10 augustus 2018

Iets met ouder worden...

De laatste tijd word ik steeds vaker geconfronteerd met een menselijk trekje dat ik niet zo heel erg tof vind. Ik word me namelijk steeds bewuster van het feit dat ik oud aan het worden ben.

Die grijze haren op m'n kop.... ach, dat kan me weinig schelen. Hoe vaak de kapper ook blijft vragen of ze er niet een mooi kleurtje in mag doen, mijn antwoord blijft steevast 'nee, dank je'. Ik vind dat namelijk maar een hoop ijdel gedoe en ik hou niet van gedoe. Ik vind het prima als anderen dat doen, maar van mij hoeft het niet, het maakt mij namelijk erg weinig tot niks uit hoe ik eruit zie.

Maar waar ik tegenaan loop, is dat ik steeds minder kan hebben. En ik weet niet zeker of het echt met ouderdom te maken heeft, of meer met het gegeven dat ik steeds gevoeliger word voor geluid (en ik was op dat gebied al erg gevoelig), maar wat het ook is, ik word er erg verdrietig van.

Ik zal een voorbeeld geven.
Een buurmeisje rijdt met haar piepende, roestige fietsje urenlang rondjes en elk piepje wringt zich een weg tussen mijn hersenkronkels door naar binnen. Elk piepje voel ik tot in mijn tenen. De ergste gedachten komen in me op. Ik wil stokken tussen haar spaken steken, haar van haar fiets sleuren, onder een auto duwen enz. Ik doe het uiteraard allemaal niet, wetend dat fietsen ooit een keer gaat vervelen.... en dat blijkt ook zo te zijn.

De roestige piepende fiets wordt ingewisseld voor een gloednieuw stepding, voorzien van een fietsbel. En wat is er nou leuker dan urenlang achter elkaar lopen bellen....
Oordoppen zijn mijn vrienden geworden.

Nog een voorbeeld:
Mijn overbuurjongetje is een erg druk mannetje en dat is prima, hij moet lekker levendig zijn, hij is tenslotte 6 of 7 jaar. Hij moet kunnen rennen, spelen, draven en lawaai maken. En hoewel ik dit écht meen, kan ik het niet helpen dat ik hem af en toe zijn huis in (en erger) wens, waar ik zijn gedoe niet meer kan horen.

Hij doet geen rare dingen hoor, eerder heel normale dingen, maar toch. Zo heeft hij laatst ontdekt dat als je heel hard op een leeg blikje stampt, het blikje zich om je schoen heen vouwt en blijft zitten en daar dan mee over straat rennen maakt een heerlijke herrie!
En terwijl hij urenlang enthousiast over de straat klettert met zijn blikjes, zit ik me binnen groen en geel te ergeren aan dat geluid, wat bij mij binnenkomt alsof iemand met spelden in mijn hersens zit te prikken (niet dat ik weet hoe dat voelt, maar ik denk dat het ongeveer zo aanvoelt).

En ondertussen probeer ik mezelf streng toe te spreken: wat nou, ouwe zeur.... wat deed je zelf toen je zo oud was als hij, en ouder nog? Ik liep ook met die blikjes aan mijn voeten en had dan de grootste lol. Goedkoop vermaak! En als iemand er wat van zei, dan hoorde ik dat amper, laat staan dat ik begreep waar ze het over hadden. Lawaai??? waar? Ik had alleen maar plezier.

De buurjongetjes vinden het ook heel leuk om te voetballen tegen de garage deuren (metaal.....) en dat maakt natuurlijk een prachtig kabaal, hoe harder je schiet, hoe groter het resultaat... En wederom erger ik me groen en geel, vanwege de impact die dat lawaai op mijn hersens heeft... Geen spelden dit keer, maar eerder een moker die inbeukt op mijn hersenen.

En dan denk ik terug. We woonden in een wijk met weinig kinderen en achter ons huis was een garagepleintje waar m'n broer en ik graag speelden. Voetballen was één van onze lievelingsspellen. En ja, hard tegen die eerst houten en later metalen deuren knallen was een sport! Hoe harder hoe beter. Toen er ooit een mevrouw aan de deur kwam, wiens huis aan dit pleintje grensde, om te vragen of we alsjeblieft wat zachter konden spelen omdat haar man ernstig ziek was en probeerde te slapen, vonden wij dat maar gezeur. Het resultaat was, dat we nog vaker gingen spelen en nóg harder gingen knallen. Rekening houden met anderen zat er op die speelmomenten écht niet in (dat moesten we namelijk altijd en overal al, buiten deze speelmomenten). Een week na het verzoek van deze mevrouw, viel er een overlijdenskaart in de bus: de meneer had de strijd tegen kanker verloren.

Als ik daar nu aan terug denk, dan vind ik mezelf een vreselijke egoïst. Ik weet dat ik jong was en niet beter wist. Dat ik me nog niet zo goed kon inleven in een ander... ik had wel wat anders aan mijn hoofd, maar toch. Ik voel me nu vaak schuldig over het ettertje dat ik destijds voor de buurt geweest moet zijn.

Maar als ik dan naar buiten kijk en mijn buurjongetje zie, die met al zijn herrie, lawaai, kattenkwaad en kwajongensstreken herrie loopt te maken en tegelijkertijd zo onschuldig en ontwapenend uit de hoek kan komen, dan kan ik ergens diep verstopt van binnen ook wel wat compassie voelen voor dat luidruchtige ettertje buiten, maar ook voor dat luidruchtige ettertje dat ik ooit was, dat tijdens het buitenspelen, heel veel stress van zich af moest schoppen.

Het verandert niks aan het feit dat ik me blijf ergeren aan al die geluiden, Dat ik inmiddels veranderd ben in die oude zeur waar ik vroeger zelf zo'n hekel aan had. Maar fair is fair: ook al heb ik het zelf vroeger ook allemaal gedaan: 30x belletje trekken in een half uur, is strontvervelend. Expres mensen klieren en laten schrikken is niet leuk. En ieder mens heeft ook een grens tot waar ze met dit soort dingen kunnen dealen. En mijn grens is erg snel bereikt tegenwoordig. Sorry!

Mijn emmer zit vrij snel vol en dan erger ik me dus groen en geel....
Gelukkig is geel toevallig wel mijn lievelingskleur.

foto: internet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Babbel je mee?