27 februari 2022

Emoties… een vak apart.

Afgelopen week mocht ik aansluiten bij de cursus ‘veilig werken met trauma’ van Marengo Training en Coaching. Nu is coaching niet helemaal mijn specialiteit, aangezien ik niet overloop van het geduld, en al helemaal niet met paarden, maar over het thema trauma kan ik uit eigen ervaring best wel een beetje meepraten. 

Normaal gesproken hou ik me maar zelden met ‘de theoretische’ kant van trauma bezig. Ik gok dat ik tegen de praktische uitwerking ervan iets te veel en te vaak in mijn dagelijks leven aanloop, waardoor ik meestal nogal kriegel word, van wat de zogenaamde deskundigen erover schrijven. 

Ik heb altijd wat moeite met boeken die vertellen hoe de mens op bepaalde zaken ‘moet reageren’. Mensen zijn nou eenmaal allemaal verschillend en dus zijn er zoveel reacties als er mensen zijn, en dus doen dat soort boeken voor mij de mensen die met trauma leven vaak tekort. Gewoon omdat het soms voelt alsof een menselijke ervaring wordt afgepakt en in een soort van protocol gegoten wordt. 

Nou ja, ik kan het niet goed uitleggen, maar het komt er denk ik op neer dat er in mijn ogen een nogal groot verschil is tussen enerzijds de theorie en anderzijds de praktijk. Maar goed, het leek me heel interessant om eens te horen wat er hier in deze cursus over trauma gezegd en gedacht werd. En als de cursus dan ook nog eens in de deskundige (doch menselijke) handen van Marie Thérèse Corbeij is, dan weet ik dat het op zo’n manier gebracht gaat worden, dat ik er ook nog eens naar kan luisteren, zonder acuut in de gordijnen te klimmen of op de kast te gaan zitten. 

De inhoud van de cursus ga ik niet verklappen, ik zou je gewoon aanraden om hem zelf eens te gaan doen, het is het absoluut waard. Ik kreeg er in ieder geval door de vele herkenning, (en soms ook juist het gebrek aan herkenning) heel veel stof tot nadenken door. 

Een van de onderwerpen waarin ik mezelf herkende was een stukje over voelen en emoties. Bij ons thuis was (en is eigenlijk nog steeds) er maar één iemand die gevoelens mocht hebben en uiten en dat was mijn moeder. Van jongs af aan werden alle gevoelens die ik had en liet zien, ofwel genegeerd, ofwel afgestraft. Ik leerde geen woorden voor wat ik voelde, en het uiten ervan leerde ik ook vrij snel af. Maar het feit dat iets er niet mag zijn, betekent niet dat het er ook niet meer is. Ik had zóveel gevoel in me dat ik niet goed wist wat ik ermee moest of hoe ik het moest laten zien. 

Heel lang had ik eigenlijk maar twee antwoorden op de vraag ‘hoe voel je je?’ 
Nog steeds weet ik me niet zo goed raad met deze vraag, maar heel lang was mijn standaard antwoord oftewel ‘gaat wel’ oftewel ‘kut’. Veel meer variatie was er niet. Niet omdat er niks anders in mij woelde, maar puur omdat ik er geen taal voor had. 

Pas ergens halverwege mijn twintiger jaren, kwam er een hulpverleenster op mijn pad, die me probeerde te helpen met het herkennen van wat ik voelde en het vinden van de juiste woorden hiervoor. En voor mij was dat een hele stap! 

Ze vroeg me steeds: “waar zit het in je lijf en hoe zou je het omschrijven?” En ook deze vraag was nogal een opgave, want ook dat lijf en alles wat daar aan en in zat, kon ik maar moeilijk voelen, laat staan benoemen. En als ik het antwoord op een vraag niet weet, dan raak ik al gauw gefrustreerd. (Waar ik dan weer geen woorden voor had enz...) 

Dat lijf voelen, dat was ook al een dingetje. Ik kan me nog herinneren dat ik ergens tijdens een stemmencongres in het snikhete Australië (2008), op een stoepje zat en (mentaal) de weg kwijt was. Ik was mezelf pijn aan het doen (om in ieder geval iets te kunnen voelen) en dat er twee lieve mensen die ik vertrouwde aan weerskanten naast me kwamen zitten en één van hen zijn hand op mijn arm/hand legde en vroeg: ‘wat voel je nou?’ En dat ik helemaal verward /versuft naar die hand zat te staren en alleen maar verbaasd kon zeggen ‘is warm’. Dat was een kleine, maar grote stap, op weg naar het weer kunnen voelen van mijn lijf. Dus tja, dit maakt misschien wel duidelijk dat de vraag ‘waar zit het in je lijf en hoe zou je het omschrijven?’ Ook nog niet zo simpel was! 

Toch lukte het me op een gegeven moment om een aantal ‘gevoelens’ te omschrijven. Zo herkende ik ‘vleermuizen in mijn buik’, ‘een wurgslang om mijn nek’, ‘pepperspray in mijn ogen’, ‘monsters in mijn lijf’, en ‘een olifant in een gloeilamp’. Allemaal manieren om te omschrijven wat ik van binnen voelde, maar het juiste emotie woord hierbij vinden, viel ook nog niet mee, want hoe voelt verdriet? Hoe voelt bang? Enz. 

Iedereen heeft zijn eigen beleving bij emoties en voelt en ervaart dat op een andere manier. Ik weet nog dat ik wanhopig op zoek was naar de bijbehorende woorden en dat ik de mensen om me heen steeds vroeg: “maar hoe voelt verdrietig, boos, blij enz dan?” En als ik dan verschillende omschrijvingen kreeg van verschillende mensen, dan raakte ik weer helemaal opnieuw gefrustreerd, want dan wist ik het nog niet! Als al die mensen om me heen al allemaal iets anders zeiden bij één woord, hoe moest ik dan leren herkennen wat wat was? Uiteindelijk ben ik maar een poging gaan doen om van al die frustratie nog iets leuks te maken.... Ik ben een paar van mijn ‘emoties’ gaan tekenen en voor sommige vond ik later toch nog een woord, voor anderen niet. 

Tegenwoordig ben ik iets beter in het beschrijven van wat ik voel dan in die tijd. En hoewel ik mijn hulpverleners van destijds heel dankbaar ben voor hun pogingen (en geduld), heb ik toch het meeste over emoties geleerd door mensen te bestuderen (hun gedrag kopiëren)  en door het leren van de Nederlandse gebarentaal! In gebarentaal hoef je namelijk niet met woorden uit te leggen hoe iets voelt, je kunt het laten zien en dat was voor mij echt verhelderend! 

Emoties..... 
De meeste mensen krijgen ze met de paplepel in gegoten en lijken ze automatisch te herkennen. Voor mij blijft het een soort van hogere wiskunde... een vak apart.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Babbel je mee?