13 maart 2022

De vlieg op de muur... oftewel een sterk staaltje dissociatie...

Een tijdje terug mocht ik mee kijken en doen bij de cursus 'veilig werken met trauma' van Marengo coaching en training. Ik schreef er hier al een klein beetje over, maar ik merk dat het voor mijn hoofd nog niet genoeg is. Al die tijd merk ik dat er nog iets is dat ik graag van me af wil schrijven, maar ik merk ook dat ik er niet echt de juiste woorden of de juiste volgorde voor kan vinden. Dus wie weet wordt dit een heel warrig verhaal, daarvoor alvast mijn excuses, maar het moet geschreven worden.

Ik heb in mijn leven behoorlijk veel meegemaakt aan trauma. Eigenlijk vanaf het moment dat ik geboren werd, ging het meteen mis. Daar zijn vast allerlei redenen voor te bedenken of te vinden, maar dat verandert natuurlijk niet echt heel veel aan het resultaat. 

Een menselijk brein is eigenlijk een heel mooi ding: het leert je razendsnel om je aan de omstandigheden aan te passen. Zijn die omstandigheden niet veilig, dan leer je al vrij snel een hoop manieren die het ietsje veiliger voor je maken. Die manieren, helpen je (soms letterlijk) te overleven. 

Aan de ene kant is dat dus heel fijn en nuttig, maar als je situatie later in je leven tot rust gekomen is en het weer (relatief) veilig is, dan kan het zomaar gebeuren dat je lijf/brein zo aan die overlevingsstrategieën is gewend, dat het die niet zomaar op kan geven. En datgene dat ooit heel erg behulpzaam was om te overleven, zorgen er dan voor dat dat ook het enige is dat je blijft doen: overleven in plaats van echt leven. 

Mijn grootste overlevingsstrategie was (en is) dissociatie. Ik leerde al heel snel in mijn leven om 'uit te schakelen' en dat kan (en deed ik) op heel veel verschillende manieren. Ik leerde om geen pijn te voelen, om helemaal niks meer te voelen en om 'uit mijn lichaam' te gaan. En zo werd ik een soort van 'vlieg op de muur', toekijkend in mijn eigen leven, naar alle dingen die me aangedaan werden. Ook de stemmen die ik ging horen kun je zien als een vorm van dissociatie, met als uiterste variant, de stemmen die me over kunnen nemen, waardoor ik tijd kwijt kan zijn. 

Door al die dingen die ik meemaakte en mijn 'oplossingen' daarvoor, lukte het me niet om in de maatschappij mee te draaien zoals bijvoorbeeld mijn vrienden dat doen. Ik heb geen baan, geen gezin, en als ik met sommige dingen geen begeleiding zou krijgen, zou ik er best een behoorlijk zootje van maken. En hoewel ik dan misschien niet functioneer in de zin van hoe de maatschappij voor ogen heeft hoe dat hoort, denk ik dat ik op mijn manier toch best redelijk mijn draai in het leven heb gevonden. Nuttig ben ik niet echt, maar ach, dat geldt ook voor een aantal mensen die wel voorzien zijn van het huisje, boompje beestje leven.

Een heleboel jaar geleden werd ik gevraagd om cursus te gaan geven in het buitenland, over een 'andere manier van omgaan met stemmen horen' (anders dan de reguliere psychiatrie dat doet). Dit vond ik heerlijk om te doen: ik hou van reizen, ik hou van andere talen en ik vind het ook leuk om mensen iets te kunnen leren, dus dit was de ideale combinatie. 

Mijn stemmen, ervaringen en verhaal, waren het uitgangspunt van de cursus en dus vertelde ik iedere keer weer mijn verhaal en gingen we steeds weer op die (negatieve) gebeurtenissen in, jaar na jaar. 

Ik had er geen problemen mee, ik kon mijn verhaal (als het moest ook) in detail vertellen, zonder daar ook maar iets bij te voelen. Ik leefde als het ware in een soort van permanent gedissocieerde staat. En voor mij was dat ideaal want op die manier kon ik die cursus met gemak blijven doen en ook nog eens genieten van al die mooie plaatsen waar dit werk me bracht. 

Maar een paar jaar geleden kwam er een soort van 'kink in de kabel' en begon ik dingen te voelen terwijl ik vertelde. En hoewel de hulpverlening altijd zei dat het leven zoveel mooier zou zijn als ik kon voelen, vond ik het alles behalve mooi en verstoorde het mijn 'rust'. Waar ik eerst mijn verhaal vertelde en twee of drie dagen bevraagd werd op mijn ervaringen om daarna ook nog eens lekker de stad in te gaan of te 'netwerken' zonder ook maar een greintje last te hebben, was ik nu vaak al halverwege mijn verhaal compleet uitgeput, kreeg ik nachtmerries/flashbacks bij de vleet, switchte ik continu en haalde ik vaak het einde van die cursus niet. 

De hulpverlening noemde dat 'vooruitgang' maar het leidde er voor mij mede toe dat ik stopte met het geven van die cursussen omdat het me meer kostte dan het me nog opleverde. 

Kortom... Ik dacht dus dat ik de fase van voortdurende dissociatie wel achter de rug had. 

En toen kwam dus die cursus 'veilig werken met trauma' waar ik werd uitgenodigd om iets te vertellen over mijn ervaringen. En dat deed ik dan ook. En terwijl ik aan het vertellen was, keek ik ineens op mezelf neer en zag me vertellen, van een afstandje, alsof ik weer de vlieg op de muur van vroeger was. Ik kon niet bij mijn gevoel komen, zat te vertellen op een soort van automatische piloot. 

Ik heb geen idee wat ik allemaal verteld heb, ik weet alleen dat het zonder emotie was. Er was één moment waarop er wel emotie tevoorschijn kwam. En hoewel ik geen idee meer heb waar het precies over ging, weet ik wel nog dat het om iets in het heden ging. Maar wat dat was... ik weet het niet meer. 

Ooit lang geleden begon ik met snelle schetsen te maken van de filmpjes in mijn hoofd, omdat praten niet lukte. En aan de hand van die tekeningen begon ik een beetje te vertellen over een paar dingen die er gebeurd waren. En in die tekeningen staat steeds ook een 'vlieg' afgebeeld.

Goed... Ik dacht dus dat ik best een eind op de goede weg was en dat de fase van het continu gedissocieerd zijn echt wel voorbij was, maar blijkbaar ben ik ook nog steeds gewoon de vlieg op de muur. Zelfs als dat niet meer nodig is.

foto: 'mijn eigen trauma therapie'


4 maart 2022

Je hebt van die dagen….oftewel: de minder leuke kantjes van stemmen horen.

Ooit, lang geleden, mocht ik samen met mijn toenmalige behandelaar in een goed bekeken en bekend amusements programma iets komen vertellen over stemmen horen. Het was nogal een impulsieve actie van mij die er dus toe leidde dat ik met m’n kop op nationale tv kwam.

Op het moment van opnames/uitzenden, zat ik in de (psychiatrische) kliniek voor een van mijn vele time out/crisis opnames. De tv opnames waren al een paar keer uitgesteld en dat leverde steeds zoveel spanning op dat het een beetje een puinhoop werd in m’n kop en die vaste time out plek voelde dan als een veilige plek. Niks ernstigs dus, gewoon even op adem komen.

Hoe dan ook, een amusements programma dus, waar ik probeerde uit te leggen hoe het kan zijn om stemmen te horen. Mijn ervaring is namelijk maar slechts één ervaring en iedereen is anders en ervaart dingen op zijn eigen manier. Daarnaast heb ik inmiddels ook een behoorlijke weg met mijn stemmen afgelegd waarbij ze van vijanden vooral vrienden zijn geworden. (Meer daarover in mijn boek)

Inmiddels weet ik wel dat mijn manier van dingen vertellen of uitleggen meestal gepaard gaat met de nodige dosis humor. Ik vind het leven al serieus genoeg en de ervaring leert ook dat als je een taboe wil proberen te ‘doorbreken’ (of beter gezegd: wilt bespreken), je dat beter gedoseerd en met humor kunt aanpakken omdat het anders voor de toehoorder al gauw te overweldigend is en ze afhaken.

ik ben er nog steeds van overtuigd dat ik naast de ‘voordelen’ van het stemmen horen, wel degelijk ook een aantal lastige dingen benoemd heb. Meer zelfs dan positief, maar toch alles wel op een luchtige manier. 

Toen ik die avond terug in de kliniek kwam en de uitzending dus al afgelopen was, kreeg ik van één van de verpleegsters te horen, dat ik het deed doen lijken alsof stemmen horen één groot feest was. En eerlijk is eerlijk, dat vond ik best een lastige opmerking want dat was absoluut niet mijn doel. Maar ja, het was nu eenmaal een amusementsprogramma, waarin vooral dus de ‘grappige’ stukjes waren gemonteerd tot een item van ongeveer 10 minuten.

Die opmerking is me altijd dwars blijven zitten, maar ik weet ook dat als ik alleen maar had verteld over de vele negatieve opdrachten en opmerkingen die ik kreeg van de stemmen, dat er uitgeknipt zou worden. Daarnaast schoot het ook het doel voorbij, want we wilden juist duidelijk maken dat mensen die stemmen horen niet standaard gevaarlijk zijn en dat stemmen horen geen ziekte op zich is, maar dat je er wel ziek van kunt worden als je niet leert om er op een ‘goede’ (constructieve) manier mee om te gaan.

Tot op de dag van vandaag merk ik ook wel dat ik liever de grappige, leuke, lieve dingen deel, dan de dagen waarbij ik het liefst niet mijn bed uitkom of de haren uit mijn kop wil trekken van de herrie/puinhoop in mijn kop. Niets menselijks is mij immers vreemd.

Is het dan alleen maar positief? NEE!

Af en toe zitten er echt nog wel dagen bij waarop ik niet met ze kan dealen en zou willen dat ze er (heel even) niet zouden zijn. En laat ik nou net een paar van die dagen achter de rug hebben!

Het begon (voor mij) al bij het opstaan. Ik had een mega opstandige Rik (12)* in m’n hoofd. Hij klonk boos, niks was goed, alles viel fout en op de vraag wat er aan de hand was, kon hij geen antwoord geven, althans niets dat hielp om het te verklaren.

Vervolgens ging hij op ‘oorlogspad’ wat inhoudt dat hij de andere stemmen in mijn kop langzaam gek gaat maken. En op zo’n moment is hij ‘zó ver heen’ dat de anderen (en ik) geen vat meer op hem hebben. 

Hij gaat Lesley (6) pesten en bang maken (en daar is al niet zo veel voor nodig). Hij gaat dreigen haar knuffels te vermoorden en het gevolg is dus een compleet hysterische Lesley (en ik die voor de lunch al door m’n energie heen ben).

Hij richt ook wat pijlen op Roy (16) die hem normaal best aan kan, maar met een hysterische Lesley erbij, staat Roy al gauw ‘op ontploffen’ en dat is geen goede zaak. 

Ondertussen ben ‘ik’ uitgeschakeld en heb ik geen enkele energie meer, vertrouw erop dat de rest van het (stemmen) systeem hem weer in bedwang gaan krijgen en raak ik stukken tijd kwijt.

En terwijl ik (letterlijk) wakker word en (onder nog steeds luid gekrijs, geschreeuw en geruzie) naar de wc wankel, loop ik tegen het onderstaand tafereeltje aan: Rik heeft Lesley’s knuffel vermoord (opgehangen).

Inmiddels zijn we een dag verder. De vrede is nog niet teruggekeerd. Lesley snikt nog hevig na, terwijl Knuffel onder een dekentje ligt bij te komen op de bank. Rik is het grootste stuk bravoure kwijt maar reageert nog steeds op alles met een (verdrietig) ‘pfff nou en’ of ‘pfff boeien!’

En dus besluit ik maar het gesprek aan te gaan met (een gekalmeerde) Roy. En dan blijkt dat de oorzaak van dit hele drama ‘jaloezie’ heet.

Lesley heeft bij de supermarkt een puppy geaaid en Rik niet ‘toegelaten’. Op het moment dat Rik ‘erbij kon’ moest de eigenaar met de puppy ervandoor en dus was Rik nogal teleurgesteld (lees: verdrietig).

Tja, en als Rik verdrietig is mag dat natuurlijk niet gezegd of getoond worden (onder het mom échte mannen huilen niet) en gaat hij vreselijk boos doen en zichzelf en vervolgens ook de rest in de weg zitten….

Dus tja? Is stemmen horen alleen maar één groot feest? Nee hoor, er zijn nog steeds dagen bij waarop ik het gevoel heb terug bij af te zijn, terug in de dagen dat de stemmen allesoverheersend en bedreigend waren en ik geen eigen leven meer had. De tijd waarin de stemmen mijn leven waren en compleet beheersten.

Maar gelukkig komen dat soort dagen steeds minder vaak voor!


* kleine kanttekening: iedereen in mijn hoofd (en ook ikzelf) is emotioneel een stuk(je) jonger dan de zogeheten kalenderleeftijd. Hierdoor zijn de reacties en gedragingen niet altijd helemaal leeftijdsadequaat.