31 juli 2021

Meehelpen in de omgeving van Verviers.... Dag 2

Eén ding vooraf: Ik spreek zelf geen Frans, dus het verhaal en de informatie die ik nu op ga schrijven is mijn interpretatie van de vertaling die ik opgevangen heb en zou zomaar ook wel eens niet helemaal 100% correct kunnen zijn. Ik vind dit belangrijk om te zeggen, want alles wat hier aan verkeerde informatie komt te staan is voor mijn 'rekening'. Mocht ik echt grote fouten hebben weergegeven, dan wijs me daar op, ik zal ze (als ik dat nodig acht) met liefde en plezier veranderen. Dat gezegd hebbende, daar gaan we dan... dag 2.

***************************

Woensdag gingen we met een nog grotere groep vrijwilligers terug richting Wallonië.

Onze eerste stop was bij de kerk in Chaudfontaine. Ook hier is een depot ingericht met spullen en een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten om iets te eten of te drinken. De weg ernaartoe was best indrukwekkend. Je kon er de verwoestende kracht van het water behoorlijk goed zien. En hoewel ik nu al best wel wat dingen gezien heb, was het hier op de een of andere manier toch weer anders. 

Hier stonden ook een boel mobiele toiletten en twee douche containers. En dat klinkt misschien een beetje raar, maar van die douches werd ik toch een beetje blij. Die had ik eerder nog niet gezien (wat niet wil zeggen dat ze er niet waren overigens). 

Van hieruit kregen we een adres waar we onze spullen konden gaan afgeven en waar we zouden kunnen gaan helpen. En dus reden we weer verder naar een ander gedeelte waar ook een depot was. Dit was voor mij de eerste plek waar ik het leger (in actie) zag en waar een paar mensen van het rode kruis naar het werk van anderen zaten te staren. 

Hier mochten we een deel van onze spullen kwijt. Want werd er gisteren nog gevraagd om dekens ed, vandaag waren die (in ieder geval hier) al niet meer nodig. Zo snel kan dat dus gaan. De meneer van het depot verontschuldigde zich keer op keer als hij aangaf als ze iets niet meer nodig hadden. Maar zoals ik gisteren hier ook al probeerde uit te leggen: Alles wat je aanneemt en niet nodig is, neemt de ruimte weg voor de spullen die NU wél keihard nodig zijn. Dus voor de dekens en andere afgewezen gedoneerde spulletjes vinden we wel weer een plek waar ze wél nodig zijn. 

Toen de auto's ver leeg waren trokken we met onze gele hesjes, emmers, trekkers, snacks en ander nuttig schoonmaak materiaal een straat in. Van deur naar deur, vragen of mensen hulp nodig hadden. 

In die afgelopen week dat ik nu mee help, heb ik een aantal dingen gezien. Mensen, zeker in de armere buurten hebben zo hun trots. En die trots maakt het voor hen heel lastig om hulp te vragen of te accepteren. En hoewel ik dat persoonlijk heel begrijpelijk vind, vind ik het ook heel lastig. Je ziet namelijk dat er zoveel werk is, dat er zoveel gedaan moet worden, maar door die trots heen breken is lastig (en niet zo mijn stijl). 

Het andere wat ik zie is dat mensen (steeds vaker) heel wantrouwend zijn als je hulp aan komt bieden. En niet onterecht! Er wordt veel geplunderd. Door de mensen die in overlevingsmodus staan en alles doen om letterlijk te overleven. Maar ook door mensen die misbruik maken van de ellende van anderen. Zo zijn er verhalen over mensen die met zo'n geel vrijwilligershesje huizen binnen komen onder het mom van 'we komen helpen' en dan datgene wat je nog over had, meejatten. Het is te triest voor woorden dat het gebeurt, maar het gebeurt! In Luik zaten mensen 's nachts voor hun huis op straat en bleven wakker, om zo te proberen plunderaars tegen te houden.... En ik denk niet dat dat hier anders zal zijn. Zo triest, maar crisis doet rare dingen met mensen.

Dus nee, ik vind dat wantrouwen niet zo vreemd, wel vreselijk lastig! De wijk waar we op dat moment liepen, was een 'rijkere' buurt, waar men al veel 'op orde' had en dus besloot een deel van de groep naar een andere plek te gaan. 

Ik kwam samen met mijn collega (die wel Frans sprak!) bij een ouder echtpaar terecht. Ik gok dat ze beiden de tachtig gepasseerd waren. De mevrouw was vermoedelijk aan het dementeren en riep van de bovenverdieping allerlei dingen waaruit bleek dat we eigenlijk niet welkom waren, maar de meneer liet ons toch binnen. We mochten een kamer ietsje droger maken, maar meneer had heel duidelijk de opdracht gekregen om ons geen seconde uit het oog te verliezen. En ik snap het allemaal, ik had medelijden met deze meneer, die zich duidelijk tussen twee vuren bevond, maar zelf ook niet in staat was om de boel op te lossen, laat staan zijn huis schoon te krijgen. Ook hij wilde niets aannemen, maar per ongeluk expres liet ik wat lekkers op zijn vensterbank liggen toen we vertrokken (en geheel per ongeluk mijn rugzak, maar dat terzijde... deze kwam hij met een mooie glimlach naar buiten brengen, waar ik hem zeer dankbaar voor was.) En hoewel het voor mij een beetje onbevredigend voelt dat we niet méér voor deze mensen konden/mochten doen, moet ik vooral leren dat ik hier moet roeien met de riemen die ik heb in de boot die ik van de mensen krijg. En hier was die boot heel klein, maar we hebben tóch in ieder geval íets van het overvolle bordje van deze meneer weg kunnen nemen.

Uiteindelijk gingen we naar Trooz (denk ik, maar ik ben het een beetje kwijt) en kwamen we langs een straat waarin ik vorige week met een andere groep vrijwilligers een huis heb mogen poetsen. Het was super gaaf om te zien, dat de straat (relatief gezien) schoon was nu, dat de inboedel hopen daar al weg waren. Dat je gewoon kan zien dat er hard gewerkt is en nog steeds hard gewerkt wordt. Daar werd ik even zó ongelooflijk blij van! 

We mochten helpen bij een familie die een huis aan het verbouwen waren. Ze hadden ongeveer nog een maandje werk te gaan, maar toen kwam het water en stond het tot aan het plafond (ongeveer) vol. En terwijl de leden van deze familie hun best deden om de schuur en oprit enigszins 'aan kant' te krijgen (lees: heel veel modder en andere derrie wegscheppen), begonnen wij met het schoonmaken van de muren en vloeren in het huis. 

We waren met een lekker grote groep en dus gaf het een super fijn gevoel dat het huis in ieder geval 'schoon' was toen we weggingen. Dat voelt dan een beetje alsof je iets (voor nu) afgerond hebt en dat je echt een verschil hebt kunnen maken. En hoewel dit een heel fijn gevoel gaf, was dit voor mij persoonlijk het moment waarop mijn emmer over liep (maar daarover ga ik nog wel een apart blogje schrijven denk ik).

Van hieruit gingen we via de toeristische route terug naar het restaurant waar we o.a. een verrassing voor het gezin hadden waarover ik gisteren al schreef en voor de restaurant eigenaar. En ook hier lieten we nog wat spullen achter die ongetwijfeld op de plek komen waar ze het hardst nodig zijn!

We kregen allemaal een heerlijke maaltijd en wat drinken, als dank voor onze inzet en het werd een gezellig samenzijn. Zo gaan ellende en plezier, een lach en een traan vaak hand in hand.

Ik was rond half elf weer terug thuis en hoewel ik dankbaar ben dat ik dit kan en mag doen, dat ik trots ben op het werk wat we hier wél allemaal kunnen en mogen doen (en dat zelfs kan voelen) merkte ik ook dat het voor mij hier nu even ophoudt. Even voor mezelf zorgen, even pas op de plaats. 

Als er volgende week nog vrijwilligers aan de slag mogen en kunnen (ik weet niet hoe het zal gaan als het rode kruis het zaterdag overneemt) dan ben ik graag weer van de partij, maar voor nu moet ik even lief zijn voor mezelf. En ook daarin heb ik nog veel te leren...

Tot slot een paar foto's om een beeld te krijgen...

1 opmerking:

  1. Was heerlijk om met je op pad te zijn. Je beschrijft het heel mooi. Heel dubbel gevoel..... aan de ene kant de ellende van de mensen en aan de andere kant de saamhorigheid van "wij samen". Wellicht zie ik je volgende week weer. Geniet van het lief zijn voor jezelf, je hebt het verdiend. Knuffel

    BeantwoordenVerwijderen

Babbel je mee?