8 maart 2019

Ervaringsdeskundigen zijn zo negatief over de GGZ..... en iets over cadeautjes.

Eens in de zoveel tijd mag ik werken Ik moet niet... ik ben namelijk 100% afgekeurd, dus ik mag...
En als ik dan ga werken, dan betekent dat meestal dat ik 'les' mag geven.

Eén van de klussen die ik het vaakst doe op dit moment, is het les geven aan GZ psychologen in opleiding over herstel en herstel ondersteunende zorg bij mensen met 'ernstige psychiatrische aandoeningen'.
Breek me de bek overigens niet open over die laatste term, want daar kan ik een heel ander epistel over schrijven, maar nu wil ik het over iets anders hebben. Misschien iets voor later...

Iedere keer loop ik tegen een aantal dezelfde dingen aan en die wil ik hier eens bespreken.

De studenten in deze groepen hebben eigenlijk al steevast commentaar dat ze mijn les moeten volgen (er is aanwezigheidsplicht, die overigens niet door mij bedacht is). Hun verweer: "we hebben al een les over herstel gehad" en dat klopt want tegenwoordig zit er nog een dagdeel specifiek over herstel in dit blok, dus ja, dit is het tweede dagdeel met (enige) overlap. Als je bedenkt dat deze opleiding meerdere jaren duurt (als ik me niet vergis) , dan vind ik dat het onderwerp herstel er vrij karig van afkomt.

Ik vraag dan altijd zo nonchalant mogelijk: "ok, ik hoor je. En hoeveel dagdelen heb je inmiddels over psychose of persoonlijkheidsstoornissen gehad?" Vaak krijg ik dan als antwoord dat dat geen goede vergelijking is, omdat dát onderdeel van hun beroep is en herstel niet. En dat is dan doorgaans weer het moment dat mijn schoenen uitvallen.
Hoe kun je, als psycholoog, beweren dat herstel niks met jouw beroep te maken heeft? Wat ben je dan aan het doen? Wat is het doel van al die 'interventies' die je met mensen uitvoert???
Kortom, oftewel mijn collega die die andere les over 'wat herstel is' heeft zijn/haar werk niet goed gedaan, oftewel er is nog heel veel werk aan de winkel.  En ik denk niet dat het aan het eerste punt ligt.

Een ander iets dat ik steevast terug hoor (of erger nog: terug lees in de schriftelijke evaluatie die ik achteraf toe gestuurd krijg, omdat mensen het in het evaluatierondje in de les niet zeggen), is dat ervaringsdeskundigen (ik in dit geval) altijd zo negatief zijn over de GGZ. En ja... ik vrees dat dat klopt, de meeste ervaringsdeskundigen zijn heel kritisch over de GGZ en dat wordt heel vaak als negatief gezien en vooral (als persoonlijke aanval) gevoeld, denk ik.

Ik moet dan altijd stiekem een beetje lachen want ik krijg/kreeg met regelmaat de wind van voren van collega ervaringsdeskundigen dat ik zo positief ben over de GGZ, niet kritisch genoeg. Dus ik probeer dan altijd maar te denken: wees maar blij dat mijn collega's hier niet stonden, want die hadden je alle hoeken van de GGZ kamer laten zien.

Maar ik snap het wel....
Alleen denk ik dat deze mensen vergeten dat door het verschil in rollen er altijd sprake van een verschillende kijk op zaken is.
Er is geen gelijkwaardigheid, de een is namelijk hulpVRAGER en de ander hulpGEVER. En dit gegeven zorgt al dat er sprake is van ongelijkheid.
De studenten in de groep vinden meestal dat zij het hartstikke goed doen en dat de ervaringsdeskundigen die zo negatief zijn, dus eigenlijk gewoon 'zeuren', of 'te kritisch zijn'.

En ik snap het, als ik aan de gevende kant zou zitten, dan zou ik het ook erg moeilijk vinden om toe te geven, of zelfs maar te willen accepteren, dat datgene dat ik geef niet altijd even goed ontvangen wordt....

Maar laat ik het dan eens zó proberen uit te leggen.
Stel je beste vriend is jarig en je bent uitgenodigd voor een feestje. Je hebt er zin in en duikt de stad in om het perfecte cadeau voor je vriend te vinden. Je zoekt en zoekt, wikt en weegt en je zoekt heel zorgvuldig het perfecte cadeau uit. Je besteedt er veel zorg en aandacht aan, pakt het prachtig in en vol overtuiging dat dit hét perfecte cadeau is en vol trots dat je dit gevonden hebt, ga je op pad naar het feestje.
Daar aangekomen overhandig je jouw 'perfecte cadeau'. En dan kunnen er een aantal dingen gebeuren:
1) je vriend is net zo enthousiast  als jij en ziet dit ook als het perfecte cadeau.
2) je vriend vindt het wel aardig maar is niet zo enthousiast als jij
3) je vriend vindt het HELEMAAL NIKS

Kortom, of je het perfecte cadeau voor je vriend gevonden hebt, ligt niet in jouw macht.

En dat is dus, in mijn ogen, ook wat er bij patiënten/cliënten/klanten/ gasten/ mensen in zorg (of noem maar een term) gebeurt. Uiteraard is de hulpverlener heel tevreden over de zorg (het cadeau) die hij aanbiedt en is hij ervan overtuigd dat hij het op de best mogelijke manier geboden heeft. (Als dat namelijk niet het geval zou zijn, dan mag je je achter de oren krabben of je (nog) wel in het juiste beroep zit.)
Maar de ontvangende mens kan de hulp die je aanbiedt heel anders zien en ervaren dan jij doet. Kan het zelfs als schadelijk/slecht ervaren, zonder dat jij dat zo bedoeld hebt.

En natuurlijk gaan wij, de ontvangende kant, er écht wel vanuit dat de gevende kant het beste met ons voor heeft en het goed bedoelt. Maar dat neemt niet weg dat het niet altijd zo uitpakt.

Moraal van het verhaal: Hulpverlening is als het geven van een cadeau. Je kunt er nog zoveel aandacht en zorg aan besteden en er zelf nóg zo tevreden over zijn. Uiteindelijk is het de ontvanger die bepaalt of iets een succes is of niet.

afbeelding: internet



ps: voor de duidelijkheid... Deze mensen zijn al psycholoog en ook in die functie werkzaam, maar zijn zich als het ware aan het 'specialiseren' (en ik geef toe dat dit ongetwijfeld een kromme uitleg is)