25 augustus 2021

De puinhoop die CAK heet….

Oftewel: de CAK soap continues.... 

Twee weken geleden werd mij (en de financieel adviseur van m’n zorginstelling) toegezegd dat het CAK binnen twee weken mijn zaak (probleem op probleem op misverstand op fout enz) zouden oplossen of toch op z’n minst zouden oppakken. Wij geloofden daar beiden uiteraard erg weinig van, maar goed: voordeel van de twijfel… 

Die periode was afgelopen maandag voorbij en zoals verwacht hadden we nog niks van het CAK vernomen. En dus ging financieel adviseur daar achteraan bellen. 

Uiteraard wordt de schuld bij iedereen behalve bij het CAK zelf gelegd. En de telefoniste had nooit de termijn van twee weken mogen beloven, de gemeente was te laat: blablabla. Een nieuwe termijn wordt niet gegeven. We moeten maar een klacht indienen (zullen we ook nog wel doen). En de financieel adviseur geeft aan dat we een afspraak gaan maken bij het hoofdkantoor in Den Haag… 

Het werd stil aan de andere kant van de lijn…. Maar dat was toch niet nodig? Het was slechts een kwestie van het checken van afschriften…. En dat klopt ook, maar dat krijgt het CAK dus al 4 maanden niet voor elkaar terwijl het ‘slechts’ zo simpel is… 

Er zit nu een ‘blokkade’ op ‘mijn case’ wat eigenlijk alleen wil zeggen dat ik geen post meer van ze krijg ‘tot het is opgelost’, maar de einddatum van de blokkade staat op eind augustus (en dan gaan ze het heus niet opgelost hebben…..) Er wordt een digitale bevestiging beloofd van de blokkade (hadden we dat niet al eerder gehoord?) en financieel adviseur en ik spreken af om na haar vakantie (eind september) even contact te hebben over de eventuele vorderingen (die we beiden niet echt verwachten). 

Ik wens haar een fijne vakantie, hang op en wandel naar de brievenbus. Daar vis ik maar liefst twee enveloppen van het CAK uit de bus. Eentje had ik verwacht, namelijk de factuur van augustus (waarmee de blokkade dus gewoon eigenlijk bullshit is). Maar er is nóg een envelop. 

Toen ik deze vol spanning open maakte, kwam daar een betalingsoverzicht uit tevoorschijn, iets dat me in april al was beloofd….. 

Ik kijk er naar en word er opnieuw boos van. Ten eerste omdat dit wederom in strijd is met die blokkade. Ten tweede omdat het ze dus blijkbaar 4 maanden gekost heeft om de print opdracht op hun pc te vinden. Ten derde omdat daar staat dat ze 163 euro van me tegoed hebben, maar als ze datzelfde lijstje even na zouden kijken, ze ook zouden zien dat verder naar onderen op dat lijstje al die openstaande betalingen reeds voldaan zijn….. 

En als ik, die met een 4 voor economie wist te slagen, dit kan zien en begrijpen, dan zou een financiële afdeling van het CAK dat toch ook moeten kunnen????? Maar nee…. 

Voor nu gooi ik dat overzicht maar gewoon op de grote CAK (puin)hoop. 
Dat doen zij zelf schijnbaar ook met al mijn post….

foto: eigen fabricatie


9 augustus 2021

De ‘kwestie Frederique’…

Toen was er natuurlijk ook nog ‘de kwestie Frederique’. En daar wil ik als non binair persoon uiteraard toch ook wat over kwijt. 

Voor wie geen idee heeft waar ik het over heb, zal ik het zo kort mogelijk proberen uit te leggen. 

Op 26 juli 2021 werd de 14 jarige Frederique in elkaar geslagen in een speeltuintje in Amstelveen omdat ze niet het gewenste antwoord wilde geven op de vraag ‘ben jij een jongen of een meisje’? 

In plaats van een van deze twee opties te noemen gaf ze het antwoord: ‘wat maakt het uit? Ik ben wie ik ben en jij mag zijn wie jij wil zijn’. 

Dat was waarschijnlijk iets te vaag voor de vraagsteller en in plaats van om nadere uitleg te vragen koos hij ervoor om Frederique in elkaar te meppen. En goed… ze hield er een gebroken kaak, neus en tanden aan over. 

Deze mishandeling inclusief foto van de mishandelde puber, haalde het nieuws en er was sprake van een soort van collectieve verontwaardiging. Gelukkig maar, het laat Nederlanders blijkbaar niet geheel koud en er werden massaal kaartjes en cadeautjes naar Frederique gestuurd. Een mooi gebaar. 

Frederique  omschrijft zichzelf ergens als ‘genderfluïde’. Een term die de meeste mensen waarschijnlijk weinig zegt en eerlijk is eerlijk, ik pak er voor de zekerheid ook maar even een bestaande definitie bij:

"Genderfluïde (ongeveer: vloeibare gender) is een genderidentiteit waarbij er tussen genders wordt gewisseld. Iemand die zich genderfluïde noemt kan zich bijvoorbeeld het ene moment mannelijk en het andere moment vrouwelijk voelen.’ ("bron: Wikipedia) 

Frederique ziet zichzelf niet als jongen of meisje, maar als persoon. Het maakt haar niet uit hoe anderen haar zien. Ze is geboren als meisje en is dus gewend aan zij en haar, maar ze vindt het ook niet erg als iemand haar hij en hem noemt. 

‘Genderfluïde’ is net als ‘non-binair’ een ander soort gender identiteit dan de meest bekende twee: man of vrouw. 
Het verschil is misschien wel (maar dat vul ik zelf even in) dat een genderfluïde persoon zich thuis kan voelen in beide hokjes (man/vrouw), terwijl een non-binair persoon zich juist vaak in geen van beide hokjes thuis voelt. 

Maar goed. Ik kan niet ontkennen dat ik best een beetje verbaasd was, dat zo’n groot deel van de Nederlandse bevolking zo boos en verontwaardigd was over deze specifieke mishandeling. Misschien was het ook wel pur sec de mishandeling waar mensen verontwaardigd over waren, ik weet het niet. 

Normaal gesproken staat half Nederland zo ongeveer op z’n achterste benen als er ook maar iets over gender in het nieuws komt. Termen als ‘gender neutraal’ roepen doorgaans niet de meest positieve dingen in mensen op en leiden nogal vaak tot grote weerstand. 

De mensen voor wie ‘gender neutrale woorden’ zo belangrijk zijn, komen er vaak nogal bekaaid vanaf. Ze moeten zich niet zo aanstellen, er zijn nou eenmaal alleen mannen of vrouwen. Punt. 

De hele ‘kwestie Frederique’ (ik noem het maar even een kwestie, daar ik alles om dit hele gebeuren heen bedoel en niet alleen haar als persoon) gaat over gender. Specifieker: over gender diversiteit. 

Het laat zien dat er blijkbaar meer is dan de bekende hokjes man en vrouw. En het laat ook zien hoe de maatschappij nog niet klaar is voor een afwijkend antwoord, dan die bekende hokjes. 

En ik realiseer me best dat ik nu heel erg generaliseer en de hele maatschappij over één kam scheer met één puber die misschien zijn dag wel niet had. 

Natuurlijk zijn er best een aantal mensen die open minded zijn en andere gender diversiteiten (beginnen te) omarmen. Het worden er gelukkig ook steeds meer. En ik denk dat ‘de kwestie Frederique’ goed duidelijk maakt waarom die acceptatie zo belangrijk is. Wij (de gender diverse medemens) zijn er nu eenmaal, deal with it! Wen er maar aan!

Het feit dat Frederique geen antwoord wilde geven op die simpele (maar voor genderdiverse mensen zó complexe) vraag ‘ben je een jongen of een meisje’, was haar goed recht. Toch werd het niet geaccepteerd. En hoe lullig ook, hoewel dit nooit had mogen gebeuren, is het misschien wel goed dat het gebeurd is. 

Laten we hopen dat mensen nu meer en anders gaan kijken naar gender en gender diversiteit. En dat ze bij de eerstvolgende discussie over ‘gender neutrale begrippen’ nog eens terugdenken aan die afgrijselijke foto van de 14 jarige mishandelde Frederique. 

Want hoewel het woord gender DIVERSITEIT is, draait het uiteindelijk om INCLUSIE. Het gaat over het feit dat er verschillen zijn, maar dat al die verschillende onderdelen uiteindelijk één geheel vormen. Er wordt niks van jou afgepakt, maar andere mensen krijgen het gevoel dat ze er niet langer buiten staan, maar er ook bij horen….

foto: uit eigen werk



1 augustus 2021

De prijs voor grensoverschrijdend gedrag….

Als je hier wat vaker mee leest, dan zal het je niet ontgaan zijn, dat ik de afgelopen weken een aantal keer ben gaan helpen bij de gevolgen van de watersnood ramp in Wallonië. 

In mijn voorgaande blogs heb ik geprobeerd een verslag te schrijven van wat we daar zoal gedaan hebben. Maar vandaag wil ik graag iets schrijven over wat dit met mij als persoon gedaan heeft en nog doet. 

Toen de eerste berichten over de overstromingen hier in Nederlands Limburg binnen kwamen, deed ik daar in eerste instantie wat lacherig over. "Welkom in Limburg aan Zee" en "Welkom in Valkenburg in de Geul", grapte ik op sociale media. 

Als ik daarop terugkijk, ben ik daar verre van trots op. Maar eerlijk is eerlijk, ik had op dat moment nog geen idee van de ernst van de situatie. Ik zat zelf hoog en droog op de bovenste verdieping van een flat, die ook nog eens op een berg stond. Als ik naar buiten keek, regende het hier niet eens zo hard. En daarnaast: Zuid Limburg is het hoogst gelegen gebied van Nederland, wat kon er hier nou echt mis gaan? Pas daarna zag ik de beelden van o.a. Valkenburg en realiseerde ik me, dat er buiten mijn flat dingen behoorlijk heftig mis aan het gaan waren. 

Ik zette de tv aan en was in shock.... Dit kon toch helemaal niet? Ik wist maar één ding: ik wilde helpen... maar hoe? 

Als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat ik bang ben voor (onbekende) mensen (zowel in mijn huis als daarbuiten) en onverwachte situaties. Maar ik wilde ook zo graag iets doen! En dus zweefden mijn vingers een half uur boven de enter knop, voor ik een aanbod plaatste dat ik eventueel een slaapplek had als iemand dat nodig had. Uiteindelijk postte ik mijn aanbod op meerdere groepen, stiekem heel hard hopend dat niemand daar op in zou gaan. Maar ook heel erg zeker van mijn zaak, dat als er iemand zou reageren, dat ik dit ook écht waar wilde maken, hoe moeilijk ik dat ook zou vinden.... (Uiteindelijk heeft er zich tot op heden nog niemand gemeld). 

Ook wilde ik dolgraag praktisch gaan helpen, maar dat zou ook betekenen dat ik met onbekende mensen, op een onbekende plek 'iets' moest gaan doen en dat is voor mij best een dingetje. Uiteindelijk zag ik via een Facebook vriendin een plek waar hulp nodig was en besloot ik me voor de volgende dag aan te melden. Want als ik iets beloof, dan kom ik dat na.... en zo kon ik er dus niet onderuit. 

En zo geschiedde. Ik ging er heen (met knikkende knieën), en het viel allemaal reuze mee en was nog gezellig ook. Maar omdat ik zó graag wilde helpen, ging ik er (zoals ik meestal doe met iets dat ik heel graag wil en heel belangrijk vind) voor 200% in. En dat heb ik geweten. 
Een dag later kon ik letterlijk niet meer op mijn benen staan van de rugpijn en ik was dood en dood moe. 

Vervolgens kwamen de berichten uit België en Duitsland, met de daarbij behorende beelden en ik zat huilend voor de tv. Ik kon de tv niet uitzetten, ik kon me niet losweken van sociale media en de beelden kwamen maar binnen en binnen en ik moest steeds harder huilen. Ik kon er niet van slapen. Ik voelde me zo gigantisch machteloos! Ik wilde helpen, maar ik wist wederom niet hoe... 

Uiteindelijk kwam er een aanbod langs van iemand die vanuit het midden van het land naar Luik zou gaan en de vraag of er iemand met haar mee wilde. En weer zweefde mijn vinger heel lang boven de knop voor ik terugschreef dat ik graag mee wilde. Ik vond het doodeng, maar ik deed het en ik ging met twee volstrekt onbekenden mee naar een gebied waarin ik geen flauw idee had wat me te wachten zou staan. Ik had de beelden op tv gezien en that was it. 

Toen we eenmaal in Luik aankwamen en ik de (letterlijke) puinhoop en chaos in het echt zag, vond ik het ‘allemaal wel meevallen’. Niet omdat de puinhoop en schade mee viel overigens, maar het kwam gewoon niet zo hard binnen. Ik zag het, ik vond het verschrikkelijk en ik vond het heel verdrietig, maar echt voelen, kon ik dat niet. Ook de verhalen van de paar mensen die ik wél kon verstaan (mijn Frans is belabberd) kwamen ‘niet echt binnen’. En ja, ik zag, hoorde en voelde hun leed wel in hun verhaal, het raakte me zeker, maar écht voelen deed ik het niet. 

Ik ging nog vaker mee terug, steeds met ‘wildvreemde’ mensen, naar steeds een ander gebied, met steeds veranderende situaties en plannen. En hoewel ik nooit van verandering of onzekerheid hou, laat staan van chaos, kon het me niet zoveel schelen. Dit was, wat het was, maar het betekende wel dat ik elke dag over heel veel van mijn persoonlijke grenzen heen ging. Dat ging automatisch en vanzelfsprekend, ik had het eigenlijk niet eens door. 

Ergens in die dagen hoorde ik, samen met mijn collega’s, een heel schrijnend verhaal aan. En een aantal van mijn collega’s waren zichtbaar heel erg aangedaan, ze moesten huilen. En dat vond ik heel erg. Maar zelf vond ik dat verhaal ook heel erg, maar huilen, nee, dat was niet aan de orde. En op dat moment begon ik mezelf een heel slecht mens te vinden. Ben ik dan zo’n ontzettend ijskonijn? Doet dit alles me dan helemaal niks? De verhalen, het verdriet van mensen, de puinhopen, de ravage, de chaos, de wanhoop? Waarom voel ik niks, terwijl het de mensen om me heen tot tranen brengt? Heb ik dan geen hart? 

Ik gok dat mijn ‘kwetsbaarheid’ (een van de vele trouwens) hier in deze situatie mijn kracht is. Doordat ik al van heel jongs af aan nare dingen heb meegemaakt, heb ik destijds een supertalent ontwikkeld, dat in de psychiatrie dissociëren wordt genoemd. Mijn lijf heeft al heel lang geleden geleerd om pijn en emoties uit te schakelen in 'bedreigende' situaties. En hoewel het momenteel in het dagelijks leven niet meer zo hard nodig (of functioneel) is en ik al veel meer kan voelen dan ik ooit kon, schiet dat aangeleerde gedrag in dit soort situaties blijkbaar weer terug aan. Ik schiet automatisch in de ‘overlevingsstand’ waardoor ik nuchter ben en blijf en de emoties niet de overhand nemen (of eigenlijk überhaupt (gevoelsmatig) niet binnen komen). 

Mijn andere voordeel in deze situatie is dat ik de taal niet machtig genoeg ben. Ik kan woorden opvangen en produceren, maar ik spreek en versta er veel te weinig van om het echt te begrijpen. 

Normaal gesproken als ik in een gebied ben waar ik me niet verstaanbaar kan maken of de mensen niet kan verstaan, raak ik in paniek. Maar hier was het (voor mij) ergens wel fijn dat ik niet alles begreep. Maar tegelijkertijd vreet dat ook aan me, want ik voel me ook tekortschieten als ik taalkundig niks kan... ik word er ook reuze onzeker van en ga twijfelen aan alles en vooral aan mezelf. 

En juist omdat ik taalkundig niet zo veel kon bijdragen, was ik zo ontzettend blij (en in mijn element, al klinkt dat stom) als er een echte ‘doe klus’ was. Want ok, ik spreek en versta nauwelijks Frans, maar ik heb wel twee handjes waar ik (hard) mee kan werken. Dus van die echte ‘hands on jobs’ werd ik heel blij. 

Gedurende al die dagen, kwamen er heel veel indrukken binnen. En zonder het door te hebben, ging ik steeds weer opnieuw een stukje over een persoonlijke grens heen. Steeds gebeurden er kleine (en soms wat grotere) dingen waar ik niet goed tegen kon. En al die dingen en indrukken en emoties die ik stuk voor stuk niet kan voelen, sijpelden wel mijn brein in. En net zoals die rivieren die hier in Wallonië voor al die ellende hebben gezorgd, heeft ook mijn brein maar een beperkte capaciteit. Dus ergens woensdag middag gebeurde er iets wat voor mij de ‘laatste druppel’ was. Ik was moe en door steeds maar ongemerkt over allerlei grenzen heen te gaan, was ik (ongemerkt) zwaar overprikkeld en ik moest heel hard huilen. 

Maar ja.... wat doe je dan als je tussen allemaal wildvreemden staat? Die stiekem al ‘eng’ zijn als het nog goed gaat? Dan probeer ik het tegen te houden, maar dat ging niet meer en ik kreeg kortsluiting (in dit geval: huilen en eigenlijk niet goed kunnen stoppen.) Met de rust van een van de collega’s die ik genoeg vertrouwde, gingen de tranen tijdens de rit naar de volgende bestemming een beetje naar de achtergrond, maar ze bleven heel hoog zitten. 

Uiteindelijk was ik die avond pas om half elf thuis. En ik ben rechtstreeks met kleren en al onder de douche in de douchebak gekropen en heb daar een uur lang alleen maar gehuild. Ik kon niet meer stoppen. De hele nacht heb ik gehuild, en ik kon het echt niet meer stoppen. En dat vind ik dan weer stom van mezelf en dus wil ik naar zo’n andere (oude) overlevingsstrategie grijpen: mezelf pijn doen. (Wat ik uiteindelijk overigens niet gedaan heb, maar toch). 

Op dit soort momenten voel ik me heel eenzaam. Ik heb geen (groot) netwerk en de paar vrienden die ik heb, wil ik al niet lastig vallen als het goed met me gaat, laat staan als ik zó gigantisch over m’n toeren ben (en niet goed weet waarom), Ik wil anderen niet lastig vallen, niet tot last zijn, want anderen hebben genoeg aan zichzelf (vult mijn brein dan alvast maar in voor de ander) en ik wil niet lastig gevonden worden, want dat hoor ik al m’n hele leven... 

Uiteindelijk heb ik donderdag gevraagd of ik met een van m’n ex woonbegeleiders mocht bellen (een opgave op zich). Hij is vertrouwd en ik heb denk ik een uur of zo tegen hem zitten huilen. Maar ja. 
De rest van de dag heb ik nog steeds alleen maar gehuild. Maar die avond sliep ik voor het eerst in weken een paar uur achter elkaar. 

Als je me vraagt wat me nou zo geraakt heeft, of waardoor ik zo overprikkeld ben geraakt, dan denk ik niet zozeer dat dat de verhalen of de ellende om me heen was. Ik denk dat het steeds weer over m’n grenzen gaan, het dagenlang sociaal doen, het dagenlang niet echt mezelf kunnen zijn (want dan vinden ze me nog ‘raarder’ en irritanter dan nu al het geval is) en het dagenlang omgeven worden door mensen (terwijl ik altijd ‘alleen’ met mijn stemmen ben), en ook nog eens in een omgeving waar ik de taal niet kan verstaan en me niet verstaanbaar kan maken, dat dát mijn emmer heeft doen overlopen. 

Inmiddels loop ik niet meer de hele dag te huilen, maar ik ben wel nog steeds doodmoe. Dat is (een klein stukje van) de prijs die ik betaal voor mijn eigen grensoverschrijdende gedrag. Maar als iemand het me vraagt, ga ik maandag weer gewoon opnieuw mee, want het is het meer dan waard.

foto: gevonden op internet