29 december 2021

Een ezel stoot zich geen twee maal aan dezelfde steen... iets over familie patronen...

Afgelopen week overleed mijn tante. En voordat iedereen meteen 'gecondoleerd' en 'sterkte' gaat roepen, wat doorgaans heel gepast zou zijn, moet ik er misschien even bij vertellen dat die mededeling vrij weinig met me deed. 

Ik kan me niet eens herinneren wanneer ik haar (of de rest van de familie) voor het laatst in het echt gezien heb, maar dat moet toch zeker al een jaar of 15 geleden zijn. 

Ik heb dus niet zoveel met mijn tante (of de rest) en de mededeling van haar overlijden deed me dan ook niet echt overlopen van verdriet. Naast de gedachte: ach, wat sneu, was het enige andere dat ik kon denken: 'oh jee, dat betekent dus een 'familie bijeenkomst'. En dat zorgde voor heel veel stress en paniek in mijn hoofd.

Ik hou niet van familie aangelegenheden, nooit gedaan ook. Als kind kon je mij op de oh zo gezellige familiefeestjes in het verste hoekje van de gang, op een rustig plekje met een boek, of met mijn eigen gedachten vinden. Ik vond die bijeenkomsten vreselijk! Er werd heel veel gerookt (niet handig als je astma hebt), heel veel gedronken en naar mate er meer alcohol in ging werd het luider en luider en werd het bullshit gehalte hoger en hoger. En tegen al die dingen (en vooral de combinatie), kon ik niet zo goed tegen en dus probeerde ik steeds opnieuw weg te vluchten naar een rustig plekje in het huis waar ik me veilig, ongestoord en mezelf kon voelen. 

Toen ik wat ouder werd kreeg ik letterlijk van ze te horen dat ik 'niet één van hen' was (hen= de familie). De reden? Ik rookte niet, ik dronk niet en ik was ongezellig. En dat klopte allemaal en stiekem was ik blij dat ik niet één van hen was, maar het maakte ook dat ik me er nooit bij voelde horen (wat ik uiteraard ook voor een heel groot deel zelf deed) en dat zorgde weer voor veel verdriet.

En tot op de dag van vandaag voel ik me er niet bij horen, alleen heb ik nu, als volwassene, in tegenstelling tot vroeger, zelf de keuze of ik er wel of niet bij WIL horen.

Maar goed. Mijn tante is dus dood. En dus gaat er een soort van afscheid plaatsvinden. Naar het schijnt is het heel erg druk in de lokale crematoria en omdat de eerstvolgende optie (met publiek) pas over drie weken kon plaatsvinden, werd er gekozen voor een dienst in een kleine kerk en daarna niks. Geen koffietafel, geen bijeenkomst, gewoon, naar de kerk en naar huis. 

Mijn ouders, die best op leeftijd zijn, en hier een flink eind voor moeten reizen, lieten weten dat ze niet aanwezig konden zijn. Voorzichtig polste ik eens bij mijn broer of hij misschien zou gaan, maar ook hij zag het heen en weer rijden voor een kerkdienst niet zitten. En ik.... tja, ik wil het liefst ook niet gaan, maar ik vind ergens ook dat ik 'de eer van ons gezin (waar ik me overigens ook geen onderdeel van voel) moet hooghouden' en dus moet gaan. Ik woon in de buurt, dus die 'smoes' heb ik niet en dus zat ik maar te piekeren over wat ik zou gaan doen. 

Vanavond kwam er weer een berichtje van mijn vader en ik hakte de knoop door: ik zou namens ons gaan. Maar ik besloot ook om heel eerlijk en open tegen hem te zijn en voegde eraan toe: "maar dat vind ik ook doodeng, want ik heb ze al zeker 15 jaar niet gezien en heb geen idee wat ik moet zeggen of doen, want handen schudden mag ook al niet."

En dat klinkt misschien raar, maar dit levert me echt stress op, ik weet écht niet wat ik moet zeggen, wat ik moet doen of hoe ik me moet gedragen en daar lig ik dus serieus wakker van en niet gaan voelt voor mij dan voor de fijnste en veiligste optie.

De reactie van mijn vader was simpel: "Je hoeft niks te doen, je hoeft er alleen maar te zijn. En misschien vraagt iemand wel aan je hoe het met je gaat. Dát kun je toch zeker wel handelen?"

En hij had me net zo goed een vuistslag in mijn gezicht kunnen geven. Want wat als het antwoord nou eens nee is? En spontaan zat ik jankend op de bank, me weer de puber voelend die in de kinderpsychiatrie zat en het verwijt kreeg van zijn ouders dat hij zo moeilijk te lezen was, dat ze nooit wisten wat er in hem omging en dat hij nooit eens iets deelde...

En dit is dus waarom. Ook in die kinderpsychiatrie tijd deed ik ontzettend mijn best om tijdens de gezinstherapie in de (relatief veilige) aanwezigheid van de therapeuten uit te spreken hoe ik me over bepaalde dingen voelde. Over wat dingen of uitspraken met me deden. Ik stelde me kwetsbaar op, liet verdriet zien, liet boosheid zien, maar al mijn emotie/gevoel, werd, net als nu, met één klap/opmerking van tafel geveegd, teniet gedaan. Ik denk dat ik vanaf dat moment definitief mijn mond ben gaan houden over hoe het werkelijk met me ging of wat ik voelde. Want zwijgen en erover liegen was makkelijker en veel minder pijnlijk dan keer op keer de deksel op mijn neus krijgen.

En ja, ik ken het spreekwoord van die ezel en die steen. En misschien was ik als puber een stuk verstandiger dan nu. Hoe kon ik denken of hopen dat er ook maar iets veranderd zou zijn in onze familie dynamiek? Naïef toch? Ik zou beter moeten weten en ik wéét het ook. Mijn ouders gaan niet meer veranderen, ze kunnen het stomweg niet. Ik moet mijn gedrag veranderen, mijn houding naar hen toe. Doe ik dat niet, dan zal ik keer op keer teleurgesteld worden en die oude (?) pijn voelen. 

Vooral niet open zijn over hoe het écht met me gaat, wat ik denk of wat ik voel. Maar gewoon lekker blijven liegen, want dan....

Pas dan, pas ik in het familiesysteem en hoor ik erbij.

Wel enigszins ironisch dat juist dát gedrag ervoor zorgde dat ik destijds in de psychiatrie terecht kwam... maar dat is een ander verhaal.

foto: gevonden op internet


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Babbel je mee?