29 mei 2017

Be your own superhero...

Soms, heel soms ben ik best trots op mezelf. Het gebeurt niet zo heel vaak, dus als het een keer gebeurt, dan mag ik dat van mezelf ook best wel even met de wereld delen.

Zoals je hier kon lezen, gaat het even niet zo makkelijk hier en heb ik last van flashbacks en dingen zien die er niet echt zijn. In dit geval heb ik het dan even over bloed van de muren af zien druipen en dat soort feestelijke dingen.

De vorige keer dat dit me overkwam, werd ik daar zó door overweldigd (zelfs al was dat echt niet de eerste keer dat het gebeurde) dat ik een paar weken uit de running was en niet veel anders kon dan op de bank liggen en 'proberen te dealen met wat er was', wat me dus letterlijk al mijn energie kostte.

Misschien is het zinvol om uit te leggen, dat ik op zo'n moment met heel veel dingen moet dealen en niet 'alleen maar' met datgene dat ik zie en hoor. De kern is dat er iets in mij getriggerd is geraakt en dat IK zelf op dat moment heel erg bang ben. Maar ik ben nog steeds niet zo goed in dingen voelen, dus uit die angst zich, naast de beelden en flashbacks uiteraard, in een compleet hysterisch jongste stemmetje. Zij is ontroostbaar en moet eerst gekalmeerd worden voor ik als het ware voorbij haar kan kijken naar mijn eigen (volwassen?) angst.
Maar tegelijkertijd mag ik niet bang zijn (want dat is kinderachtig) en het feit dat ik dat klaarblijkelijk wel ben, triggert de jongste puberstem, die zijn boosheid afreageert op de jongste stem, op mij en mijn huis. Dus ook dat heeft eerst wat (lees: een boel) aandacht (en energie) nodig, voordat ik (voor mijn gevoel) aan mezelf toe kom. En ja ik weet, al die delen in mij, zijn mij, maar zo voelt het nog steeds niet altijd.

Als ik van die vorige keer één ding geleerd heb, dan is het wel dat ik het een volgende keer anders wilde. Ik wist niet hoe, maar dat ik het anders aan zou pakken stond voor mij vast. Ik zou me niet wéér zó gek laten krijgen door de demonen van mijn verleden.

Anyway....
Terug naar waar ik mee begon: dat ik soms trots ben op mezelf. En vandaag was zo'n dag.
Vandaag kreeg ik het eindelijk weer voor elkaar om die metershoge drempel van het lokale zwembad over te klimmen. Ik wilde al heel lang gaan, maar toen het vanmorgen om 9u al 29 graden hier binnen was, werd de nood wel heel hoog.
En dus vertrok ik naar het bad. Maar toen ik eenmaal de ruimte van het wedstrijdbad inliep, kreeg ik de schrik van m'n leven: het normaal zo mooie 'blauwe', heldere zwemwater waar ik zoveel van hou, was nu niet mooi blauw, maar het zwembad was gevuld met bloed.

En meteen barst dan de paniek los en wil ik eigenlijk alleen nog maar heel hard wegrennen (bij wijze van spreken, want ik ren nog steeds niet...nooit). Maar ik deed het niet.
Het was geen kwestie van niet weg kunnen, want ik was wel in staat om een stap achteruit te doen en tegen de muur tot rust komen.
Rustig ademhalen en om me heen kijken, observeren wat anderen doen, hoe zij reageren. Het was druk en er waren dus heel veel mensen in dit bloedbad aan het zwemmen. Als zij dat konden, en het blijkbaar de normaalste zaak van de wereld vonden, dan zou ik dat toch ook moeten kunnen???

En dus ging ik in de herkansing... Liep terug naar de rand van het bad, haalde diep adem en dook er in. In het begin had ik het moeilijk, hyperventileren en zwemmen is niet zo'n heel goede combinatie, maar na twee baantjes werd ik rustiger. Het water bleef rood en de geur en smaak van bloed verdween ook niet compleet, maar het werd wel minder.

Uiteindelijk heb ik het anderhalf uur volgehouden, en daar ben ik best heel trots op.
Dat ik daarna écht geen energie meer over had voor de rest van de dag en eenmaal thuis heel lang geslapen heb, dat vertellen we er even niet bij. Maar ik heb mijn cape aangetrokken vandaag en ben van plan dat te blijven doen....


foto: getekend door een goede vriendin

25 mei 2017

Hallo flashbacks....

Eens in de zoveel tijd gaat er hier 'iets mis'. Soms zit daar heel veel tijd tussen, en soms wat minder.
Nou heb je natuurlijk 'mis' in verschillende gradaties, maar waar ik het nu over heb is 'echt mis', zodanig mis dat mijn leven er tijdelijk niet eenvoudiger op wordt. 

De laatste keer dat het 'heel erg mis' was, is inmiddels geloof ik een jaar geleden. Ik ging toen op controle bij de tandarts en daar gebeurde iets waardoor alles in mij getriggerd werd. Het gevolg was, dat ik ruim 4 weken 'uit de running' was en niks anders kon, dan op m'n bank liggen en vechten tegen alles wat ik hoorde, zag, rook en proefde.
Het was heftig en als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat ik zelf ook behoorlijk schrok van de heftigheid en er momenten waren dat ik dacht dat ik er niet meer uit zou komen en dat het nooit op zou houden. 

Maar goed, net als al die keren ervoor, hield het wel op en kwam ik er wel doorheen. 

Je zou kunnen denken: als dit om de zoveel tijd gebeurt, dan moet je er toch inmiddels aan gewend zijn? Maar dat is het lastige, en misschien voor de buitenstaander ook wel het onbegrijpelijke: het went nooit!

Afgelopen week zat ik thuis op de bank een film te kijken, zoals ik dat wel vaker doe. Op zich niks aan de hand dus. Het was niet de meest vrolijke film, maar ook niet de meest erge die ik ooit gezien heb. 
Tot het moment dat er out of the blue een hond werd doodgetrapt..... 
Ik kon het niet voorspellen, ik kon het niet voorkomen en baf, ik zat er weer midden in: hallo flashbacks!

Spontaan ga ik dan hondengejank horen. Na een tijdje komt mijn eigen (dode) hond in mijn kamer liggen (en dat klinkt vast een stuk schattiger dan het daadwerkelijk voor mij is). Ik ruik en proef alleen nog maar bloed, dus eten en drinken is even niet zo mijn hobby (dat is gunstig). 
Ik zie bloed van de muren afdruipen, het komt uit het plafond en ik voel de druppels op me vallen. En met wat pech, (nu nog niet het geval) ga ik ook nog het beeld zien van een persoon in mijn kamer die ik liever niet wil zien.

Ik ken het klappen van de zweep. Het is niet m'n eerste keer en het zal ook niet mijn laatste keer zijn. Maar dat neemt niet weg dat ik gewoon weer opnieuw tegen m'n eeuwige demonen moet vechten. Dat ik al m'n energie nodig heb om m'n dag door te komen. Dat alle input van buiten (inclusief goedbedoelende mensen) teveel is, er niet meer bij kan. Want ik vecht niet alleen mijn eigen strijd, ik heb ook nog een binnenwereld waar ik voor moet zorgen op zo'n moment.
Aangezien de trauma's voor het grootste deel voortkomen uit m'n jeugd, raken ook de kinderstemmen in mij ontregeld. Zij zijn er namelijk mede door deze trauma's gekomen, dus daar moet ik voor zorgen vóórdat ik überhaupt aan mezelf toekom. 

Kortom, ik vind het knap ingewikkeld. En op heldere momenten, zoals nu, WEET ik best dat alles wat ik waarneem er niet daadwerkelijk is. Dat mijn brein stomme trucjes met me uithaalt, maar als de vermoeidheid toeslaat, of de stress groter wordt (bijvoorbeeld door nog meer geluid van buitenaf) dan 'vergeet' ik dat en is alles levensecht en ben ik echt weer bang. 

Ik baal ervan en ik ben steeds weer opnieuw bang dat die beelden, geluiden, geuren en smaken nooit meer weg gaan. En ja ik weet dat ik er tot nu toe altijd doorheen ben gekomen, maar wat als me dat dit keer niet gaat lukken? Energie is ook niet oneindig toch? En ik weet wel dat ik zo niet moet denken, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

Nou kun je natuurlijk zeggen: waarom kijk je dan nog naar films, als je weet dat het je kan triggeren?
Het antwoord is zowel ingewikkeld als heel simpel: ik wil m'n leven niet laten bepalen door m'n trauma's (terwijl dat in zekere zin toch echt wel dagelijks aan de orde is). Ik kan niet alle triggers vermijden en voorkomen, want alles, maar dan ook alles, kan een trigger zijn en de boel in gang zetten. Dan zou ik geen leven meer over hebben. En dat is niet de bedoeling, in ieder geval niet MIJN bedoeling. 

Dus hallo flashbacks, dank je wel dat jullie er weer even zijn. Ik weet dat jullie een functie hebben, al zie ik dat nu even niet. Maar dank je wel dat jullie me in ieder geval weer even laten zien wat ik al doorstaan heb. 

foto: internet



23 mei 2017

What goes up....

I did it!!!!

Na vier jaar (of misschien zelfs wel langer) heb ik vandaag eindelijk mijn fiets naar de fietsenmaker gebracht. En ik hoor jullie al bijna denken: ja, en?? Maar voor mij is dit een big deal.

Ik heb namelijk 'drempelvrees'. Voordat deze fietsenmaker (de enige in mijn buurt) zijn winkel ging verbouwen, en een prachtige elektrische deur in zijn pand zette, had hij (in mijn herinnering) een deur met een dranger erop. Die deur ging in mijn ogen dus heel erg moeilijk open en als je tegelijkertijd ook nog je fiets naar binnen moest duwen, dan was dat best ingewikkeld. Nachtmerries had ik ervan!

Wanneer mijn fiets weer eens stuk was, dan lag ik dus letterlijk wakker van het idee dat ik hem naar de fietsenmaker moest brengen. En als ik al in slaap viel dan had ik nachtmerries over allerlei stuntelige dingen: ik die over mijn fiets de winkel in struikelde, ik die de deur niet open kreeg, ik die met fiets en al weer de straat op geduwd werd door de deur omdat ik niet snel genoeg die fiets naar binnen duwde en de deur weer dichtviel....enz.

Kortom, ik was een beetje bang voor die fietsenwinkel.

En nu kan ik natuurlijk vol blijven houden dat dit DE reden was dat ik mijn fiets zo lang niet heb aangeraakt, maar dan zou ik niet helemaal eerlijk zijn.

Sinds ik in Maastricht woon, en niet meer geheel afhankelijk ben van mijn fiets omdat er voldoende en redelijk betrouwbaar OV beschikbaar is, zijn mijn fiets en ik niet meer de beste maatjes.
Zoals ik altijd op mijn Postcrossing kaarten schrijf naar mensen in het buitenland: "I live in the hilliest part of my country" (ik woon in het meest 'bergachtige' deel van mijn land). En dat is ook zo. We noemen het dan wel heuvels, maar als ik moet fietsen, dan voelen ze voor mij nog altijd als bergen!

Het spreekwoord zegt: what goes up, must come down (wat omhoog gaat moet ook weer naar beneden gaan), maar daar ben ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet van overtuigd. Voor mijn gevoel, komt er nooit een einde aan de heuvels en het bergop fietsen. En met een duidelijk dalende conditie, werd fietsen dus niet echt meer mijn hobby en zo kwam het dat ik mijn kapotte fiets in een hoek smeet en hem daar liet liggen...

Tot vandaag dus.

Een aantal weken geleden werd ik geopereerd. Vóór die periode deed ik mijn best om mijn conditie weer een beetje omhoog te krijgen en dat was al redelijk gelukt. Maar nu, na die operatie voel ik me alsof ik de conditie heb van een oud, bedlegerig opaatje, die nog maar een halve long over heeft. Kortom: niet best!

En dus wil ik daar graag weer verandering in brengen en probeer ik regelmatig weer wat te wandelen. Maar het lijkt niet echt veel verandering te brengen. Na een kilometer ongeveer (soms iets meer) krijg ik weer pijn en moet ik rusten en daar baal ik van!
Gelukkig zijn er dan wel mensen om me heen die me helpen om te zien dat ik wel degelijk vooruitgang boek, want drie weken geleden kon ik nog niet eens tot het einde van de straat, maar toch. Mijn hoofd wil sneller, verder, beter!

Wat omhoog gaat, gaat ook wel weer een keer omlaag.... Ja, dat heb ik qua conditie wel gemerkt. Maar waar ik een beetje (veel) bang voor ben is dat het omgekeerde niet waar blijkt te zijn: what went down, will go up again....

Als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat ik doodsbang ben, dat mijn lijf nooit meer gaat functioneren zoals het deed voor de operatie. Dat mijn conditie nooit meer terugkomt op een voor mij acceptabel niveau (en ik ben daarin best snel tevreden, ik hoef echt geen topsport meer te kunnen bedrijven). Dat ik langzaam ga weg vegeteren en dat ik daadwerkelijk verander in dat oude, bedlegerige opaatje, dat ik me nu voel. Vooruit met twee hele longen, maar toch.

Morgenmiddag word ik weer herenigd met mijn fiets. Ik hoop dat we nu weer vriendjes kunnen worden en dat hij me gaat helpen om mijn conditie weer wat omhoog te brengen, want verder dan dit, wil ik echt niet zakken!

foto: internet

21 mei 2017

Over opvoeden....

Het is zaterdagmiddag. Het is droog, af en toe komt er een zonnestraaltje door de wolken gepiept en de buurkinderen zijn op straat te vinden. Zoals altijd zodra er een klein beetje zon is, zit een hele familie in hun voortuin op bierkratjes met elkaar te schreeuwen (want eerlijk is eerlijk, praten kan ik het echt niet noemen).

Ik woon in een wijk waar altijd wel wat te doen is. En dan heb ik het niet over leuke, gezellige activiteiten, maar er broeit hier altijd wel iets. Een burenruzie, huiselijk geweld, kwetsbare mensen die 'doordraaien': er speelt altijd wel iets.
En hoewel ik vaak mopper op alle gedoe en de herrie die dat met zich meebrengt, moet ik ook eerlijk zeggen dat ik ergens ook geniet van al dat gedoe. Ik zou in ieder geval nergens anders willen wonen.... (nou ja, behalve in Sydney, Australië dan, maar dromen moet kunnen).

Zaterdagmiddag dus, eind van de middag om precies te zijn en een paar uur geleden was er weer 'gedoe'. 

Ik heb een heel leuk overbuurjongetje, jaar of zes gok ik, blonde haartjes, snel afgeleid en vreselijk druk! Maar ik moet erg vaak lachen om hem... als hij bijvoorbeeld weer eens uit de tuin van zijn huis gerend komt, al rennend de broek van zijn kont trekt, tegen de dikke boom tegenover mijn raam gaat staan pissen en vervolgens weer de tuin in rent om verder te gaan waar hij mee bezig was. 
Het hoort natuurlijk niet, maar ik vind het best vermakelijk, al hoop ik dat hij dit niet de rest van zijn leven blijft doen. 

Dit jongetje is erg ondernemend en gaat er vaak vandoor. Hij is nieuwsgierig en zoekt vermaak bij alle kinderen uit de straat, maar ook de omliggende straten. Wanneer zijn moeder vindt dat hij thuis moet komen, dan gaat ze in de achtertuin staan en schreeuwt, met een volume waar een misthoorn niks bij is, zijn naam. Niet één keer, maar wel honderd keer. En soms hoort hij het, maar meestal niet.

Zaterdag rond het middaguur ging dit niet anders. Moeder stond wel een kwartier zijn naam te loeien in de tuin, maar zoonlief was in een andere straat aan het spelen en hoorde het niet (of vertikte het om zich als een hond te laten roepen, dat kan ook).
Toen hij na een half uur of zo, zich van geen kwaad bewust, aangeslenterd kwam, vloog zijn moeder de tuin uit, greep hem bij zijn arm en begon hem mee te trekken. Het jochie spartelde hevig tegen. Moeder gilde dat ze NU naar de dokter gingen en het jochie gaf zijn verzet even op, waardoor moeder hem losliet en hij vroeg verbaasd: "waarom dan?".
Wat moeder vervolgens zei, deed mijn hart ineenkrimpen. "Zodat de dokter jouw oren eraf kan snijden, want je gebruikt ze toch niet." 
En wij als volwassenen weten misschien best dat dit een loos dreigement is, uitgesproken uit onmacht, en dat een dokter nooit zijn oren eraf zou snijden, maar dit jochie heeft die kennis nog niet!
Hij raakte helemaal in paniek, begon te huilen, legde zijn handen over zijn oren en riep "nee mama, nee!" en mijn hart brak nog een stukje meer...

Mama pakte zijn armpje weer beet, maar hij zette in eerste instantie zijn hakken in het zand en vervolgens schopte hij haar tegen haar schenen. Moeder liet van schrik los en het jochie ging er vandoor.

Drie uur lang was hij 'spoorloos' en moeder liep huilend over de stoep heen en weer, in paniek omdat haar zoontje weggelopen was....

Tja, en ik zie haar paniek en haar verdriet, maar ik kan het even niet opbrengen om medelijden met haar te hebben. Het enige dat ik kan denken is: ja, zo voelde je zoontje zich net ook toen je hem dreigde zijn oren af te laten snijden... voel maar eens even hoe dat voelt.

En ik weet het, dat is gemeen van me, maar ik snap gewoon niet wat ouders bezielt om zo met hun kinderen om te gaan. En ik weet ook dat ik makkelijk praten heb, ik heb namelijk geen (externe) kinderen, dus weet ik ook niet waar ik het over heb en heb geen verstand van opvoeden, maar als je dit soort dingen tegen je kind roept, dan heb je zelf misschien ook niet zoveel verstand van opvoeden.

Met het jochie was alles prima. Ik zag hem vanaf m'n balkon in de 'schep' van de bulldozer op de hoek zitten, maar kon het niet over m'n hart verkrijgen om dat tegen moeder te zeggen (fout, ik weet het).
En toen hij zich weer durfde te vertonen, liep hij vijf minuten later alweer met een familiezak chips en 1,5 liter fles cola over straat te slenteren...

Zo was het schuldgevoel ook weer afgekocht.


foto: internet (www.movisie.nl)


13 mei 2017

Dissociëren.... altijd weer een verrassing!

Zoals voor jullie inmiddels waarschijnlijk geen nieuws meer zal zijn: ik hoor stemmen. Dat is voor mij momenteel niks naars meer, niks engs meer en zelfs meestal niet eens meer vervelend. Sterker nog: ik vind het meestal wel gezellig en zelfs leuk.

Een paar van die stemmen, willen mij nog wel eens overnemen, wat je zou kunnen vergelijken met achter het stuur kruipen van de auto, waarin ikzelf in deze metafoor de auto ben. 
Soms krijg ik daar helemaal niks van mee en is het alsof ik me niet in die auto heb bevonden. Op dat soort momenten heb ik een 'gat in mijn geheugen' en heb ik geen idee wat er gebeurd is in dat gat. 
Maar soms is het ook alsof ik achter in de auto zit, met een soort van one way screen tussen de achterbank en de bestuurder, waarbij ik wel hoor en zie wat er gebeurt, maar niet kan reageren.

Welke situatie het ook is, dit heet dissociëren. Het is ooit uit noodzaak geboren, om mij te beschermen en was dus nuttig en zelfs noodzakelijk, maar op dit moment in mijn leven is het niet echt noodzakelijk meer, maar gebeurt het af en toe nog steeds. 

Er zijn echter ook momenten waarop ik er bewust voor kies om het te laten gebeuren. Als ik bijvoorbeeld heel erg moe ben, dan is het soms makkelijker om me er niet tegen te verzetten, maar afspraken te maken met de stem die het meest aan het 'pushen' is. 
En eerlijk is eerlijk, dit is meestal Rik.

Rik is mijn 12 jarige puber, die dol is op gamen en een hekel heeft aan alles wat meisjesachtig is. De grootste hekel heeft hij misschien nog wel aan de jongste telg in mijn hoofd: een klein meisje waar hij niet van weg kan lopen en knettergek van wordt. Als hij teveel frustraties oploopt, wordt hij ontzettend opstandig en wil 'de baas spelen' en als ik daar niks mee doe, niet naar luister, dan neemt hij het stuur over zoals beschreven in de eerste situatie en gebeuren er wel eens dingen die niet zo leuk zijn.

Om dat te voorkomen spreek ik soms met hem af dat hij 'Rik tijd' krijgt. Dat is een tijdsperiode waarin hij de baas mag zijn en mag doen wat hij wil (binnen grenzen en met regels, waar hij zich (meestal) ook aan houdt). Zo ook gisteren.

Hij wilde ongestoord gamen en dat mocht van mij, maar ik moest ook nog boodschappen doen voor het avondeten, dus het mocht maximaal tot 17u. 

Rik vindt het leuk om mij te verrassen en dus heeft hij in zijn 'Rik tijd' ook 'de boodschappen ff gefixt', het lijstje lag namelijk in de keuken.... aardappels, rode paprika, fruit, champignons en broodbeleg... dat stond erop.

Toen ik in de keuken kwam (en de auto bij wijze van spreken pas later dan 19u was afgeleverd) was ik echter wel enigszins verbaasd over wat ik aantrof.... dat stond niet op het lijstje toch???

Rik was behoorlijk boos, want het stond echt wel op het lijstje, alleen de champignons kon hij niet vinden, want hij wist niet wat het was (rik schrijft fonetisch en dan denkt hij dus niet aan sjampenons)! En na zijn uitleg, moest ik stiekem toch wel een beetje lachen...
Aardappels met rode paprika: paprika chips...
Fruit: bubblegum ranja van mixed FRUITS (die overigens verdomd lekker is!)
Broodbeleg: koekjespasta! 

Hoewel ik nu toch echt mijn plannen voor het avondeten moest aanpassen, zeg ik: ik reken het goed.... heel creatief....

(Maar volgende keer doe ik het wel zelf ok?)

foto: uit eigen keuken

7 mei 2017

Van imaginaire vrienden naar politieagenten....

Het is zondagavond en ik kijk naar de tv. De film 'Bogus' is erop en ik heb me er de hele week op verheugd. Het is één van m'n favoriete films (maar daar heb ik er nogal veel van) en dus ben ik al gauw overgeschakeld van de tv naar m'n oude vertrouwde videorecorder.

Bogus gaat over een jongetje, Albert, die zijn moeder verliest en bij zijn tante (Whoopi Goldberg) moet gaan wonen. Zijn tante heeft echter absoluut geen verstand van kinderen en is eigenlijk altijd bezig met werken. Albert voelt zich dus erg eenzaam en mist zijn moeder. Om daarmee te kunnen dealen, heeft hij een imaginaire vriend: Bogus en dat levert leuke en minder leuke situaties op.

Ik zal hier niet de hele film gaan bespreken, mocht je hem willen zien, dan kun je hem vast wel ergens vinden. Maar er zit één stukje in dat me onmiddellijk terug naar het verleden brengt.

Zijn tante vindt dat Albert te oud is voor een imaginaire vriend en vindt dat Bogus moet gaan, omdat Albert hem niet meer nodig heeft. Ze gaat dan ook met Bogus in gesprek, terwijl ze hem niet kan zien of horen en wijst hem de deur. Albert (en Bogus zelf ook) kijkt toe hoe ze dat aanpakt, ziet het aan en ziet dat zijn tante geen idee heeft waar Bogus is, hoe groot hij is enz. En dus praat ze de verkeerde kant op....

Een boel jaren geleden zag ik met regelmaat dingen die andere mensen niet konden zien. Meestal waren dat personen die het op mij voorzien hadden en me wat aan wilden doen. Dat maakte me vaak ontzettend bang en in mijn angst belde ik dan de politie. De politie kwam dan langs, maar zag niemand op de plek die ik beschreef en dat leverde steeds verschillende reacties op. Meestal waren de (ongeduldige en soms ook boze) reacties ongeveer in de trant van 'stel je niet aan, er is daar niemand'. Maar dat werkte voor mij alleen maar averechts, ik zag die persoon namelijk wel degelijk en ook mijn angst was niet gespeeld. Ik WAS doodsbang en vreesde voor m'n leven. 

Maar op een zekere dag, trof ik een ander soort agent aan. Ik weet nog dat ik de deur open deed met een keukenmes in mijn handen, klaar om in de aanval te gaan, als de persoon in kwestie toe zou slaan. Maar dat werd me al gauw afgenomen door de agenten (en terecht). Maar zodra we in mijn kamer waren, vond ik wel weer een ander verdedigingswapen, dat één voor één werd afgepakt. Omdat ik ook nog een aantal huisgenoten had, die, in mijn 'verwarring' misschien niet helemaal veilig waren, werd besloten dat ik zou gaan logeren in het crisiscentrum. Daar was ik al vaker geweest en daar voelde ik me veilig. 
Maar ik durfde er niet naartoe te gaan, omdat ik zeker wist dat die persoon kon verschijnselen en daar zou zijn voordat ik er was. En dus werd ik in de politieauto daar naartoe gebracht. 

Maar eenmaal op locatie, was datgene gebeurd wat ik voorspeld had: de persoon was verschijnseld en stond nu recht voor de ingang van het crisiscentrum. En dus durfde ik de auto niet uit...
Vervolgens werd ik uit de auto gehaald door de agent die een denkbeeldige persoon aan de kant duwde (op totaal de verkeerde plek, de persoon stond aan de andere kant namelijk) onder het luid roepen van: "aan de kant, Mick moet hier naar binnen, aan de kant!" 

Ik kan me nog herinneren dat ik de agent heel raar aan keek, maar ergens ook wel blij was dat hij zijn best deed en niet zei dat ik me niet aan moest stellen.

Uiteindelijk ben ik veilig binnen gekomen en na een paar dagen verdween de persoon weer in het niets, net zoals hij ook 'uit het niets' gekomen was. (Al is dat laatste niet helemaal waar, hij kwam altijd voort uit mijn angst voor bepaalde dingen/personen)

Het is helaas één van de weinige positieve ervaringen die ik heb met de politie in mijn woonplaats, maar het blijft wel leuk dat een klein film fragmentje me even doet grinniken en terug doet denken aan de situatie van toen en deze grappige, geduldige agent!

foto: internet (film Bogus)