21 oktober 2019

Traumatische verbanden...

Sinds een jaar zit ik in een afvalprogramma. Ik noem het heel gekscherend altijd het ‘fat people program’, maar zeg er ook altijd wel bij, dat die naam geen recht doet aan de mensen die daar keihard aan het werk zijn om iets aan hun overgewicht te doen, want eerlijk is eerlijk, het is hard, heel hard werken.

Het programma bestaat uit drie componenten: beweging, diëtiek en een psychologische component.

Om mee te mogen doen, moet je een eetstoornis hebben en last hebben van eetbuien. Nu heb ik niet de soort eetbuien die daar doorgaans voorkomen. In plaats van enorme hoeveelheden snoep, koek en ander zoetigheid, bestaan mijn ‘eetbuien’ uit grote hoeveelheden vlees naar binnen werken.

In een jaar tijd, heb ik best veel bereikt. Ik ben 11 kilo lichter, ben 4 % vet kwijt en ook nog eens een boel centimeters. Voor het eerst in mijn leven weet ik wat een volwaardige maaltijd is en weet ik wat normale portiegroottes zijn. Dingen die ik in mijn leven nooit eerder geleerd heb.

Ook op sportief gebied gaat het super. Ik hield altijd al van sporten, maar ik ben zelfs aan het (langzaam) hardlopen geslagen en nu ik het wat langer en makkelijker vol begin te houden, durf ik bijna hardop te zeggen dat ik het leuk begin te vinden. Als je me dat een jaar geleden gezegd zou hebben, dan had ik je keihard in je gezicht uitgelachen. Maar je ziet, de wonderen zijn de wereld nog niet uit blijkbaar.

Het enige onderdeel waar het niet zo goed gaat (understatement) is de psychologische component. 

Met de eerste psycholoog die voor mijn neus gezet werd en die volgens haar eigen zeggen “was uitverkoren door het team om met mij te werken” had ik na het eerste gesprek al ruzie. Dat ging dus niet lang goed.

Vervolgens kreeg ik na lang aandringen een ander. Maar ook hier loopt het voor geen meter. Het liep zo slecht zelfs, dat ik compleet onderuit ging. En dat is het me niet waard, maar stoppen met het programma zou ik ook heel lastig vinden, want ik heb er wel degelijk baat bij en ik leer nog steeds nieuwe dingen.

Ik loop al heel lang in de psychiatrie mee en als ik iets wel kan, dan is het nadenken over mezelf, mijn gedrag en mijn situatie. En ik denk dan ook dat ik wel weet waarom het daar steeds mis loopt. 

Binnen dit programma ziet men vooral ‘emotie eters’ oftewel mensen die eetbuien hebben als gevolg van (meestal vervelende) emoties. Ze proberen die vervelende emoties dan weg te eten met grote hoeveelheden (vaak zoet) voedsel.

Ik ben geen emotie eter, ik ben een externe eter. Als ik op tv een reclame zie van een nieuw soort hamburger die me lekker lijkt, dan wil ik die proeven en het liefst NU. Zie ik in de stad iemand een stroopwafel eten, dan denk ik ‘oh, lekker, dat heb ik al zó lang niet meer op, dat wil ik ook’. En het lullige is dat die gedachte daaraan dus niet uit mijn hoofd gaat, voordat ik het betreffende artikel ook daadwerkelijk in mijn mond heb. En tja, stroopwafels zitten in een pakje en dan gaat het hele pakje op, en ben ik er weer voor maanden van af.

Maar als de diëtiste aan me vroeg “waarom niet 1 koekje?” Dan was mijn standaard antwoord altijd: dan is het maar op. Als het er is, moet het op.

Ik denk daar niet zo veel over na, het is iets dat volkomen automatisch gaat, waar eigenlijk geen gedachten mee gepaard gaan.

Ik vroeg me af waar dat vandaan kwam en ineens vallen er heel veel puzzelstukjes op hun plaats.

Ik kom uit een situatie (vroeger) waar ik niet altijd eten kreeg. Ik was nooit zeker of en wanneer er een volgende maaltijd ging zijn en áls er al eten was, dan kon het ook zo maar afgepakt worden. En dus heb ik eigenlijk mijn hele leven (stiekem) al een hele rare relatie met eten.

Ik ben een soort van ‘food hoarder’ ik verzamelde grote hoeveelheden eten in mijn kast, die ik ook ver over de datum nog op at.

Een maaltijd lijkt bij mij soms op een soort van snelheidswedstrijd, ik kan het binnen 2 minuten naar binnen werken.

Als ik met anderen uit eten ben probeer ik me te spiegelen aan de anderen: qua hoeveelheid, qua snelheid, qua keuzes....

Als iemand voorstelt om een bepaalde schotel te delen, dan schiet mijn hoofd acuut in de stress.... IK WIL NIET DELEN, ik wil mijn eigen bord met eten, helemaal alleen van mij!

En als iemand een frietje van mijn bord bietst, of iets wil proeven, dan wil ik het liefst zijn of haar vingers afhakken. En al die jaren had ik niet door, waar dat nou vandaan kwam, best een beetje dom, maar het kwartje valt nu pas.

Nu mag ik het in dit fat people program wél hebben over mijn eet probleem, maar ik mag het dus niet hebben over trauma, stemmen, dissociatie en alle andere shit in mijn leven, want dat hoort bij mijn lokale psycholoog thuis. Maar trauma, ligt onder mijn eetprobleem, dus als ik het over dat eet probleem moet hebben, dan zullen we toch echt over dat trauma moeten praten, want emoties zijn bij mij niet/nauwelijks van invloed.

Maar ja.... dan vraag ik me dus af, omdat het gedrag voort komt uit trauma en zo automatisch gaat, zonder dat ik erover denk (een soort instinct zoals mijn ex-woonbegeleider het benoemde), kun je dat nu dan nog veranderen? Of zit dit zo in je systeem, in je ‘zijn’ ingebakken, dat het er niet meer uit kan?

Ik weet het niet....maar dat ik er iets mee moet (en wil), dat is zeker....


plaatje: gejat van internet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Babbel je mee?