10 oktober 2025

De taken van ouders... oftewel verwend of verwaarloosd?

Als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat ik nooit echt een veilige thuissituatie heb gehad. Naar de buitenwereld toe, leek alles koek en ei en leek er niks aan de hand en had ons gezin alles goed voor elkaar. Binnen die vier muren van het huis, achter de gordijnen, was dat toch net iets anders. (Althans, zo zie en ervaar ik dat als volwassen Mick). 

Aan materiële zaken heb ik nooit een gebrek gehad, sterker nog, als ik ook maar ergens (per ongeluk hardop) liet vallen dat ik iets mooi vond (zonder het te willen hebben overigens, dan kwam het er vaak ook. En zelfs nu het contact bestaat uit een handjevol appjes per jaar, moet ik enorm opletten wat ik schrijf, want als ik bij wijze van spreken als grapje schrijf dat mijn oven zo traag werkt (wat dan niet daadwerkelijk het geval is, maar een grapje, want ik heb gewoon niet zoveel geduld en wél honger), dan kan het zomaar gebeuren dat er twee dagen later ongevraagd een gloednieuwe oven bezorgd wordt via een pakketdienst, of dat er geld op mijn rekening gestort wordt met de mededeling ‘voor een nieuwe oven’. 

Veel mensen zullen misschien denken: waar zeur je over, ik wou dat ik zulke ouders had. Of: wat ben jij ondankbaar, dat je dat niet waardeert. En al die mensen zullen vanuit hun oogpunt vast gelijk hebben, Maar ik ben hier serieus écht niet blij mee. En ja, ik voel me met regelmaat een rete-ondankbaar en verwend kind. 

Maar elk verhaal heeft twee kanten, en mijn gevoel hierbij komt ook echt wel ergens vandaan. 

Ik heb al heel jong geleerd thuis, dat niks voor niks was. Als je iets kreeg, dan werd er iets voor terug verwacht. En dat klinkt heel logisch en wellicht zelfs heel redelijk, maar als iemand jou iets geeft waar je niet om gevraagd hebt, wat je niet nodig hebt en eigenlijk ook niet wil hebben en je moet daar verplicht dankbaar voor zijn, dan is dat best naar. Zeker als je dat bijna 40 jaar later nog steeds te horen krijgt. In de vorm van ‘wij hebben in 1986 het nieuwste en duurste merk sportschoenen voor jou gekocht en jij wil nu, in 2025, niet eens even iets voor mij halen, je mag wel wat dankbaarder zijn’.  En dit voorbeeld ziet er misschien belachelijk en ongeloofwaardig uit, maar het is een recente letterlijke tekst uit de paar appjes die er dus per jaar gestuurd worden. 

De conclusie: ik moet enorm dankbaar zijn, voor alles wat ik allemaal (ongevraagd) gekregen heb. Maar feit is: ik ben als volwassen Mick de laatste tijd, vooral heel boos om wat ik allemaal niet gekregen heb en waar ik veel meer aan gehad zou hebben dan al die spullen: namelijk: aandacht, liefde, geduld, vertrouwen en me voorbereiden op het leven als volwassen Mick. 

Mijn ouders hadden als ‘opvoed stijl’: kinderen moeten zelf vragen om wat ze nodig hebben. Als ze iets willen weten, of iets nodig hebben, dan weten ze dat ze bij ons terecht kunnen’.  Op zich een mooi streven, maar om dat te kunnen doen, moet het wél veilig voelen om je vragen te kunnen stellen.
 
Op het moment dat je als onzeker kind op de bank zit en naar een kennis quiz kijkt met je ouders en iedere keer als een deelnemer iets niet weet of het antwoord fout heeft, de deelnemer belachelijk wordt gemaakt en er steeds opnieuw geroepen wordt ‘Jezus, dat je dát niet weet! Hoe dom ben je dan?’ (Terwijl jij het antwoord ook niet wist), dan maak je de kans dat je kind met een vraag over iets dat het niet weet naar je toe zal komen, steeds kleiner. Want, tja, blijkbaar ben je dom als je dingen niet weet en blijkbaar is dat heel erg, dom zijn…
Als je dat je hele leven in allerlei vormen hoort, dan zit er al gauw in je systeem dat je niet ‘dom’ mag zijn en dat je ‘eigenlijk alles moet weten’. 

Toen ik als jong Mickje nog op de middelbare school zat, snapte ik soms mijn huiswerk niet, terwijl ik dat toch wel degelijk voor een proefwerk moest weten. Heel af en toe, moest ik dan wel om hulp vragen en omdat mijn moeder helemaal niet begreep wat ik moest doen (die mocht blijkbaar wel ‘dom’ zijn), werd helpen bij huiswerk de taak van mijn vader. Maar Mick is Mick, altijd al geweest. Mick wil dingen begrijpen en neemt niet zomaar, zonder uitleg of reden, iets aan.
Dus als ik de stelling van Pythagoras moest leren, dan kon ik best wel opdreunen dat A² + B² = C²  was, maar ik wilde weten, waaróm dat zo was, wat het precies betekende? 

Een Mick met een drang naar uitleg en duidelijkheid, een vader met erg weinig geduld en een standaard antwoord ‘omdat dat gewoon zo is’, gingen niet goed samen en dit heeft met hele grote regelmaat tot (hele heftige) ruzies geleid. En hoe verder ik kwam op school, hoe meer ik erachter kwam dat mijn vader ook niet zo slim was als hij dacht te zijn en kon hij me niet meer helpen met m’n huiswerk.

Toen ik het huis uit was en voor de eerste keer belastingaangifte moest doen, vroeg ik mijn vader nogmaals om hulp: wil je dat alsjeblieft SAMEN met me doen, zodat ik het leer en volgende keer zelf kan doen. Maar ook hier, begreep ik dingen niet (snel genoeg) en vroeg ik blijkbaar te vaak waarom dingen zo waren. Dat mijn vader op veel van mijn vragen onmogelijk een voor mij bevredigend antwoord kon geven, snap ik nu ook wel, maar wat er gebeurde was, dat mijn vader boos werd, geen geduld meer had en het dan VOOR mij ging doen, zonder enige uitleg. Met als gevolg dat het wél geregeld was, maar dat ik het jaar daarna, exact hetzelfde probleem had. En ik werd er steeds onzekerder van, ging me steeds dommer voelen, terwijl ik dat eigenlijk echt niet ben. 

En zo ging het met alles wat je als 18 jarige zelf moet gaan regelen: verzekeringen noem maar op: als ik vroeg kunnen we daar SAMEN naar kijken, dan duurde het hem te lang en deed hij het VOOR mij, want dat was sneller. “Het is nu toch geregeld, maak je niet druk.” Als ik vroeg om uitleg, kreeg ik te horen dat ik die nog wel een keer zou krijgen, maar die ‘keer’ is tot op heden nooit gekomen. 

Ik heb dus nooit geleerd om dit soort dingen zelf uit te zoeken of te doen. En ik merk dat de angst om dom te zijn, om dingen niet te weten, niet te snappen, me tot op de dag van vandaag compleet verlamt. Ik sla compleet dicht en neem niks op als een ander het probeert uit te leggen, of ik zelf dingen probeer uit te zoeken door informatie te lezen. Ik raak in paniek, klap dicht en het lukt me nog steeds niet. 

Afgelopen weekend gebeurde er weer iets waardoor ik weer eens met m’n neus op deze feiten werd gedrukt. Schade aan de auto, verzekeringskwestie, ‘gewoon even doorgeven aan je verzekering’. En bij het woordje ‘gewoon’ schiet mijn hoofd in paniek en klap ik dicht, want voor mij zijn deze dingen niet gewoon. Ik snap ze niet, ik begrijp ze niet, al leg je het 1000x uit, het komt niet binnen. En als ik de eerste stap al voor elkaar gekregen heb, dan volgen er nog een heleboel van die ‘gewone’ vervolgstappen, die ik OOK niet geregeld en verwerkt krijg, met als gevolg dat ik jankend op de bank zit te wachten tot ik dood ga, want dan hoef ik het niet meer te regelen.

En ja dat klinkt vast heel overdreven, maar ik word hier zo wanhopig van, van dat dom voelen, dat dit daadwerkelijk is wat er gebeurt. 

Volgens de Nederlandse wet is de taak van ouders dit: 
De taken van ouders zijn primair gericht op de verzorging, opvoeding, en het ondersteunen van de ontwikkeling van hun kind tot een zelfstandige volwassene. Dit omvat het bieden van een veilige, liefdevolle en gestructureerde omgeving, het voorzien in levensbehoeften zoals eten en onderdak, en het overdragen van kennis en waarden. Ouders zijn hierin wettelijk verantwoordelijk en moeten altijd het belang van het kind vooropstellen, waarbij ze rekening houden met de leeftijd en ontwikkeling van het kind. (bron: Kinderrechten.nl) 

En als ik dat dan zo lees, en ik denk aan wat sommige mensen over me zeggen: verwend en ondankbaar, dan doet dat best pijn…
Dan kan ik eigenlijk alleen maar concluderen, dat mijn ouders maar aan erg weinig punten van deze omschrijving voldaan hebben. Ja, ik had een dak boven m’n hoofd en meestal had ik eten. Ik had veel spullen, maar de rest uit die omschrijving? Nee, dat was er niet en dat had ik veel liever gehad dan al die spullen bij elkaar. 

Als iemand me weer eens verwend noemt, dan probeer ik me maar vast te houden aan de wijze woorden die een psychiater ooit sprak: “Verwend zijn is eigenlijk een vorm van verwaarlozing”.

En hoewel ik het hier inmiddels roerend mee eens ben, neemt het mijn rotgevoel en het gevoel om keer op keer te falen als volwassene in deze maatschappij niet weg.

bron: plaatje in een artikel in NRC Handelsblad