1 augustus 2021

De prijs voor grensoverschrijdend gedrag….

Als je hier wat vaker mee leest, dan zal het je niet ontgaan zijn, dat ik de afgelopen weken een aantal keer ben gaan helpen bij de gevolgen van de watersnood ramp in Wallonië. 

In mijn voorgaande blogs heb ik geprobeerd een verslag te schrijven van wat we daar zoal gedaan hebben. Maar vandaag wil ik graag iets schrijven over wat dit met mij als persoon gedaan heeft en nog doet. 

Toen de eerste berichten over de overstromingen hier in Nederlands Limburg binnen kwamen, deed ik daar in eerste instantie wat lacherig over. "Welkom in Limburg aan Zee" en "Welkom in Valkenburg in de Geul", grapte ik op sociale media. 

Als ik daarop terugkijk, ben ik daar verre van trots op. Maar eerlijk is eerlijk, ik had op dat moment nog geen idee van de ernst van de situatie. Ik zat zelf hoog en droog op de bovenste verdieping van een flat, die ook nog eens op een berg stond. Als ik naar buiten keek, regende het hier niet eens zo hard. En daarnaast: Zuid Limburg is het hoogst gelegen gebied van Nederland, wat kon er hier nou echt mis gaan? Pas daarna zag ik de beelden van o.a. Valkenburg en realiseerde ik me, dat er buiten mijn flat dingen behoorlijk heftig mis aan het gaan waren. 

Ik zette de tv aan en was in shock.... Dit kon toch helemaal niet? Ik wist maar één ding: ik wilde helpen... maar hoe? 

Als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat ik bang ben voor (onbekende) mensen (zowel in mijn huis als daarbuiten) en onverwachte situaties. Maar ik wilde ook zo graag iets doen! En dus zweefden mijn vingers een half uur boven de enter knop, voor ik een aanbod plaatste dat ik eventueel een slaapplek had als iemand dat nodig had. Uiteindelijk postte ik mijn aanbod op meerdere groepen, stiekem heel hard hopend dat niemand daar op in zou gaan. Maar ook heel erg zeker van mijn zaak, dat als er iemand zou reageren, dat ik dit ook écht waar wilde maken, hoe moeilijk ik dat ook zou vinden.... (Uiteindelijk heeft er zich tot op heden nog niemand gemeld). 

Ook wilde ik dolgraag praktisch gaan helpen, maar dat zou ook betekenen dat ik met onbekende mensen, op een onbekende plek 'iets' moest gaan doen en dat is voor mij best een dingetje. Uiteindelijk zag ik via een Facebook vriendin een plek waar hulp nodig was en besloot ik me voor de volgende dag aan te melden. Want als ik iets beloof, dan kom ik dat na.... en zo kon ik er dus niet onderuit. 

En zo geschiedde. Ik ging er heen (met knikkende knieën), en het viel allemaal reuze mee en was nog gezellig ook. Maar omdat ik zó graag wilde helpen, ging ik er (zoals ik meestal doe met iets dat ik heel graag wil en heel belangrijk vind) voor 200% in. En dat heb ik geweten. 
Een dag later kon ik letterlijk niet meer op mijn benen staan van de rugpijn en ik was dood en dood moe. 

Vervolgens kwamen de berichten uit België en Duitsland, met de daarbij behorende beelden en ik zat huilend voor de tv. Ik kon de tv niet uitzetten, ik kon me niet losweken van sociale media en de beelden kwamen maar binnen en binnen en ik moest steeds harder huilen. Ik kon er niet van slapen. Ik voelde me zo gigantisch machteloos! Ik wilde helpen, maar ik wist wederom niet hoe... 

Uiteindelijk kwam er een aanbod langs van iemand die vanuit het midden van het land naar Luik zou gaan en de vraag of er iemand met haar mee wilde. En weer zweefde mijn vinger heel lang boven de knop voor ik terugschreef dat ik graag mee wilde. Ik vond het doodeng, maar ik deed het en ik ging met twee volstrekt onbekenden mee naar een gebied waarin ik geen flauw idee had wat me te wachten zou staan. Ik had de beelden op tv gezien en that was it. 

Toen we eenmaal in Luik aankwamen en ik de (letterlijke) puinhoop en chaos in het echt zag, vond ik het ‘allemaal wel meevallen’. Niet omdat de puinhoop en schade mee viel overigens, maar het kwam gewoon niet zo hard binnen. Ik zag het, ik vond het verschrikkelijk en ik vond het heel verdrietig, maar echt voelen, kon ik dat niet. Ook de verhalen van de paar mensen die ik wél kon verstaan (mijn Frans is belabberd) kwamen ‘niet echt binnen’. En ja, ik zag, hoorde en voelde hun leed wel in hun verhaal, het raakte me zeker, maar écht voelen deed ik het niet. 

Ik ging nog vaker mee terug, steeds met ‘wildvreemde’ mensen, naar steeds een ander gebied, met steeds veranderende situaties en plannen. En hoewel ik nooit van verandering of onzekerheid hou, laat staan van chaos, kon het me niet zoveel schelen. Dit was, wat het was, maar het betekende wel dat ik elke dag over heel veel van mijn persoonlijke grenzen heen ging. Dat ging automatisch en vanzelfsprekend, ik had het eigenlijk niet eens door. 

Ergens in die dagen hoorde ik, samen met mijn collega’s, een heel schrijnend verhaal aan. En een aantal van mijn collega’s waren zichtbaar heel erg aangedaan, ze moesten huilen. En dat vond ik heel erg. Maar zelf vond ik dat verhaal ook heel erg, maar huilen, nee, dat was niet aan de orde. En op dat moment begon ik mezelf een heel slecht mens te vinden. Ben ik dan zo’n ontzettend ijskonijn? Doet dit alles me dan helemaal niks? De verhalen, het verdriet van mensen, de puinhopen, de ravage, de chaos, de wanhoop? Waarom voel ik niks, terwijl het de mensen om me heen tot tranen brengt? Heb ik dan geen hart? 

Ik gok dat mijn ‘kwetsbaarheid’ (een van de vele trouwens) hier in deze situatie mijn kracht is. Doordat ik al van heel jongs af aan nare dingen heb meegemaakt, heb ik destijds een supertalent ontwikkeld, dat in de psychiatrie dissociëren wordt genoemd. Mijn lijf heeft al heel lang geleden geleerd om pijn en emoties uit te schakelen in 'bedreigende' situaties. En hoewel het momenteel in het dagelijks leven niet meer zo hard nodig (of functioneel) is en ik al veel meer kan voelen dan ik ooit kon, schiet dat aangeleerde gedrag in dit soort situaties blijkbaar weer terug aan. Ik schiet automatisch in de ‘overlevingsstand’ waardoor ik nuchter ben en blijf en de emoties niet de overhand nemen (of eigenlijk überhaupt (gevoelsmatig) niet binnen komen). 

Mijn andere voordeel in deze situatie is dat ik de taal niet machtig genoeg ben. Ik kan woorden opvangen en produceren, maar ik spreek en versta er veel te weinig van om het echt te begrijpen. 

Normaal gesproken als ik in een gebied ben waar ik me niet verstaanbaar kan maken of de mensen niet kan verstaan, raak ik in paniek. Maar hier was het (voor mij) ergens wel fijn dat ik niet alles begreep. Maar tegelijkertijd vreet dat ook aan me, want ik voel me ook tekortschieten als ik taalkundig niks kan... ik word er ook reuze onzeker van en ga twijfelen aan alles en vooral aan mezelf. 

En juist omdat ik taalkundig niet zo veel kon bijdragen, was ik zo ontzettend blij (en in mijn element, al klinkt dat stom) als er een echte ‘doe klus’ was. Want ok, ik spreek en versta nauwelijks Frans, maar ik heb wel twee handjes waar ik (hard) mee kan werken. Dus van die echte ‘hands on jobs’ werd ik heel blij. 

Gedurende al die dagen, kwamen er heel veel indrukken binnen. En zonder het door te hebben, ging ik steeds weer opnieuw een stukje over een persoonlijke grens heen. Steeds gebeurden er kleine (en soms wat grotere) dingen waar ik niet goed tegen kon. En al die dingen en indrukken en emoties die ik stuk voor stuk niet kan voelen, sijpelden wel mijn brein in. En net zoals die rivieren die hier in Wallonië voor al die ellende hebben gezorgd, heeft ook mijn brein maar een beperkte capaciteit. Dus ergens woensdag middag gebeurde er iets wat voor mij de ‘laatste druppel’ was. Ik was moe en door steeds maar ongemerkt over allerlei grenzen heen te gaan, was ik (ongemerkt) zwaar overprikkeld en ik moest heel hard huilen. 

Maar ja.... wat doe je dan als je tussen allemaal wildvreemden staat? Die stiekem al ‘eng’ zijn als het nog goed gaat? Dan probeer ik het tegen te houden, maar dat ging niet meer en ik kreeg kortsluiting (in dit geval: huilen en eigenlijk niet goed kunnen stoppen.) Met de rust van een van de collega’s die ik genoeg vertrouwde, gingen de tranen tijdens de rit naar de volgende bestemming een beetje naar de achtergrond, maar ze bleven heel hoog zitten. 

Uiteindelijk was ik die avond pas om half elf thuis. En ik ben rechtstreeks met kleren en al onder de douche in de douchebak gekropen en heb daar een uur lang alleen maar gehuild. Ik kon niet meer stoppen. De hele nacht heb ik gehuild, en ik kon het echt niet meer stoppen. En dat vind ik dan weer stom van mezelf en dus wil ik naar zo’n andere (oude) overlevingsstrategie grijpen: mezelf pijn doen. (Wat ik uiteindelijk overigens niet gedaan heb, maar toch). 

Op dit soort momenten voel ik me heel eenzaam. Ik heb geen (groot) netwerk en de paar vrienden die ik heb, wil ik al niet lastig vallen als het goed met me gaat, laat staan als ik zó gigantisch over m’n toeren ben (en niet goed weet waarom), Ik wil anderen niet lastig vallen, niet tot last zijn, want anderen hebben genoeg aan zichzelf (vult mijn brein dan alvast maar in voor de ander) en ik wil niet lastig gevonden worden, want dat hoor ik al m’n hele leven... 

Uiteindelijk heb ik donderdag gevraagd of ik met een van m’n ex woonbegeleiders mocht bellen (een opgave op zich). Hij is vertrouwd en ik heb denk ik een uur of zo tegen hem zitten huilen. Maar ja. 
De rest van de dag heb ik nog steeds alleen maar gehuild. Maar die avond sliep ik voor het eerst in weken een paar uur achter elkaar. 

Als je me vraagt wat me nou zo geraakt heeft, of waardoor ik zo overprikkeld ben geraakt, dan denk ik niet zozeer dat dat de verhalen of de ellende om me heen was. Ik denk dat het steeds weer over m’n grenzen gaan, het dagenlang sociaal doen, het dagenlang niet echt mezelf kunnen zijn (want dan vinden ze me nog ‘raarder’ en irritanter dan nu al het geval is) en het dagenlang omgeven worden door mensen (terwijl ik altijd ‘alleen’ met mijn stemmen ben), en ook nog eens in een omgeving waar ik de taal niet kan verstaan en me niet verstaanbaar kan maken, dat dát mijn emmer heeft doen overlopen. 

Inmiddels loop ik niet meer de hele dag te huilen, maar ik ben wel nog steeds doodmoe. Dat is (een klein stukje van) de prijs die ik betaal voor mijn eigen grensoverschrijdende gedrag. Maar als iemand het me vraagt, ga ik maandag weer gewoon opnieuw mee, want het is het meer dan waard.

foto: gevonden op internet


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Babbel je mee?