel heel erg jammer dat er een bekende Nederlander voor nodig is om datgene wat wij (ervaringsdeskundigen) al jaren duidelijk proberen te maken, nu eindelijk eens 'geloofwaardigheid' en 'waarheid' te geven.

Nou ja, het zal wel aan het verschil in etiketje liggen.....
(BN'er <---> ervaringsdeskundige)

foto: van internet geplukt




24 december 2019

"Want met Kerst mag niemand alleen zijn..."

Of ik het nu leuk vind of niet (en het antwoord is niet).... ineens is het weer zover: Kerstmis staat weer voor de deur.

Ieder jaar overvalt het me weer opnieuw en dat is op zich best raar, want ik loop al bijna 44 jaar op deze planeet rond en zou dan dus inmiddels kunnen/moeten weten dat het een terugkerend fenomeen is. En in mijn hoofd wéét ik dat natuurlijk ook heel goed, maar in de praktijk probeer ik het ieder jaar opnieuw te ontkennen. En dat helpt geen zier, want het gebeurt ieder jaar gewoon toch weer opnieuw: het wordt gewoon weer 25 december... Ontkennen is volstrekt zinloos dus.

Ik ben geen fan van Kerstmis.
Het is niet zozeer dat ik er iets op tegen heb, anderen moeten dat vooral lekker vieren, maar ik heb en kan er niks mee.

Een boom in huis zetten vind ik persoonlijk onzin en een hoop gedoe voor slechts twee dagen. Ik vind het er niet gezelliger op worden. Dennennaalden in m’n blote voeten of sokken, daar gruwel ik van en doen me heel hard vloeken. Kunstbomen vind ik helemaal debiel... En kerstverlichting hangt hier het hele jaar door al in huis.

Ik weet het, ik lijk de Grinch wel.

Heel veel jaren was ik met Kerst te vinden op de crisis afdeling van het plaatselijke psychiatrische ziekenhuis. Als de naderende Kerst niet daadwerkelijk voor een crisis zorgde, dan zorgde ik daar zelf wel voor en jarenlang voelde ik me tijdens deze tijd veilig en ellendig op een plek waar je je tenminste ongegeneerd ellendig MAG voelen. (En ja, ik voelde me er ook veilig, maar dat is een ander verhaal.)

Maar ja, dat was natuurlijk ook niet de oplossing en met die geweldige beslissing om bedden af te bouwen, kwam ik de kliniek ook niet meer in en dus moest ik noodgedwongen op zoek naar een andere oplossing.

En dus besloot ik om Kerst voortaan te zien als twee gewone zondagen achter elkaar waarop de winkels niet open waren. (U ziet.... dat besluit stamt al van enige tijd geleden, want tegenwoordig zijn de winkels ook op eerste kerstdag open....)
Deze gedachte hielp me gek genoeg een tijdje om deze tijd beter door te komen. Ik bedacht van te voren wat voor 'normaals' ik die twee dagen wilde eten (plannen is en was nooit mijn sterkste kant namelijk) en ik kocht een tv gids. En daarmee was mijn voorbereiding voor de Kerst bijna klaar.

Ik streepte elke zielige Kerstfilm aan in de tv gids. Maakte een heel schema van wat, wanneer en hoe laat op welke zender kwam en ik overlaadde mezelf met kerstfilms waarbij ik de ogen uit mijn kop mocht janken. En hoe vreemd dat waarschijnlijk ook klinkt: dat voelde heerlijk.

Maar na een aantal jaar kreeg ik het toch weer steeds moeilijker met Kerst.

Nog steeds probeer ik het leven zo 'normaal' mogelijk te laten zijn met die dagen, maar het lijkt wel of 'de omgeving' dat steeds moeilijker voor me maakt.
Van al die Kerst reclames op tv, met van die happy families die met z'n allen vredig, lachend en met vriendelijke blikken aan prachtige kerstdiners zitten, word ik nog steeds acuut depressief.

En natuurlijk weet ik heus wel, dat het maar reclame is en dat niet iedere familie zo happy en gezellig is. En dat er met Kerst misschien zelfs wel de meeste ruzies binnen families ontstaan.
Maar hoewel ik dat best wel weet doet het toch gewoon heel erg pijn.

Pijn, denk ik, omdat dit de momenten zijn waarop ik me realiseer wat ik mis. Naast alles wat ik allemaal wél heb (want ik ben een bevoorrecht mens en dat meen ik ook echt) is er één ding wat ik absoluut niet heb: een liefdevolle familie om me heen. En misschien zelfs wel geen thuis.
En hoewel ik dat op al die andere dagen ook wel merk, weet en voel, word ik met Kerst (door dit soort reclames) nog eens extra met mijn neus op de feiten gedrukt dat ik er erg alleen voor sta en me eigenlijk fucking eenzaam voel (wat iets anders is als alleen zijn).

Op momenten dat ik dit gevoel bespreekbaar probeer te maken, en er door anderen weer aan herinnerd word dat die reclames nep zijn en dat elk huisje zijn kruisje heeft, voel ik me stiekem nog veel eenzamer. Want tja dat weten verandert niks aan mijn gevoel. En ik word er ook een beetje boos van.

Als iedereen weet dat die reclames geen afspiegeling van de werkelijkheid zijn, en dat er heel veel eenzame mensen zijn (en niet alleen ouderen!), waarom blijven we dat beeld dan toch consequent voorschotelen? Ik snap dat echt niet!!!

Tegelijkertijd wordt er geroepen dat we als maatschappij aandacht moeten hebben voor de mensen die het 'minder goed hebben dan wij', de armen en de eenzamen bijvoorbeeld. Hoe rijmt zich dat met elkaar? In mijn hoofd in ieder geval niet!

Ik kan niet voor anderen spreken, maar ik merk dat die reclames me nog veel eenzamer doen voelen dan ik me (het hele jaar door) al voel. Ik voel me een soort van buiten gesloten: iets 'gewoons' wat voor mij niet bereikbaar is of zo en dat wordt er keer op keer maar ingewreven.

Ik kan er niet precies de woorden voor vinden, maar één ding weet ik zeker....
Als ik Robert ten Brink nog één keer op tv hoor zeggen "want met Kerst mag niemand alleen zijn..." dan smijt ik eigenhandig mijn tv het raam uit!

Dat gezegd  hebbende wens ik een ieder die dat wil fijne feestdagen en voor anderen die net als ik worstelen met deze tijd van het jaar: Sterkte!

foto: gevonden op internet.



18 december 2019

Rust in de tent....

Afgelopen weekend was ik een weekendje weg.
Ik had me wederom ingeschreven voor de Scheveningen Light Walk. Een wandeling door nachtelijk, of toch in ieder geval donker, Scheveningen, waarbij je langs allerlei licht en vuur acts wandelt.

Vorig jaar had ik me hier ook al voor ingeschreven, maar toen werd er last minute besloten dat het niet door kon gaan vanwege de heftige storm die er rondwaarde. Hierdoor zouden sommige acts een gevaar op kunnen leveren en dus werd de (op dat moment terechte) beslissing genomen. It's better to be safe than to be sorry.

Wat wel een beetje jammer was, was dat tegen de tijd dat de eerste startgroepen zouden vertrekken, de windkracht enorm was afgenomen en het gevaar geweken was, maar ja, ook de organisatie van een event heeft (net als de weer mannen en vrouwen) geen glazen bol. Niks zo veranderlijk als het weer, zo blijkt maar.

Maar goed, uiteraard was ik best een beetje teleurgesteld toen, vooral ook (Hollander als ik ben) omdat de deelnemers geen geld terug of andere compensatie kregen, maar de mail, later in het jaar, dat we met korting konden inschrijven voor de nieuwe editie van 2019, maakte veel goed. En dus schreef ik me opnieuw in!

Omdat Scheveningen voor mij niet bepaald naast de deur ligt, besluit ik er altijd een weekendje van te maken. Er gaat niks boven een weekendje aan zee, aangezien ik in ons ienieminie kikkerlandje zo ver van de zee vandaan woon, als maar mogelijk is.

Al jaren boek ik iedere keer hetzelfde 'hotel'. Ik zet het woord tussen aanhalingstekens, omdat het die naam eigenlijk niet echt waard is. Ok, vooruit het zijn geen slaapzalen, maar één of twee persoonskamertjes (van hooguit 12m2), veelal met gedeelde douche en toilet.

De kamer bevat vrij weinig: een bed, een wasbak, een plank die je bureau kunt noemen (20 cm breed) en een kast van dezelfde breedte. Verder hangt er een mini tv op een onmogelijke plek en staat er een stoel die je (door gebrek aan ruimte) amper kunt verschuiven....

Maar ach, het bed ligt zalig, de ligging is geweldig, het internet doet het goed, het ontbijt is heerlijk en de prijs is laag. Reden voor mij om er keer op keer dus weer terug te komen.

Het personeel kent me inmiddels al en weet dat ik de voorkeur heb voor een kamer bovenin aan de achterzijde en ook dat gegeven vind ik wel wat hebben.

Toen ik de trein uitstapte, kwam ik tot de ontdekking dat het hier een stuk kouder was dan thuis en daar had ik uiteraard niet helemaal op gerekend, dus met mijn wind en waterdichte zomerjack was het behoorlijk fris. Hoe dichter ik bij zee kwam, hoe meer het me opviel dat het wederom flink waaide.
En eenmaal op de boulevard, bedacht ik me, dat het helemaal niet onder deed voor de storm van het jaar ervoor. En dus hield ik mijn hart vast. Het zou toch niet weer afgelast worden???

De regen en de wind zorgden ervoor dat het enorm koud was, en dus dook ik al vroeg in de middag mijn hotel kamertje in, om me binnen te vermaken.

En wat me in de loop van deze dagen opviel was, hoezeer ik tot rust kwam in dit hokje.
Thuis heb ik enorm veel afleiding en enorm veel prikkels. Ik kan me van het een in het ander storten en ik ben altijd aan het multitasken, omdat ik zoveel tegelijk wil en kan doen. En eigenlijk word ik daar juist best heel erg moe van.

Hier in mijn hokje, heb ik al die dingen niet. Ik had een boek, een klein borduurwerkje, de tv en mijn ipad met internet. En dan merk ik dat ik dingen doe, kan doen, waar ik thuis nooit de rust voor neem.
Zo heb ik een heel boek gelezen in een weekend, terwijl ik thuis voor het slapen gaan hooguit een paar bladzijdes voor elkaar krijg (ongeacht hoe leuk of spannend het boek is). Ik heb een borduurwerkje, waar ik al meer dan een jaar mee bezig ben, eindelijk een stuk verder af kunnen krijgen, omdat ik me alléén daarmee bezig hield.

En hoewel er thuis altijd een soort van figuurlijk innerlijk stemmetje heb dat zegt dat ik te weinig doe en meer tegelijk moet doen, heb ik dat hier dus helemaal niet en kom ik heerlijk tot rust....

Dus tja, voor mijn geest geldt dus blijkbaar: hoe saaier,  hoe beter.


ps: de Lightwalk ging door en het was koud, winderig, maar wel gezellig en mooi! Volgend jaar weer!

30 november 2019

dom, dommer, heel erg domst...

Al heel wat jaren hak ik met het bijltje dat 'stemmen horen' heet. De ene keer hakt het wat makkelijker dan de andere keer, maar ach, elke bijl is wel eens bot en kan dan wel een slijpbeurt gebruiken, zullen we maar zeggen.

Na al die jaren zou je dus wel kunnen denken dat ik wel weet wat ik wel en niet moet doen om drama te voorkomen, maar helaas....
Niks is minder waar.

Ook na al die jaren kunnen ze me nog steeds verrassen met de dingen waar ze zomaar ineens op 'los kunnen gaan'. En dan heb ik het vooral over de kind en puber stemmen, want de volwassenen zijn (gelukkig) niet zo makkelijk op de kast te krijgen.
En soms zijn die 'op de kast' momenten eigenlijk ook heel erg voorspelbaar....

Vandaag brak er bij het avond eten weer eens drama uit. En geloof me als ik zeg dat drama een enorm understatement is...

Eerlijk is eerlijk, ik weet ook niet helemaal in welke 5 seconden van ontoerekeningsvatbaarheid ik kon bedenken dat dit een goed idee was, maar ach... het was weer eens wat anders...
En ja, ik heb er enorm veel spijt van...

Ik had me voorgenomen om vanavond gehaktballetjes te maken bij mijn diner. Alleen vond ik balletjes een beetje saai en ik dacht dat het een leuk idee was, om het gehakt gewoon in bakvormpjes te proppen en zo 'figuur gehaktballetjes' te maken.

En dus greep ik in mijn bakvormpjes kist, propte een paar vormpjes vol met gehakt en stopte ze in de oven.

Toen de 'pling' van de oven aangaf dat het klaar was en ik de bakplaat naar me toe trok, begon het drama.

In plaats van een blije Lesley, had ik ineens een volledig hysterisch krijsende Lesley in mijn hoofd.
En nog steeds was ik me van geen kwaad bewust.

Ik haalde de figuur gehaktballetjes uit hun vormpjes en zo lag er een prachtig (nou ja....in theorie dan) gehaktbeertje voor mijn neus... Moord en brand! Hysterie ten top en ik die nog steeds niet door had wat er nou mis was.

En ik geef toe, ik ben een beetje dom en langzaam van begrip soms... Want hoe had ik het ooit in mijn hoofd gehaald om een vleesbeer in de oven te bakken met als doel om hem ook nog op te eten... Weet ik wel hoe ZIELUG dat is???

Persoonlijk vind ik het niet eens op een beertje lijken, en ik snap ook niet dat er qua eetgeboden een verschil is tussen een cake beer en een vleesbeer, maar volgens Lesley is dat er wel degelijk...

What was I thinking....
Tranen met tuiten, sorry helpt niet, en ze weigert om de arme beer op te eten.
Gelukkig zijn er dan ook nog twee pubers die haar troosten en zeggen: "Geeft niks hoor Lesley, wij eten hem wel lekker op!"

En aan het krijsvolume te horen: ook dat was niet echt helpend.....
(ze vonden hem wel lekker, dat dan weer wel....)

Weer een lesje geleerd....

foto: eigen brouwsel... in vele opzichten.


25 november 2019

Intern Sinterklaas drama...

Al een tijdje is het qua stemmen, een zootje in mijn hoofd.

Op zich is dat heel makkelijk te verklaren, want het is uiteraard Sinterklaastijd en met één gelovige en twee niet gelovige kinderen in mijn hoofd wil dat nog wel eens tot onderlinge spanningen leiden. 

Het hele jaar, maar zeker de maanden voorafgaand aan december, hebben we hier in huis en hoofd een soort van Voldemort afspraak. Wij noemen zijn naam niet, omdat we allemaal weten dat dit tot heel veel spanning bij Lesley leidt en spanning betekent eindeloze ‘waarom’ vragen en heel veel niet te stoppen gehuil.

Deze afspraak geldt tot het moment dat Sinterklaas voet op Nederlandse bodem zet, vanaf dan krijgt Voldemort zijn naam terug.

Dit jaar versprak Rik zich een beetje eerder en begon het Sinterklaas drama al erg vroeg. En als iemand last heeft van dit drama, dan is het Rik zelf wel. Kan hij het in het dagelijkse leven al niet zo goed vinden met dit meisje-meisje waar hij niks van snapt en niet vanaf komt, als Lesley dan ook nog eens hysterisch gaat huilen, dan is zijn (toch al erg) korte lontje gauw ontstoken.

De afgelopen week hebben die twee dan ook onophoudelijk ruzie met elkaar. Zij kunnen niet van elkaar weg, en ik niet van hen. En dat is lastig en vooral heel vermoeiend.

Vandaag was Rik er helemaal klaar mee en hij besloot korte metten te maken met het fenomeen Sinterklaas. En dus schreeuwde hij Lesley toe dat ‘Sinterklaas niet eens bestond en dat ze dus op kon houden met janken.’

En dat deed ze dan ook..... er volgden nog een paar snufjes en snikjes, maar toen was het stil... En eerlijk is eerlijk, ik hield mijn adem in.

Maar de stilte duurde niet heel lang. Er volgde een hoop gehuil en gekrijs. Een stommerd hier, een gemenerd daar en toen de geniale opmerking: jij bestaat zelf ook niet!

Het Sinterklaas drama gaat dus gewoon verder, geen kinderzieltje gecrusht, en Rik (geschrokken?) die weer een beetje inbindt.

En Lesley..... ik kan je (vanwege mijn gebrek aan geduld) soms wel achter het behang plakken.... maar met dit soort uitspraken wil ik je wel inlijsten!


15 november 2019

Een zee van herkenning....

Heel lang heb ik niet kunnen lezen. Gewoon omdat ik er de rust en de concentratie niet voor had. De stemmen in mijn hoofd zijn dan niet altijd vijandig meer, maar door het voortdurende geklets is het soms best wel lastig om me te concentreren. Tel daar ook nog de stormvloed aan eigen gedachten bij op, die overal doorheen komen en je komt er al snel achter dat concentratie misschien niet mijn sterkste punt is.

Toch was lezen altijd al iets dat ik graag deed. Ik kon me als als jong kind al verliezen in de werelden die boeken te bieden hadden. Dus het feit dat ik het niet meer voor elkaar kreeg, was voor mijn gevoel best wel een groot verlies en een nog grotere frustratie.

Ik ontdekte luisterboeken en dat was serieus DE uitkomst voor me. Niet alleen kon ik zo tóch boeken lezen, ik kon ook nog eens iets anders tijdens het lezen doen! I-DE-AAL.
En zo luisterde ik heel veel boeken, terwijl ik het huishouden deed, borduurde, puzzelde enz.

Inmiddels lukt 'gewoon' lezen me af en toe ook weer, dus tegenwoordig is het een afwisseling van luisteren en lezen.

Afgelopen week viel mijn oog op het (luister) boek: Sorted van Jackson Bird.
En wow... wat was ik hier blij mee.

Geen zorgen, ik zal jullie een book review besparen, maar ik wil heel graag vertellen wat dit boek met me deed. Want het raakte me, en niet zo'n beetje ook...

Het boek is het verhaal van Jackson, die bij zijn geboorte tot 'vrouw' gebombardeerd werd.
Hij voelt zich echter geen meisje, maar meer een jongen.

Je raadt het al, Jackson is transgender, maar voor hij dit zelf doorheeft en kan accepteren gaat er een hele zoektocht aan vooraf. En tja.... dat is dus wat mij zo ontzettend raakt in dit boek.

Voor een groot deel, zou ik het zelf geschreven kunnen hebben. Het is voor mij een zee van herkenning en dat vind ik soms heel grappig, maar soms moet ik er ook van huilen.
Weten dat je niet de enige bent, dat je geen 'freak' bent en dat er meerdere mensen zijn zoals jij, is prettig en misschien zelfs wel noodzakelijk om te overleven. Al klinkt dat wellicht een beetje overdreven.

Toen ik eindelijk een woord voor mijn gevoelens had gevonden (transgender), trok ik de stoute schoenen aan en ging naar een 'lotgenotengroep'. Aangezien ik niet zo'n sociaal dier ben, vond ik dat doodeng. Maar hé, ik kende niemand in mijn omgeving die écht begreep wat ik voelde, dus moest ik misschien die grote, enge stap toch maar zetten.

En zo nam ik op een dag de trein naar Amsterdam, op naar een groep mensen die ik niet kende.
Dood eng vond ik het. Zou ik er wel tussen passen? Zouden ze me niet raar vinden? Zouden mijn gevoelens niet gek zijn?

De eerste poging om daar te komen, mislukte. Iemand had niet zijn dag en besloot er een einde aan te maken, waardoor ik nooit verder kwam dan Eindhoven. Maar mijn volgende poging, was succesvol en ik kwam wel aan waar ik 'moest' zijn.

En al mijn zorgen verdwenen als sneeuw voor de zon. Op het moment dat ik de ruimte binnen stapte en om me heen keek, wist ik dat ik op mijn plek zat. Hier hoorde ik thuis en het voelde goed.
Mensen spraken zinnen uit die ik zelf gezegd zou kunnen hebben en ze maakten zinnen af met woorden die uit mijn eigen hoofd leken te komen.
Het was een verademing en voelde als thuiskomen.

Toch ben ik niet vaak naar die groep gegaan. De wereldreis om er te komen kostte me veel energie en ik kreeg een ander 'probleem'.

Tot die tijd had ik mezelf altijd gezien als 'hetero'. Als er één zekerheid was in het leven, dan was het wel dat ik op mannen viel. Tot ik dus in die groep terecht kwam en ik dus op slag verliefd werd op een andere deelnemer daar. En deze persoon, kampte met hetzelfde 'probleem' als ik, namelijk, niet weten wat je bent, man of vrouw.

Deze persoon was, net als ik, geboren als vrouw, maar voelde en presenteerde zich als man. En ik viel als een blok voor hem, op het bakvis niveau af. Ik kon niet slapen, niet eten,.... dat had ik nog nooit gehad.

Blijkbaar viel ik dus niet zo zeer op 'mannen', maar op mensen die ik als 'man' waarnam...
Maar, los van het feit dat ik niks met die verliefdheid deed, gooide dit ook een zekerheid omver:
was ik wel hetero?

Want als ik mezelf man voel en ik val op mannen, ben ik dan hetero of homo?

En het maakt geen donder uit hè, laat ik dat even duidelijk maken, maar het zette me wel opnieuw weer aan het denken.

En ook de schrijver van dit boek worstelde met 'dit probleem'.
Nog nooit heb ik dit 'dilemma', deze worsteling zo open en hardop aan iemand verteld. Omdat ik me er ook wel een beetje voor schaam en daar stond het gewoon, zwart op wit, uit de pen van een ander....

Zoals ik al zei: het boek was een zee van herkenning, een gevoel van thuiskomen. En ik vind het zo duidelijk beschreven, dat ik zou willen dat de hele wereld het zou lezen en het dan eindelijk zou begrijpen....

Maar ik weet dat het zo niet werkt.
Sommige dingen kún je niet begrijpen, als het je niet persoonlijk (of van heel nabij) raakt.
En dat is niet erg, als je maar respectvol en open bent/blijft.

Ik zwem nog even verder in mijn zee van herkenning...

foto: 'Sorted' by Jackson Bird

7 november 2019

Goed bedoeld.... pakt niet altijd best uit...

De afgelopen week gaan er hier een aantal dingen 'mis'.
Het zijn niet echt mega grote dingen hoor, gewoon wat kleine dingetjes met grote gevolgen.
En het heeft alles te maken met de stemmen in mijn hoofd.

Meestal schrijf en vertel ik alleen over de leuke en grappige dingen die er gebeuren, maar soms is het ook gewoon even helemaal niet grappig of leuk, maar gewoon ronduit kut en heftig.
Zo ook nu.

Het gedoe begon eigenlijk al een tijdje geleden. Het Sinterklaas snoep lag al erg vroeg in de winkels dit jaar en dan wordt Lesley, die 6 is (maar emotioneel veel jonger) een beetje gespannen. Want pepernoten betekent Sinterklaas en Sinterklaas is eng en spannend.

Uiteraard hakken we al heel veel jaren met dit bijltje en kunnen we deze hobbel met heel veel verhalen nog wel in toom houden, maar vanaf dat moment wordt Sinterklaas een soort van Voldemort in mijn hoofd en huis, en noemen we hem ook wel: 'Hij die niet genoemd mag worden' of 'de vijf december man'.

Iedereen in mijn hoofd weet dat hij zich daar (voor ieders bestwil) aan moet houden. Doen we dat niet, dan wordt de spanning bij Lesley zó hoog, dat we er vervolgens allemaal last van krijgen. Hysterische huilbuien, iedere vijf minuten vragen wanneer en/of Sinterklaas langs gaat komen enz.
En dat is één dag al heel vervelend, maar anderhalve maand lang, is dat niet vol te houden. Zo ver strekt de dosis geduld die ik (en dus mijn stemmen ook) heb meegekregen niet.

Vorige week, ging ik voor het eerst in tijden weer eens naar de bioscoop. Ik had niet van tevoren met iedereen overlegd welke film het ging worden, dus toen we voor het filmbord stonden, maakte Rik een hele domme fout. Hij zei namelijk: "we gaan niet naar één van die domme Sinterklaasfilms he? Dat is voor baby's!"

En tja, net als je wilt dat Lesley eens een keertje niet luistert, doet ze dat dus wel. En ze had héél erg goed geluisterd, want Rik zei niet 'film', maar 'filmS', dus er waren er meer! En acuut begon het gezeur. Uiteraard wilde Lesley naar die films, en het huilen begon. Ik vertelde dat de filmposters er wel al hingen, maar dat de films pas zouden draaien als Sinterklaas in het land was, maar dat dat nog héél lang duurde. Dat hij nog niet eens onderweg was! En twee seconden lang dacht ik dat het gevaar geweken was...
Maar ja.... de mevrouw voor ons bestelde doodleuk twee kaartjes voor een van die nog niet draaiende films en Lesley is misschien wel jong, maar niet dom. Dus het drama begon opnieuw.

De hele film lang (een andere dus) heeft ze hysterisch er doorheen zitten janken, tot grote ergernis van Rik, Roy en mijzelf. Rik is boos op Lesley, Roy is woedend op Rik, want hij heeft dit veroorzaakt en ik ben geïrriteerd door ze allemaal (heel goed wetend dat ikzelf een fout heb gemaakt: ik had van tevoren een film moeten overleggen). En dit moddert dus al een week of wat door.

Gisteren kwam onderstaand plaatje voorbij op internet en ik lag helemaal in een deuk. Ook de andere volwassenen en pubers in mijn hoofd moesten er heel hard om lachen. En Lesley, die het niet begreep en daar een beetje extra huilerig van werd, hield niet op met de vraag 'waarom moeten jullie lachen?'

Rik besloot (omdat hij het zo zielig vond dat Lesley het grapje niet snapte), heel goed bedoeld, om het grapje even aan Lesley uit te leggen.... En dát had hij dus beter niet kunnen doen, want als Lesley érgens niet mee kan dealen, dan is het wel met 'dieren die pijn hebben of zielig zijn'. En een in honderden stukjes gehakte (niet bestaande) Knorretje, viel wel in die categorie.

De hel brak los. Lesley wederom hysterisch. Rik heel erg boos op Lesley met haar gekrijs. Roy compleet over de zeik en agressief tegen Rik. Rik die zich niet begrepen en niet gehoord voelt en dus steeds door alles heen gaat schreeuwen (onder het mom van: jullie luisteren niet naar mij, nou dan luister ik ook niet meer naar jullie). De volwassenen die zich terug trekken en hun mond houden en ik??? Ik die even zó ontzettend overprikkeld raak, dat ik niet meer kan nadenken en niet meer weet wat ik moet of kan doen.

En dan val ik terug in oude strategieën waarvan ik inmiddels op zich best wel weet dat het voor geen meter werkt, namelijk met mijn hoofd tegen de muur bonken om te zorgen dat het rustig wordt (wat overigens nog nooit gewerkt heeft).

En ja, ik weet dat dat niet werkt. Maar dat weet ik alleen op de momenten dat ik nog kan denken, en dit soort situaties zorgen voor kortsluiting in mijn hoofd en dan kan ik dus niet meer denken.

Ik kreeg het niet stil en dus ging dit de hele nacht zo door. Het leek wel een soort van kinderoorlog in mijn kop. Nu is het nooit stil en ben ik op zich wel gewend om door gepraat en gemopper heen te slapen, maar vannacht was dat even geen succes. Het lukte me niet, maar ik mocht vandaag toch echt weer gewoon aan de slag met een 'dagprogramma'.

Dat dagprogramma werd geen succes. Ik ben moe, geprikkeld, verdrietig en voel me een beetje machteloos. Ik hoor de wereld om me heen letterlijk niet meer zo goed en dat frustreert me nóg meer.
Op dat moment wordt het leven even een groot gevecht met en tegen mezelf en dat valt niet mee.

En dus dook ik dan ook maar de bank op met het enige dat op zo'n moment niet helpt, maar de boel een beetje draaglijker maakt: mijn knuffel Gijs....

Dit soort dagen, waarop ik geen idee heb hoe ik de boel rustig kan krijgen of hoe ik met/in de chaos moet functioneren komen gelukkig nog maar heel zelden voor. Maar vandaag was het raak en het is nog steeds niet over.

Misschien ben ik wel gewoon verwend inmiddels. Ik kan namelijk doorgaans best goed omgaan met alles wat er in mijn hoofd gebeurt. En wie weet komen dagen zoals vandaag daarom dan wel tien keer harder binnen.

Het feit dat ik er op de meeste dagen goed mee om kan gaan, was de weg naar herstel en heeft me mijn leven terug gegeven. Maar het zijn dit soort dagen waarop ik serieus twijfel aan het nut van herstel, aangezien dit soort dagen me het gevoel geven dat ik in al die jaren nog steeds geen reet heb geleerd.

(En dat het niet zo zwart wit is als ik nu denk, weet ik best... maar hé, dat denken gaat even niet zo soepel meer)

foto: gevonden op internet



5 november 2019

Drie Duizend Meter....

Het is alweer een tijdje geleden, maar in Maart van dit jaar, besloot ik van het ene op het andere moment, vrij impulsief,  om me in te schrijven voor de 'Start to run' bij een atletiekvereniging in de omgeving.
Het idee daar was, dat je binnen een aantal weken zodanig getraind werd dat je aan het einde een loop van 3 kilometer aan een stuk zou kunnen rennen. Het klonk als een sprookje of een slechte grap.

De laatste keer dat ik gerend had, zat ik op de middelbare school en ik kan je vertellen: dat was geen succes. Ik kreeg het niet voor elkaar om tegelijkertijd te ademen en te rennen en dus viel ik steeds flauw. En als je dat maar vaak genoeg doet, hoef je dus niet meer mee te rennen...

Meedoen aan die 'Start to run' was dus een beetje een raar idee, want ik was er echt van overtuigd dat ik deze vorm van multitasken (wat me doorgaans vrij goed afgaat) nooit onder de knie zou krijgen, maar goed...

Ik begon er aan, dacht elke week bij elke minuut hardlopen dat ik dood ging, trainde braaf elke week minstens één keer thuis en één keer op de club en uiteindelijk heb ik de eindrun van 3 kilometer aan één stuk gehaald in de fantastisch slome tijd van 24 minuten en 30 seconden. Ik kwam als laatste binnen, maar ach, iemand moet dat doen...

Die eindrun was in Mei en aangezien het groepje best gezellig was, besloot ik samen met hen door te trainen. Ook als stok achter de deur, want na al die weken kon ik nog steeds niet zeggen dat ik rennen leuk vond.

Ik train nog steeds braaf 1 tot 2 keer per week zelf en ga ook nog steeds (bijna) iedere zaterdag ochtend naar de club, om me daar eerst door een (veel te lange) warming up heen te zwoegen en daarna nog een loopgedeelte.

Een aantal weken geleden, startte een nieuwe 'Start to run' groep. En blijkbaar waren die afgelopen zaterdag klaar en hadden zij hun eindrun.
Even stonden we met ons groepje te twijfelen: rennen we mee, of toch maar niet.
En bij iedereen, zeker ook bij mij, sloeg de twijfel toe: wat als we die 3 kilometer niet meer halen??? Dat zou toch wel een afgang zijn?

Gelukkig werd de keuze voor ons gemaakt: we mochten niet mee doen....
En ik ben blij toe...

Vanochtend besloot ik om eens te kijken of die drie kilometer aan een stuk me zou lukken....
En dankzij twee passerende treinen waar ik voor moest stoppen, heb ik het met veel pijn en moeite gehaald. Maar niet van harte.

En ergens is dat best wel raar. Want ik train best regelmatig. En als de omstandigheden mee zitten (temperatuur, luchtvochtigheid) dan kom ik best een eindje. Op de lopende band, heb ik met die 3 kilometer niet echt moeite. En ook buiten niet altijd. Ik heb het zelfs al één keer gepresteerd om 4,2 kilometer aan een stuk te rennen, dus ik kán het wel.... maar waarom lukt het me dan vaker niet dan wel?

Ik gok dat ik mijn eigen ergste vijand ben.
Vanochtend vertrok ik met het idee dat ik 3 kilometer aan een stuk MOEST volhouden. En het enige waar mijn hoofd dan mee bezig is, is denken aan oh jee, ik kan niet ademen, oh jee, m'n voet doet pijn, oh jee, mijn knie doet nu ook pijn, oh jee, heb ik er nu nog geen kilometer opzitten, oh jee, wat als ik het niet haal, dan sta ik voor lul. En het enige waar ik mee bezig ben, is dat ik het niet zou kunnen. Ik heb geen enkel liedje van mijn playlist gehoord, en dat terwijl het toch bijna allemaal 'lievelings liedjes' zijn, die ik, normaal gesproken, meezing, zodat ik mijn ademhaling onder controle hou.

Het helpt ook niet dat er afgelopen week iemand bij me kwam eten, die me vertelde dat 30 minuten over 5 km écht niet snel was, dat 10 km per uur zelfs heel langzaam was. En dat zal best, maar wat doe ik dan... kruipen???
Wat moet ik met die informatie? Het motiveert me niet, sterker nog, ik word er alleen maar heel boos en verdrietig van. Ik KAN namelijk niet harder dan ik nu doe. Ja, het kan wel, maar dan ben ik na 100 meter klaar. Hoe vaker en harder mensen in mijn oor roepen dat ik harder en sneller moet, deste gedemotiveerder ik word.

Ik vind hardlopen niet echt leuk. Ik heb nog totaal geen last van die 'lopers high' die mensen beschrijven en ik gok dat ik die ook nooit ga krijgen. En dat is ook niet erg. Maar laten we er eerst eens voor zorgen dat ik in mijn slakken tempo de overtuiging krijg dat ik 3 kilometer enigszins gemakkelijk aan kan, dan kunnen we daarna misschien gaan versnellen, maar nu wil ik het vooral graag vol kunnen houden.

Vanochtend had ik een nieuwe stem in mijn hardloop app geïnstalleerd en die zei in het begin:
"you are running like a bear coming off hibernation" (je rent als een beer die uit z'n winterslaap komt).
Het was vast geen compliment, maar het maakte me wel heel erg aan het lachen, en dat maakte dat ik door kon zetten.

Een stukje verder riep hij in mijn oor: "you have the pace of a hippopotamus... don't worry... they are fast" (je hebt het tempo van een nijlpaard, geen zorgen, ze zijn snel) en wederom moest ik hardop lachen....

En tja, feit is: ik vind het niet leuk, ik ben er niet goed in, en ik ben niet snel. Maar ik doe het nog steeds, elke week, minstens twee keer en dat is ook iets waard.
En trouwens Nijlpaarden vind ik toevallig nog erg leuk ook!

foto: eigen brouwsel starring Gijs!




24 oktober 2019

Ik wil me nergens mee bemoeien, maar....

Momenteel verblijf ik in een hotel in het noorden van het land en zoals met bijna alles in mijn leven, doe ik dat in mijn eentje.

Iedere ochtend ga ik braaf naar het ontbijt en zit ik in mijn eentje een beetje te mijmeren, of met mijn telefoon te spelen, terwijl ik mijn ontbijt op mijn gemak naar binnen werk. Zo ook vanochtend.....

Aan het tafeltje tegenover me hoor ik ineens een vrouwenstem: “sorry hoor, ik wil me nergens mee bemoeien, maar ik vind het erg onsmakelijk zoals jij die bacon met je vingers zit te eten.”

Ik keek nog even voor de vorm om, om te kijken of ze het tegen een onzichtbare kleuter had, maar helaas was dat niet het geval.... en ja, ik zat inderdaad de crispy stukjes bacon met mijn vingers te nuttigen, dus ze had het inderdaad tegen mij....zucht.

Tja... en dan moet ik even alle zeilen bij zetten om mezelf te blijven, in plaats van dat ik de pubers in mijn hoofd laat overnemen en het woord laat doen.

Inmiddels zijn er meerdere hoofden meer of minder opvallend mijn richting op gedraaid en daar voel ik me erg ongemakkelijk bij, want ik ben het liefst zo onzichtbaar mogelijk. En hoewel onzichtbaar zijn makkelijker is als je gewoon je mond houdt, kon ik het blijkbaar toch (weer) niet laten.

Ik hoor mezelf zeggen. “Het spijt me dat u dat onsmakelijk vindt, ik vind ook een boel dingen onsmakelijk. Zoals u bijvoorbeeld de hele tijd opzij, mijn kant op zit te hoesten zonder uw hand voor uw mond te houden, of zoals u de hele tijd met een open mond vol spek en ei tegen uw tafelpartner zit te blaten, dat zijn dingen die IK onsmakelijk vind. Maar ik DENK dat, ben verstandig en stop na het eerste deel van uw zin.”

Het was even stil.... en ik ga verder met mijn bacon. “Wat bedoel je?” Vraagt ze dan toch nog.

 “U begon met ‘sorry, ik wil me nergens mee bemoeien’.... doe dat dan ook niet. U hoeft mij niet op te voeden, zoals u ziet is dat de eerste keer al schromelijk mislukt, dus hou gewoon uw mond en bemoei u er niet mee.”

Langzaam draaien hoofden weer richting hun eigen bord, ik eet mijn ontbijt op, nu expres nog meer zaken met mijn vingers in mijn mond stoppend, want tja, als ik opstandig word, dan ben ik inderdaad een uit de kluiten gewassen kleuter.

De mevrouw aan het andere tafeltje kijkt niet meer mijn kant op, maar mompelt nog iets tegen haar tafelpartner.

Ik drink m’n kop thee leeg, sta op en verlaat de eetzaal...
Goed, en dan is mijn dag nog geen uur bezig....
Dat belooft nog wat.

plaatje: met dank aan internet

21 oktober 2019

Traumatische verbanden...

Sinds een jaar zit ik in een afvalprogramma. Ik noem het heel gekscherend altijd het ‘fat people program’, maar zeg er ook altijd wel bij, dat die naam geen recht doet aan de mensen die daar keihard aan het werk zijn om iets aan hun overgewicht te doen, want eerlijk is eerlijk, het is hard, heel hard werken.

Het programma bestaat uit drie componenten: beweging, diëtiek en een psychologische component.

Om mee te mogen doen, moet je een eetstoornis hebben en last hebben van eetbuien. Nu heb ik niet de soort eetbuien die daar doorgaans voorkomen. In plaats van enorme hoeveelheden snoep, koek en ander zoetigheid, bestaan mijn ‘eetbuien’ uit grote hoeveelheden vlees naar binnen werken.

In een jaar tijd, heb ik best veel bereikt. Ik ben 11 kilo lichter, ben 4 % vet kwijt en ook nog eens een boel centimeters. Voor het eerst in mijn leven weet ik wat een volwaardige maaltijd is en weet ik wat normale portiegroottes zijn. Dingen die ik in mijn leven nooit eerder geleerd heb.

Ook op sportief gebied gaat het super. Ik hield altijd al van sporten, maar ik ben zelfs aan het (langzaam) hardlopen geslagen en nu ik het wat langer en makkelijker vol begin te houden, durf ik bijna hardop te zeggen dat ik het leuk begin te vinden. Als je me dat een jaar geleden gezegd zou hebben, dan had ik je keihard in je gezicht uitgelachen. Maar je ziet, de wonderen zijn de wereld nog niet uit blijkbaar.

Het enige onderdeel waar het niet zo goed gaat (understatement) is de psychologische component. 

Met de eerste psycholoog die voor mijn neus gezet werd en die volgens haar eigen zeggen “was uitverkoren door het team om met mij te werken” had ik na het eerste gesprek al ruzie. Dat ging dus niet lang goed.

Vervolgens kreeg ik na lang aandringen een ander. Maar ook hier loopt het voor geen meter. Het liep zo slecht zelfs, dat ik compleet onderuit ging. En dat is het me niet waard, maar stoppen met het programma zou ik ook heel lastig vinden, want ik heb er wel degelijk baat bij en ik leer nog steeds nieuwe dingen.

Ik loop al heel lang in de psychiatrie mee en als ik iets wel kan, dan is het nadenken over mezelf, mijn gedrag en mijn situatie. En ik denk dan ook dat ik wel weet waarom het daar steeds mis loopt. 

Binnen dit programma ziet men vooral ‘emotie eters’ oftewel mensen die eetbuien hebben als gevolg van (meestal vervelende) emoties. Ze proberen die vervelende emoties dan weg te eten met grote hoeveelheden (vaak zoet) voedsel.

Ik ben geen emotie eter, ik ben een externe eter. Als ik op tv een reclame zie van een nieuw soort hamburger die me lekker lijkt, dan wil ik die proeven en het liefst NU. Zie ik in de stad iemand een stroopwafel eten, dan denk ik ‘oh, lekker, dat heb ik al zó lang niet meer op, dat wil ik ook’. En het lullige is dat die gedachte daaraan dus niet uit mijn hoofd gaat, voordat ik het betreffende artikel ook daadwerkelijk in mijn mond heb. En tja, stroopwafels zitten in een pakje en dan gaat het hele pakje op, en ben ik er weer voor maanden van af.

Maar als de diëtiste aan me vroeg “waarom niet 1 koekje?” Dan was mijn standaard antwoord altijd: dan is het maar op. Als het er is, moet het op.

Ik denk daar niet zo veel over na, het is iets dat volkomen automatisch gaat, waar eigenlijk geen gedachten mee gepaard gaan.

Ik vroeg me af waar dat vandaan kwam en ineens vallen er heel veel puzzelstukjes op hun plaats.

Ik kom uit een situatie (vroeger) waar ik niet altijd eten kreeg. Ik was nooit zeker of en wanneer er een volgende maaltijd ging zijn en áls er al eten was, dan kon het ook zo maar afgepakt worden. En dus heb ik eigenlijk mijn hele leven (stiekem) al een hele rare relatie met eten.

Ik ben een soort van ‘food hoarder’ ik verzamelde grote hoeveelheden eten in mijn kast, die ik ook ver over de datum nog op at.

Een maaltijd lijkt bij mij soms op een soort van snelheidswedstrijd, ik kan het binnen 2 minuten naar binnen werken.

Als ik met anderen uit eten ben probeer ik me te spiegelen aan de anderen: qua hoeveelheid, qua snelheid, qua keuzes....

Als iemand voorstelt om een bepaalde schotel te delen, dan schiet mijn hoofd acuut in de stress.... IK WIL NIET DELEN, ik wil mijn eigen bord met eten, helemaal alleen van mij!

En als iemand een frietje van mijn bord bietst, of iets wil proeven, dan wil ik het liefst zijn of haar vingers afhakken. En al die jaren had ik niet door, waar dat nou vandaan kwam, best een beetje dom, maar het kwartje valt nu pas.

Nu mag ik het in dit fat people program wél hebben over mijn eet probleem, maar ik mag het dus niet hebben over trauma, stemmen, dissociatie en alle andere shit in mijn leven, want dat hoort bij mijn lokale psycholoog thuis. Maar trauma, ligt onder mijn eetprobleem, dus als ik het over dat eet probleem moet hebben, dan zullen we toch echt over dat trauma moeten praten, want emoties zijn bij mij niet/nauwelijks van invloed.

Maar ja.... dan vraag ik me dus af, omdat het gedrag voort komt uit trauma en zo automatisch gaat, zonder dat ik erover denk (een soort instinct zoals mijn ex-woonbegeleider het benoemde), kun je dat nu dan nog veranderen? Of zit dit zo in je systeem, in je ‘zijn’ ingebakken, dat het er niet meer uit kan?

Ik weet het niet....maar dat ik er iets mee moet (en wil), dat is zeker....


plaatje: gejat van internet

20 oktober 2019

Een simpel zinnetje... een wereld van verschil

Vandaag kreeg ik, zoals zo ongeveer elke dag, een herinnering van Facebook.

Drie jaar geleden was ik aangekomen in Parijs voor het Wereld Stemmenhoor Congres.
Deze congressen bezoek ik al heel erg lang.
Mijn eerste was ooit in Dundee, waar ik helemaal in mijn eentje naartoe ging en als een bang vogeltje voornamelijk in een hoekje zat te kijken naar anderen.

Deze congressen hebben me enorm geholpen in mijn herstel. Ik ontmoette er andere stemmenhoorders, die daar op een podium een krachtig verhaal stonden te vertellen over hun leven. Hun verhalen hadden vaak veel raakvlakken met dat van mij, maar het verschil was dat zij daar op dat podium stonden en ik achter in de zaal in een hoekje zat, te hopen dat ik onzichtbaar was.

Hopen dat ik onzichtbaar was en tegelijkertijd er zo graag bij willen horen.... Hopen dat ik misschien ook ooit wel een normaal leven zou kunnen hebben, net zoals die mensen daar bovenop dat podium, waar ik zo tegenop keek.

Ieder jaar keek ik uit naar deze congressen. Daar zijn voelde als thuiskomen.
De mensen die ik ieder jaar opnieuw tegenkwam voelden meer als familie, dan mijn eigen familie hier thuis. Daar mocht ik zijn wie ik was, met alle onderdelen die daarbij hoorden.

Naar mate de jaren verstreken, werd de familie groter, de band intenser (althans zo voelde dat). Soms vielen er mensen af, doordat ze hun weg gevonden hadden en de congressen niet meer zo nodig hadden, en er kwamen steeds meer mensen bij.

Een plek waar ik mezelf kon zijn dus....
En toen kwam het congres in Parijs... En oh, wat vond ik dat eng...

In dat jaar was ik bezig met mijn traject bij de Genderpoli van het VUMC. Ik had nog geen idee hoe en wat. Ik wist alleen dat ik me absoluut geen vrouw voelde... En omdat ik ook ben opgegroeid in een wereld waarin alleen mannen of vrouwen bestaan, betekende dat toen nog in mijn hoofd dat ik wel man moest zijn. Meer smaken waren er destijds (op dat moment) in mijn hoofd (nog) niet.
(Pas later zou ik leren dat er ook nog zoiets als non-binair was en dat dát het hokje was waar ik me prettig voelde)

Kort daarvoor had ik besloten dat ik wilde onderzoeken hoe het zou voelen om als 'man' door het leven te gaan. En dus had ik in het communicatieplatform van het congres verteld dat ik vanaf dat moment graag Mick, hij en hem wilde zijn... En dat was me een partij eng!!!!
Wat zouden mensen daar wel niet van denken: "daar heb je haar weer...", "zucht, dat is gewoon weer een fase, niet teveel aandacht aan besteden.", "aansteller", "doe normaal!"enz.

Maar toch stapte ik in de trein, ik zou wel zien wat er ging gebeuren.
Bij aankomst in het hotel was het heel dubbel: zoveel lieve oude vrienden, die zo vertrouwd en veilig voelden, maar tegelijkertijd voelde ik me bang, onzeker en onveilig. Hoe zouden ze reageren?

Uiteindelijk kwam er een man uit Noorwegen op me af, die ik al jaren kende. Hij stak zijn hand uit, schudde hem en zei: "Ik heb gelezen dat je vanaf nu Mick bent, welkom Mick" en vervolgens een dikke knuffel.
En dat was het. Vanaf dat moment was ik voor hem Mick en hij en hem, alsof het niks was!!!

En ik??? Ik dook eerst de wc in om even heel hard te huilen (van opluchting) en daarna was de grootste spanning er vanaf.

Het werd een chaotisch congres, maar chaos schept ook een band.

En wat ik ook heel leuk vond om te merken (dat congres nóg meer dan tijdens de andere congressen) was, dat ikzelf nu de rol had/nam, die anderen al die jaren voor mij hadden gehad. Ik zag mensen als bange vogeltjes alleen in een hoekje zitten en stapte erop af om een praatje te maken en ze (als ze dit wilden) mee te nemen naar anderen om ze aan elkaar voor te stellen.
Grappig hoe dat zo gaat, zonder dat je het door hebt.

Terug naar de man uit Noorwegen.
Wat hij die dag deed, was misschien iets kleins, maar het was voor mij van onuitwisbare waarde.
Het was een bevestiging die ik op dat moment zó ontzettend hard nodig had: ik mocht er zijn, met mijn nieuwe naam en nieuwe voornaamwoorden.

Een tijd na dit congres, kwamen we elkaar weer ergens anders tegen. En ik vond het heel belangrijk om hem te vertellen hoe belangrijk die handdruk en dat zinnetje voor me geweest waren. Hij zei dat het voor hem vanzelfsprekend was geweest om dat te doen. En dat is natuurlijk lief, maar zo vanzelfsprekend was dat voor de meeste mensen dus niet....

Ik ben blij dat ik dit nog tegen hem heb kunnen zeggen. Begin vorig jaar overleed hij aan kanker.
Ik kan natuurlijk heel cliché zeggen dat hij een fantastische man was. En natuurlijk, dat was hij ook! Maar ik heb ook genoeg minder leuke momenten met hem gehad. Maar dat doet niks af aan het feit dat hij op die ene dag in Parijs, met een handdruk en een simpel zinnetje een onuitwisbare indruk in mijn hart heeft achter gelaten....

Geir.... dank je wel....

foto: ontmoetingen in de lobby....


(dit stuk wilde ik al heel lang schrijven.... Maar het lukte me niet.... kun je dat wel maken als iemand dood is? Maar gelukkig heb ik het hem voor zijn dood nog zelf kunnen zeggen.)

19 oktober 2019

En nu is het klaar...

Ik heb al heel lang niks meer geschreven. Niet omdat er niks te schrijven viel, maar omdat iemand, die ik als goede vriend zag, het nodig vond om mijn schrijfsels als ‘nutteloos’ en ‘zinloos’ te bestempelen.

En laten we eerlijk zijn: mijn schrijfsels zullen de wereld niet veranderen en zijn in die zin ook nutteloos, maar voor mijzelf zijn ze van grote waarde.

Zoals Acda en de Munnik ooit al eens zongen: “Ik ben geen held, tenminste niet een die telt, maar ik doe mijn best te blijven staan. Wat ik schreeuw lijkt niet slecht, maar wat ik schrijf ben ik echt en zo kan ik een beetje van de wereld aan” (uit: Schoolplein)

En ja, dat geldt dus zeker ook voor mij.
Schrijven is belangrijk voor me. Het gaat me makkelijker af dan spreken, het gaat bijna vanzelf.
Mijn hoofd wordt er leger van en ik word er rustiger van. Bovendien kan ik er mijn frustraties en creativiteit in kwijt en het maakt me simpelweg een iets gelukkiger mens.

En dat heb ik me dus 'af laten pakken' door iemand die het nodig vond om een oordeel te hebben over mij, mijn doelen in het leven en mijn schrijfsels.

Dom, dom dom dus....

Ik ga ieder jaar in de herfst/winter onderuit.
Ik word zo depressief als een deur en om daar weer uit te kunnen komen, moet ik voor mezelf een aantal doelen en projecten bedenken, die me weer een jaar door kunnen helpen. Die doelen zijn vaak heel simpel. Ik wil dit of dat borduurwerk afkrijgen, ik wil ergens dat jaar een lange wandeltocht maken, een boekje maken van mijn blogs enz.

Geen grootse dingen voor de wereld, zelfs geen grootse dingen voor een ander. Zelfs geen grootse dingen voor mijzelf, maar haalbare stapjes om weer een jaar verder te kunnen.

Mijn doelen waren volgens deze persoon zinloos, omdat ik daarmee niks betekende voor een ander, een ander niet gelukkig maakte. En dat klopt, dat is helemaal waar. Maar al mijn doelen zijn wél ‘in eigen beheer’. Voor het bereiken/slagen van mijn doelen ben ik van niemand anders afhankelijk dan van mijzelf. Als jij jezelf in het leven het doel stelt om altijd maar de ander gelukkig en tevreden te maken, dan ben je ontzettend afhankelijk van de ander voor het slagen van je doel en dus ook of jij je geluk gaat bereiken. Want of jij iets betekent voor de ander, of een ander gelukkig maakt (waardoor jij je geslaagd/nuttig/zinnig voelt), ligt niet in jouw macht, dat ligt bij de ander.

Dus ja, mijn doelen zijn gericht op mijn eigen geluk en kunnen alleen bereikt worden als ik me daarvoor inzet. Mijn geluk is hierin niet afhankelijk van een ander. Een ander kan mij daarin dus niet teleurstellen of beletten mijn doel te halen.

En natuurlijk, iedereen heeft recht op een eigen mening.
Je mag mijn schrijfsels, mijn doelen in het leven, mijn hobby’s en alles aan mij zinloos en nutteloos vinden, dat vind ik soms van de dingen die anderen doen ook. Maar je hoeft niet alles wat je zegt of denkt ook hardop te zeggen.

In plaats van me te vertellen hoe zinloos en nutteloos alles wat ik doe in jouw ogen is, kun je ook gewoon ervoor kiezen om het te negeren. Lees het niet, bekijk het niet, laat mij in mijn waarde.

Stampertje (van Disneys Bambi) kreeg van zijn moeder al heel vroeg geleerd: als je niks aardigs weet te zeggen, zeg dan niks, niemendal”. Een wijsheid, waar we allemaal, inclusief ikzelf, regelmatig een voorbeeld aan zouden kunnen nemen.

Goed..... dat gezegd hebbende....
Ik ga weer verder met mijn nutteloze schrijfsels, want ik heb het gemist.

foto: gejat van internet

9 juli 2019

De kracht van Sorry....

Het is weer eens zo ver: een dag waarop ik erg weinig kan hebben en alles tien keer zo hard binnen komt. Zo'n dag komt heus niet uit de lucht vallen hoor, maar is doorgaans het gevolg van teveel dingen die tegelijk gebeuren. Het resultaat is denk ik voor iedereen wel een bekend fenomeen: een emmer die overloopt, een ballon die knapt, een bom die barst, of welke beeldspraak je hier ook voor wilt gebruiken.

Maar goed... Zo'n dag dus...

Vandaag werd ik al wakker met een onrustig gevoel. Ik had namelijk een paar afspraken binnen het 'fat people program' (een naam die nog steeds geen recht doet aan de mensen die hier heel hard hun best doen om te veranderen, maar toch).

Eerst mocht ik een uurtje komen sporten, iets waar ik altijd erg naar uitkijk en waar ik graag naartoe ga. Aansluitend zou ik dan weer bij de psycholoog op het matje mogen komen.
En dat laatste, dat zorgt al twee weken voor 'stress'. Ik kreeg namelijk een mailtje van hem, met de vraag om snel te reageren of ik kon op een bepaalde datum, zodat er een afspraak met de psychiater ingepland kon worden. Dit was om te kijken of ik wel of niet door kon/moest gaan met een bepaald medicijn. En om dat te kunnen bepalen moest ik 7 dagen aan een stuk een lijst bij houden. Die lijst zat bij het mailtje, met uitleg en de opmerking: "als je hier vragen over hebt, dan hoor ik het wel".

Ik beantwoordde die mail, zoals gevraagd, zo snel mogelijk om de afspraak te bevestigen en stelde een vraag over het invullen van die lijst. Als ik iets doe, wil ik het namelijk goed doen, en dan moet het voor mij wel duidelijk zijn.

Er kwam echter geen antwoord. Niet of de afspraak was ingepland, noch een antwoord op mijn toch wel cruciale vraag. En natuurlijk zou ik dan contact op kunnen nemen via het secretariaat om mijn antwoord te krijgen. Maar de telefoon en ik zijn niet hele goede vriendjes (mede dankzij een heel koor aan stemmen in mijn hoofd dat echt niet hun mond houdt tijdens zo'n gesprek) en bovendien snap ik in mijn wereld niet, dat mensen (wel aanwezig zijn maar) niet reageren. Voor mij heeft dat iets met fatsoensnormen te maken (en in dit geval ook iets met professionaliteit).

Geen antwoord dus. En dus deed ik wat ik al van heel jongs af aan gewend ben te doen: ik zoek het zelf wel uit en doe het op mijn manier. maar ondertussen ben ik wel al twee weken opgefokt over het uitblijven van reactie... Zonde van de energie, ik weet het.

Die opgefoktheid (en alle andere dingetjes die zich deze week al opgestapeld hadden) zorgen er ook voor dat ik het sporten niet leuk vind. Ik kan me niet motiveren, verveel me en vragen om wat ik nodig heb en daardoor tijd en aandacht weg halen bij een ander (die het natuurlijk veel meer verdient en harder nodig heeft, aldus mijn hoofd) is nog een leerpuntje en een te grote drempel.

Maar als ik ergens NIET goed in ben, dan is het wel in verbergen hoe het met me gaat en hoe ik me voel, dus uiteindelijk komt de aap daar toch wel uit de mouw en wordt het 'opgelost'.

Met nog meer spanning, vertrek ik naar de psycholoog.
Dit keer was hij op tijd (een primeur) en hij haalt me uit de wachtkamer met de woorden "dag MEVROUW".....

Tja... en toen was het voor mij klaar. Het is niet mijn eerste keer hier, ik heb hem al heel vaak gezegd wat dat met me doet en nu was het klaar. Blijkbaar reageerde ik heel erg fel en het feit dat ik weigerde hem een hand te geven en de tranen die over m'n gezicht stroomden, deden hem in ieder geval wel in zien dat hij wederom een (dezelfde) fout had gemaakt, waardoor ik erg geraakt was.

(En voor wie me nog niet kent en niet snapt wat er fout is aan 'mevrouw' en denkt dat dit gewoon heel beleefd was... Helaas, dat is het voor mij niet. Ik 'ben' een 'non-binaire transgender' wat wil zeggen dat ik geen vrouw maar ook geen man ben, maar met name het stukje 'vrouw' (en alles wat daar omheen hangt) voelt als een 'belediging'(en dat dekt de lading niet). Deze psycholoog is daarvan op de hoogte.)

Vervolgens biedt hij twintig keer zijn excuses aan. Hij doet het niet expres, er is geen kwade opzet, ik moet begrijpen dat het voor hem toch ook heel ingewikkeld is enz. En het maakt me alleen maar bozer, want hé, dit verhaaltje draaide je de vorige keer dat het gebeurde ook al af, en de keer daarvoor ook, en die daar weer voor ook (moet ik doorgaan?)

Ik moet alle zeilen bijzetten om niet te vervallen in koppig/verdrietig zwijgen (waar ik toevallig HEEL GOED in ben) en probeer hem uiteindelijk een tip te geven. Als je iemand (of in dit geval mij) uit de wachtkamer haalt, waarom dan niet met diens (mijn) naam, of gewoon 'hallo'?

Hij kijkt me zwijgend aan en even denk ik dat hij geen idee heeft hoe ik heet. Hij ontkent dit, maar zegt vervolgens: "Tja, je weet, ik heb een adhd hoofd en ik ben niet goed met namen."
En dus barst ik weer opnieuw los want in mijn ogen is dat geen excuus. Voor mij is het je verbergen achter je diagnose. Je bent namelijk ook een professional met een agenda, waar precies in staat met wie je op dat moment een afspraak hebt en wie je uit de wachtkamer gaat halen."

Over het niet beantwoorden van de mail, krijg ik te horen dat hij al drie weken zijn mail niet heeft bekeken (het is zijn werkmail....) en ik geloof echt wel dat je het druk hebt, en ik weet inmiddels ook dat je (door je adhd hoofd) slecht/niet kunt plannen. Het maakt het niet ok en zo'n antwoord is voor mij alleen maar olie op het vuur en zorgt dat ik erg twijfel over de professionaliteit van de persoon tegenover me

En weer volgen er twintig sorry's.. En weet je?
Ik denk dat het met sorry een beetje is als in het verhaal van 'the boy who cried WOLF'. Een jongen die steeds opnieuw riep dat er een wolf was, en waarop mensen onmiddellijk in paniek/actie schoten, maar er nooit een wolf bleek te zijn. Hij had dit al zo vaak gedaan, dat op het moment dat er een échte wolf was en hij weer riep, er niemand reageerde, met alle gevolgen van dien....

Je kunt duizend keer sorry zeggen, maar als je daarna exact hetzelfde doet en je gedrag waarvoor je die sorry zei niet verandert (of op zijn minst probeert te veranderen), dan is je sorry in mijn ogen niks waard, een loze kreet. Misbruik dit krachtige woord dan gewoon niet en hou je mond...

foto: gejat van internet


11 juni 2019

Waartoe zijn wij op aarde.....oftewel: iets over bestaansrecht

Vandaag viel mijn oog per ongeluk op een artikel me de titel ‘Vaticaan: niemand heeft recht op geslachtsverandering’.  En hoewel ik beter zou moeten weten, opende ik het artikel toch en las het door. En spontaan is het er weer..... een ‘aanvalletje’ genderdysforie, al dekt dat de lading niet.

Laat ik even proberen samen te vatten wat er in het artikel stond, dan hoeft u deze onzin niet zelf te gaan lezen. Afgelopen maandag heeft het Vaticaan een 30 pagina tellend officieel document openbaar gemaakt waarin staat dat de mens niet het recht heeft om van geslacht te veranderen. Het veranderen van geslacht is volgens de rooms katholieke kerk het gevolg van een ‘verward concept van vrijheid’. Volgens het Vaticaan moet geslacht vooral gebaseerd zijn op biologie, in plaats van op gevoel, want anders is ‘het een poging om de natuur te vernietigen’.
Lichtpuntje is misschien dan nog dat de Paus het document niet heeft ondertekend (maar er wordt wel meerdere keren geciteerd uit zijn eerdere toespraken, dus tja, minimaal lichtpuntje).

Ik ben transgender, dat is ongetwijfeld geen nieuws.
Ik ‘ben’ non binair, wat wil zeggen dat ik me absoluut geen vrouw voel, maar ook geen man. Ik voel me niets. En 'niets' is voor mij een heel bevrijdende, waarden-loze term, die niets zegt over mijn eventuele waarde (hoewel ik toegeef dat dat nu ook weer even onderuit geschoffeld wordt).

Ik heb lang genoeg bij de Genderpoli van het VUmc rondgelopen om te weten dat geslachtsverandering mij niet gaat helpen en dus niet aan de orde is. En dus zou dit artikel me niet zo erg moeten raken, maar...... dat doet het dus wel.

Nog los van het feit dat ik woedend word van het idee dat een groepje mannen even voor de rest van de wereld gaat bepalen wat wel en niet mag is er nog iets heel anders dat voor mij mee speelt.

Ik heb doorgaans al erg veel moeite om voor mezelf bestaansrecht te vinden. De opmerking dat je bestaansrecht hebt, puur omdat je op deze wereld bent, is (hoe goed bedoeld ook) voor mij niet helpend, want zo voelt het niet.

En al jarenlang worstel ik met de vraag WAAROM ik zo worstel met dat stukje wel/geen bestaansrecht hebben. Van alles gaf ik in de loop der jaren de schuld. Maar hoe verder ik in mijn ‘non-binair zijn’ groei, des te meer puzzel stukjes gaan er op zijn plaats vallen.

Ik vind het namelijk nogal lastig dat ik als non binair persoon, nauwelijks een plek heb binnen onze nog steeds voornamelijke binaire maatschappij. Op vrijwel alle formulieren, vragenlijsten en andere onzin word ik doorgaans nog steeds gedwongen om een keuze te maken tussen twee dingen die ik niet ben: man OF vrouw. En hoewel dat voor sommigen die dit niet betreft heel erg overdreven klinkt, het maakt mij keer op keer weer (meer dan) verdrietig.

Op papieren formulieren krabbel ik er inmiddels zelf wel een hokje ‘anders’ bij, maar bij de digitale versies loop je meteen vast, want zonder keuze, mag/kun je niet verder. Dus tja, bij formulieren en vragen en dergelijke, heb ik eigenlijk al het gevoel dat ik er niet mag zijn. Op het formulier is er letterlijk geen plaats voor me, besta ik niet.

Dan is er de taal.
In het Nederlands hebben we nog steeds geen officieel voornaamwoord voor mensen zoals ik. Waar in het Engels they/them gebruikt wordt (wat in mijn oren en hart nog best ok voelt), kan ik met het Nederlandse zij/hen, helemaal niks. Het helpt niet dat ik op school geleerd heb dat dat Koninklijk Meervoud is en dat is wel het allerlaatste dat ik wil. En dus kies ik noodgedwongen voor het voornaamwoord ‘hij’. Dat is het ook niet, maar het doet minder pijn dan ‘zij’ en bij gebrek aan beter.....

Ik ben geen mevrouw, dat zeker niet, maar als mensen me meneer noemen, voelt het ook niet ok.... maar wat dan wel???  Ik ben gewoon Mick, of voor degenen die hem kennen mijn geboortenaam. 

Soms, als ik er de puf voor heb, dan wil ik nog wel eens tegen mensen zeggen/vragen dat ik Mick (of mijn geboortenaam) ben en dat als je over mij spreekt, dat graag met hij/hem. En hoewel sommige mensen echt wel hun best doen, zijn de meesten het na 10 minuten wel weer vergeten en een nog grotere groep reageert in de trant van: ‘pfff, dat is me te moeilijk hoor!’. En ja, sorry, dat mijn genderdingetje zoveel van jouw brein vraagt, dat het te moeilijk is om het zelfs maar te proberen. Dat is inderdaad veel moeilijker dan dagelijks moeten zijn en aangesproken worden met iets dat je niet bent. Sorry voor het ongemak.

En geloof me, ik eet je echt niet op als je het verkeerd doet, ik waardeer de pogingen. Negen van de tien keer heb ik namelijk niet eens de puf om je te verbeteren, laat staan om je op te eten.

Maar zo zie je dat ik ook in de taal niet echt bestaansrecht heb, of dat ik die in ieder geval niet vind. En misschien doe ik moeilijk. Dat krijg ik namelijk nogal vaak te horen van mensen die nooit hebben hoeven nadenken over de vraag ‘wat ben ik’. En stiekem ben ik best jaloers op die mensen, want wat is je leven makkelijk en overzichtelijk op dat gebied als dit niet iets is waar je over na hoeft te denken en waar je continue weer mee geconfronteerd wordt. Maar helaas word ik dat wel, dagelijks meerdere keren. Meer wel dan niet.

Ik denk dat ik over het algemeen mijn draai redelijk gevonden heb, als non binair persoon overleven in een binaire wereld. Ik denk dat ik op de meeste dagen ergens wel mijn ‘bestaansrecht’ vandaan weet te halen.

Maar op sommige dagen, wanneer de genderdysforie weer met hoofdletters de kop op steekt, dan is dat een stuk lastiger. En met zo’n klote artikel van een stel mannen in jurken, weet ik weer even helemaal niet wie en wat ik ben en wat ik hier ook alweer doe....

Dus Vaticaan..... bedankt!
plaatje: internet

10 april 2019

Kleren maken de....

Sinds september vorig jaar zit ik in een afval programma. Ik noem dit steeds gekscherend 'the fat people program', wat wel zo is, maar natuurlijk geen recht doet aan iedereen die daar hard zijn best loopt te doen, om gewicht kwijt te raken.

Ik heb het er best wel naar mijn zin. Er wordt gewerkt met bewegen, diëtiek en de psychologische component en als alles goed gaat, mag je 2 jaar mee doen. Op dit moment heb ik er zeven maanden op zitten en ik verlies nog steeds gewicht. Niet meer zo hard als in het begin, maar het gaat nog steeds met ups en downs naar beneden. Dus dat is positief.. al zou het van mij nog best wat harder mogen, want ik werk er hard genoeg voor.

In mijn vierde maand daar vroeg een van de bewegingstherapeuten me, terwijl ik op de loopband stond te wandelen, wanneer ik voor het laatst had hardgelopen... Ik keek hem aan en moest keihard lachen. Ehm... middelbare school en daar hoefde ik uiteindelijk niet meer mee te doen met de 12 minuten test, omdat ik vergat te ademen en dan flauw viel... dus ja, wat is het... zo'n 25-30 jaar geleden?
Of ik dat zou willen leren? Nee, ik wil niks leren... ik wil dingen kunnen!

Maar dat het zo niet werkt in het leven, weet ik natuurlijk ook al heel lang, maar het zaadje was geplant.

Ooit ga ik weg uit dit programma, al lijkt dat nu nog heel ver weg, en dan wordt er van me verwacht dat ik blijf bewegen, omdat anders een terugval qua gewicht zo weer daar is. Ook al eet ik nog zo verstandig, als er geen beweging is, dan gaat het toch gestaag weer de verkeerde kant op.
Geld voor een sportschool is er niet en zal er ook over anderhalf jaar niet zijn. Die bedragen van Basic Fit en andere goedkope sportscholen klinken wel heel laag, maar als je niet veel inkomen hebt, dan is dat best een behoorlijke hap uit het budget. En als ik moet kiezen tussen mijn bioscoop abonnement of een sportschool abonnement, dan kies ik toch echt voor het eerste.
En hardlopen is natuurlijk iets dat je gratis, overal en altijd kunt doen.

Maar als ik daar pas aan ga beginnen als ik klaar ben met mijn 'fat people program' en ik moet het dán in mijn eentje gaan leren... Tja, ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat het misschien handiger is, als ik het dan al kán.

En dus begon ik met hardlopen op de loopband. En ik was best trots op mijn eerste minuten.
Samen met de bewegingstherapeute ging ik échte hardloopschoenen laten aanmeten, want dik zijn, hardlopen en verkeerd schoeisel, is de basis voor blessures en daar zit ik niet op te wachten. En trots kwam ik op vrijdagmiddag om half een de winkel uit met flitsende schoenen...

Omdat ik nog budget over had en inmiddels door de diverse hardloop apps het bos niet meer zag, schreef ik me diezelfde middag om half zes nog in voor de 'Yakult Start to Run' in een andere plaats (mijn woonplaats zat vol) en de volgende ochtend om 9.30 stond ik voor het eerst van mijn leven vrijwillig op een atletiek baan... Met mijn nieuwe flitsende loopschoenen aan mijn voeten.

Inmiddels ben ik vier weken bezig en het gaat rap.... voor mijn gevoel misschien wel iets té rap.

Zojuist weer braaf m'n (optionele) hardloop training gedaan. Ik kan nog steeds niet zeggen dat ik het leuk of lekker vind, ik denk nog steeds iedere keer dat ik dood ga. En met het vooruitzicht dat ik aanstaande zaterdag 3 x 8 minuten aan een stuk moet kunnen rennen, wordt het niet leuker...

Maar goed...

Al een tijdje heb ik zo'n supersonische, aerodynamische strakke hardloop broek in huis, maar ik durfde hem steeds niet aan. Mijn hoofd kon dat nog niet aan, bang voor wat andere mensen wel niet van me zouden denken. En de angst zit niet zozeer in het feit dat mijn lijf eigenlijk (nog steeds) veel te dik is voor zo'n strakke legging/broek, want tja, dat kan me niet zo heel veel schelen.

Voor mij zit die angst veel meer in het stukje genderdysforie. Met strakke kleding zie je (vooral ik) nóg beter dat mijn lijf 'niet klopt' en dat vind ik echt verschrikkelijk!

Maar goed, m'n gewone korte sportbroek begint echt té groot te worden en zakt af tijdens het rennen (een goed teken), en is ook wel erg warm als de minuten dat ik moet rennen wat langer worden, dus afgelopen maandag heb ik me over m'n dysforie heen gezet en ben ik in m'n supersonische runningbroek gaan rennen. En ik moet zeggen, het rent een stuk lekkerder dan in m'n korte broek... 

Zojuist ging ik bij de onderbuurvrouw een brood ophalen en zij vertelde me dat ze me afgelopen maandag in m'n renbroek had zien lopen en dat ze nu pas écht goed kon zien dat ik flink afgevallen was...

En hoewel dat dus mijn grootste angst was (dat mensen me in zo'n broek zien en iets denken)... was dit toch wel erg fijn en motiverend om te horen!

Thanks buuf! You've made my day!

foto: tee shirts van internet

8 maart 2019

Ervaringsdeskundigen zijn zo negatief over de GGZ..... en iets over cadeautjes.

Eens in de zoveel tijd mag ik werken Ik moet niet... ik ben namelijk 100% afgekeurd, dus ik mag...
En als ik dan ga werken, dan betekent dat meestal dat ik 'les' mag geven.

Eén van de klussen die ik het vaakst doe op dit moment, is het les geven aan GZ psychologen in opleiding over herstel en herstel ondersteunende zorg bij mensen met 'ernstige psychiatrische aandoeningen'.
Breek me de bek overigens niet open over die laatste term, want daar kan ik een heel ander epistel over schrijven, maar nu wil ik het over iets anders hebben. Misschien iets voor later...

Iedere keer loop ik tegen een aantal dezelfde dingen aan en die wil ik hier eens bespreken.

De studenten in deze groepen hebben eigenlijk al steevast commentaar dat ze mijn les moeten volgen (er is aanwezigheidsplicht, die overigens niet door mij bedacht is). Hun verweer: "we hebben al een les over herstel gehad" en dat klopt want tegenwoordig zit er nog een dagdeel specifiek over herstel in dit blok, dus ja, dit is het tweede dagdeel met (enige) overlap. Als je bedenkt dat deze opleiding meerdere jaren duurt (als ik me niet vergis) , dan vind ik dat het onderwerp herstel er vrij karig van afkomt.

Ik vraag dan altijd zo nonchalant mogelijk: "ok, ik hoor je. En hoeveel dagdelen heb je inmiddels over psychose of persoonlijkheidsstoornissen gehad?" Vaak krijg ik dan als antwoord dat dat geen goede vergelijking is, omdat dát onderdeel van hun beroep is en herstel niet. En dat is dan doorgaans weer het moment dat mijn schoenen uitvallen.
Hoe kun je, als psycholoog, beweren dat herstel niks met jouw beroep te maken heeft? Wat ben je dan aan het doen? Wat is het doel van al die 'interventies' die je met mensen uitvoert???
Kortom, oftewel mijn collega die die andere les over 'wat herstel is' heeft zijn/haar werk niet goed gedaan, oftewel er is nog heel veel werk aan de winkel.  En ik denk niet dat het aan het eerste punt ligt.

Een ander iets dat ik steevast terug hoor (of erger nog: terug lees in de schriftelijke evaluatie die ik achteraf toe gestuurd krijg, omdat mensen het in het evaluatierondje in de les niet zeggen), is dat ervaringsdeskundigen (ik in dit geval) altijd zo negatief zijn over de GGZ. En ja... ik vrees dat dat klopt, de meeste ervaringsdeskundigen zijn heel kritisch over de GGZ en dat wordt heel vaak als negatief gezien en vooral (als persoonlijke aanval) gevoeld, denk ik.

Ik moet dan altijd stiekem een beetje lachen want ik krijg/kreeg met regelmaat de wind van voren van collega ervaringsdeskundigen dat ik zo positief ben over de GGZ, niet kritisch genoeg. Dus ik probeer dan altijd maar te denken: wees maar blij dat mijn collega's hier niet stonden, want die hadden je alle hoeken van de GGZ kamer laten zien.

Maar ik snap het wel....
Alleen denk ik dat deze mensen vergeten dat door het verschil in rollen er altijd sprake van een verschillende kijk op zaken is.
Er is geen gelijkwaardigheid, de een is namelijk hulpVRAGER en de ander hulpGEVER. En dit gegeven zorgt al dat er sprake is van ongelijkheid.
De studenten in de groep vinden meestal dat zij het hartstikke goed doen en dat de ervaringsdeskundigen die zo negatief zijn, dus eigenlijk gewoon 'zeuren', of 'te kritisch zijn'.

En ik snap het, als ik aan de gevende kant zou zitten, dan zou ik het ook erg moeilijk vinden om toe te geven, of zelfs maar te willen accepteren, dat datgene dat ik geef niet altijd even goed ontvangen wordt....

Maar laat ik het dan eens zó proberen uit te leggen.
Stel je beste vriend is jarig en je bent uitgenodigd voor een feestje. Je hebt er zin in en duikt de stad in om het perfecte cadeau voor je vriend te vinden. Je zoekt en zoekt, wikt en weegt en je zoekt heel zorgvuldig het perfecte cadeau uit. Je besteedt er veel zorg en aandacht aan, pakt het prachtig in en vol overtuiging dat dit hét perfecte cadeau is en vol trots dat je dit gevonden hebt, ga je op pad naar het feestje.
Daar aangekomen overhandig je jouw 'perfecte cadeau'. En dan kunnen er een aantal dingen gebeuren:
1) je vriend is net zo enthousiast  als jij en ziet dit ook als het perfecte cadeau.
2) je vriend vindt het wel aardig maar is niet zo enthousiast als jij
3) je vriend vindt het HELEMAAL NIKS

Kortom, of je het perfecte cadeau voor je vriend gevonden hebt, ligt niet in jouw macht.

En dat is dus, in mijn ogen, ook wat er bij patiënten/cliënten/klanten/ gasten/ mensen in zorg (of noem maar een term) gebeurt. Uiteraard is de hulpverlener heel tevreden over de zorg (het cadeau) die hij aanbiedt en is hij ervan overtuigd dat hij het op de best mogelijke manier geboden heeft. (Als dat namelijk niet het geval zou zijn, dan mag je je achter de oren krabben of je (nog) wel in het juiste beroep zit.)
Maar de ontvangende mens kan de hulp die je aanbiedt heel anders zien en ervaren dan jij doet. Kan het zelfs als schadelijk/slecht ervaren, zonder dat jij dat zo bedoeld hebt.

En natuurlijk gaan wij, de ontvangende kant, er écht wel vanuit dat de gevende kant het beste met ons voor heeft en het goed bedoelt. Maar dat neemt niet weg dat het niet altijd zo uitpakt.

Moraal van het verhaal: Hulpverlening is als het geven van een cadeau. Je kunt er nog zoveel aandacht en zorg aan besteden en er zelf nóg zo tevreden over zijn. Uiteindelijk is het de ontvanger die bepaalt of iets een succes is of niet.

afbeelding: internet



ps: voor de duidelijkheid... Deze mensen zijn al psycholoog en ook in die functie werkzaam, maar zijn zich als het ware aan het 'specialiseren' (en ik geef toe dat dit ongetwijfeld een kromme uitleg is)