30 mei 2022

Genderdysforie deel 8: Wanneer klopt het plaatje voor jou dan wel?

Dit wordt een reeks blogjes over mijn worstelingen met mijn genderidentiteit en mijn zoektocht naar mijn ware zelf. Ik schrijf ze vooral voor mezelf, omdat ik mijn verhaal op (digitaal) papier wil zetten en daardoor misschien de chaos in mijn hoofd wat kleiner te maken. En hoewel ik het voor mezelf schrijf en me heel goed realiseer dat dit heel persoonlijke, intieme informatie zal/gaat bevatten, ga ik het tóch plaatsen. Want als mijn geworstel en gezoek ook maar één iemand op welke manier dan ook kan helpen, dan is het me dat meer dan waard!

Dus: wees gewaarschuwd.. Het gaat over gender, over transgenders, non binair, gender neutraal, voornaamwoorden/pronouns enz. Dus als je daar niks mee te maken wil hebben, dan kun je nu nog wegklikken. 

**********

Het leven na de Genderpoli werd er dus niet echt makkelijker op. Ok, ik had nu een idee wat ik was, namelijk non binair, dus dat was winst, maar mijn plek in die binaire wereld vinden, vond ik heel ingewikkeld. De hokjes man óf vrouw zijn zo ontzettend stevig in de maatschappij ingebakken, dat ik er hoe dan ook elke dag mee geconfronteerd werd. Elke dag minstens wel één keer aangesproken worden met mevrouw, zij en haar horen als het over mij ging, het deed pijn. Heel veel pijn, en nog steeds. Pijn die ik niet uit kan leggen aan de mensen in mijn omgeving, gewoon omdat zij dit niet ervaren, ook niet als ze misgendered worden. Voor mijn vriendinnen maakt het niet echt uit als ze een keer man genoemd worden. Voor hen leidt dat hooguit tot verontwaardiging of irritatie, bij mij voelt zoiets als een soort messteek in mijn hart (niet dat ik precies weet hoe dat voelt, maar toch). Het is zo'n dingetje dat je niet uit kunt leggen aan mensen die dit niet ervaren en dat is naar, want ik ging me er heel eenzaam en verdrietig door voelen. 

Ik vond eigenlijk ook dat iedereen om me heen (en het liefste de hele wereld) dit moest begrijpen. Écht begrijpen, snappen, kunnen invoelen! En dat gebeurde natuurlijk niet en daar werd ik heel verdrietig van. Voorheen deed ik wel eens een poging om het uit te leggen, maar als de ander het niet snel genoeg begreep, dan haakte ik af en sprak er niet meer over. 

Elke week ging ik met mijn vaste Wandelmaatje wandelen en kletsten we tussen de hellingen door bij. Met haar werd de genderdysforie, de dingen daaromheen en alles waar ik tegenaan liep vaak een onderwerp van gesprek. En gaandeweg leerde ik van haar dat hoe hard iemand ook zijn best deed, dit misschien wel iets was wat ze niet konden begrijpen, maar dat dat niet betekende dat ze daarmee mij als persoon afwezen. Dat was wel een belangrijk inzicht. 

Natuurlijk betekende dat niet dat ik nu onmiddellijk om kon gaan met mensen die het niet begrepen of dat ik niet meer verdrietig werd van al die dingen, maar ik kon hierdoor wel het idee dat de hele wereld het écht moest begrijpen een beetje laten gaan. Én ik bleef in gesprek over de dingen die me rondom dit onderwerp bezig hielden. Doordat Wandelmaatje haar best deed om het te begrijpen en me vragen stelde, kwam ik ook uit mijn eigen cirkel denken. Ik moest door die vragen ook zelf weer eens goed nadenken. En als je steeds maar ik je eentje met een onderwerp bezig bent, dan is het lastig om uit je eigen denk cirkeltje te komen. Dus ook mijn gedachten kwamen door deze gesprekken weer verder.

Zeker na die periode bij de Genderpoli, werd het denken over mijn gender, mijn lijf en 'het plaatje' zoals ik dat zo vaak benoemd had actiever.  Die vraag van de psycholoog "wanneer klopt het plaatje voor jou dan wel?" bleef maar door mijn hoofd spoken en ik kon niet stoppen om daarover na te denken.

Mijn ideale plaatje toen ik bij de genderpoli binnenkwam was eigenlijk heel 'simpel': ik zonder borsten, mannelijker, maar niet te veel. Gewoon genoeg om niet meer steeds mevrouw genoemd te worden. Genoeg om als man gezien te worden, zonder dat ik het hoefde te zijn. Gewoon mezelf mogen zijn: geen van tweeën, maar met een wat mannelijker uiterlijk.

Om dat te verwezenlijken moesten de uiterlijke kenmerken eraf (de borsten), mijn geslacht ziet niemand behalve ik, dus dat maakt niks uit en wat er van binnen zit (baarmoeder en eierstokken) kan me ook niet schelen, zolang ik er maar geen last van heb.

Die hormonen wilde ik niet, omdat ik bang was dat het me 'helemaal man' zou maken. In mijn hoofd betekende dat een volle baard, kaal en dat vond ik misschien toch ook weer niet in 'mijn plaatje' passen. Dus daarom riep ik dat ik geen hormonen wilde. 

Dat was het plaatje toen ik de genderpoli in kwam.... En eigenlijk had ik dat plaatje nog steeds, daar was weinig aan veranderd, behalve dat ik misschien toch wel een kleine dosis hormonen zou willen proberen. Inmiddels had ik meer gelezen over hormonen, doseringen, werking, gevolgen enz. En ik las ook overal dat er mensen waren die met een kleine dosering begonnen om te kijken hoe dat voelde. Of ze zich er fijner door voelde en of de veranderingen die het met zich meebracht, misschien ervoor zorgden dat ze zich meer zichzelf voelden. Maar dat als dat niet zo was, ze er ook mee konden stoppen. Dat niet alles omkeerbaar was, maar dat je er wel mee kon stoppen. En dat maakte dat ik steeds weer moest denken aan de opmerking van de Psycholoog: "misschien moeten we je toch eens een kleine dosis hormonen geven, om te kijken of het wat rustiger wordt in je hoofd." Was dit dan wat ze bedoelde???

Ik droomde vaak over dát plaatje, waarbij ik me vrij voelde en als het warm was, lekker mijn shirt zorgeloos uit kon trekken en de wind op mijn platte borst voelde. Of dat ik shirtloos op een zonnige dag over het strand liep en lekker shirtloos de zee in dook en niet meer krom met mijn armen voor mijn borstkas de zee uit hoefde te rennen om die borsten maar te verbergen. Ze waren er niet meer en ik voelde me vrij! En het plaatje uit die dromen werd niet anders, het werd steeds sterker!

Misschien was dat dan ook wel waarom ik zo moest huilen toen ze me destijds die vraag stelde. Ik denk dat ik van binnen heel goed wist of voelde dat het plaatje voor mij dan wél zou kloppen, maar dat ik geen idee had hoe de buitenwereld er op zou reageren. En op dat moment was die buitenwereld (en dan vooral mijn ouders, en ook en beetje mijn vrienden) blijkbaar belangrijker dan mijn eigen welzijn.

En dus offerde ik destijds mijn eigen welzijn op. Heb ik daar spijt van? Ja en nee. Ja, want daardoor heb ik weer kostbare jaren verloren. Nee, want die (goedkeuring van die) omgeving was op dát moment nog zó belangrijk voor me, dat ik me nooit van zijn leven op mijn gemak had kunnen voelen als ik het had doorgezet.

Het was mijn tijd nog niet.....

foto: Internet



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Babbel je mee?